OSHO OVER…

Nostradamus

Nostradamus (eigenlijk Michel de Nostredame; 23 december 1503 – 2 juli 1566)
was een Franse apotheker en arts. Hij is vooral bekend als ziener, en als auteur van de Centuriën van Les Prophéties, waarvan de eerste editie verscheen in 1555.
De populariteit is al bijna vijf eeuwen onaangetast en er verschijnen geregeld herdrukken en vertalingen, ook in het Nederlands, meestal vergezeld van actuele interpretaties. 

   Michel de Nostredame

De Centuriën zijn zeer omvangrijk. Ze bestaan uit ongeveer 3525 vierregelige verzen waarvan de eerste twee kwatrijnen luiden:

‘s Nachts, gezeten voor de studie van verborgen dingen,
alleen, rustend op de bronzen zetel;
een klein licht, dat uit de eenzaamheid ontspruit,
doet ontluiken, wat niet als ijdel te verwerpen valt.

Met de staf in de handen, midden in de takken geplaatst,
en met het water zowel de zoom als de voeten nat,
een gevoel van vrees en een stem trekken omhoog,
door de armen heen: Goddelijke verhevenheid.

Volgens zijn aanhangers heeft hij de grote Wereldoorlogen, Hitler, Napoleon, het communisme, en vele andere zaken voorspeld. Volgens sceptici zijn de uitspraken van Nostradamus veel te vaag en kan men er met gemak om het even welke interpretatie aan geven die past in de hedendaagse situatie, wat volgens die sceptici ook voortdurend gebeurt.
De Amerikaanse sannyasin Dhyan Arjuna (John Hogue – 1955) is een expert in Nostradamus en heeft vanaf de 90er jaren honderden artikelen en tientallen boeken met voorspellingen uitgegeven over politiek, ecologie, de katholieke kerk en andere maatschappelijke vraagstukken.

Nostradamus kan worden geïnterpreteerd op elke manier die je wilt. De zinnen zijn niet duidelijk, de grammatica is niet correct. De woorden zijn van dien aard dat je ze in elke context kunt plaatsen die je wilt.
Osho, The Last testament; Vol 1, # 12

Ja, de oude wereld zal tot een einde komen. Nostradamus zal zich niet vergissen. Maar zijn uitleggers hebben het allemaal mis. Mijn interpretatie is: de dood van het oude is de geboorte van het nieuwe.
Osho, The Golden Future: # 28, vraag 1

Een bijdrage van Antar Marc.

Rudolf Steiner

Rudolf Joseph Lorenz Steiner (25 februari 1861 – 30 maart 1925) was een Oostenrijkse esotericus, schrijver, architect, filosoof en pedagoog. Hij is bekend geworden als grondlegger van de antroposofie en zijn praktische toepassingen, zoals de Vrije Scholen in Nederland (in Duitsland bekend onder de naam Waldorfschule), euritmie, de antroposofische geneeswijze, de heilpedagogie en de biologisch-dynamische landbouw. Ook was hij betrokken bij de oprichting van het kerkgenootschap De Christengemeenschap.

   Rudolf Steiner

Rudolf Steiner was een grote mind, maar let wel, ik zeg ‘een grote mind’, en mind als zodanig heeft niets te maken met religie. Hij was enorm getalenteerd. In feite is het heel zeldzaam om een andere mind te vinden die te vergelijken is met Rudolf Steiner. Hij was zo getalenteerd in zoveel richtingen en dimensies dat het bijna bovenmenselijk lijkt: een groot logisch denker, een groot filosoof, een groot architect, een groot opvoeder, enzovoort, enzovoort. En wat hij ook aanraakte, hij bracht hele nieuwe ideeën op dat gebied. Overal waar hij zijn blik wendde, creëerde hij nieuwe denkpatronen. Hij was een groot man, een grote mind, maar mind als zodanig, klein of groot, heeft niets te maken met religie.

Religie komt voort uit no-mind. Religie is geen talent, het is je natuur. Als je een groot schilder wilt zijn, moet je talent hebben; als je een groot dichter wilt zijn, moet je talent hebben; als je een wetenschapper wilt zijn, natuurlijk, moet je talent hebben; maar als je religieus wilt zijn, is er geen speciaal talent nodig. Iedereen, klein of groot, die bereid is zijn mind te laten vallen, komt in de dimensie van het goddelijke. En natuurlijk vinden grote getalenteerde mannen het heel moeilijk om hun mind te laten vallen; zij hebben er meer in geïnvesteerd. Voor een gewone man die geen talent heeft, is het heel gemakkelijk om de mind te laten vallen. Zelfs dan lijkt het heel moeilijk. Hij heeft niets te verliezen; toch blijft hij zich eraan vastklampen. Natuurlijk wordt de moeilijkheid verveelvoudigd wanneer je een getalenteerde mind hebt, wanneer je een genie bent. Dan zit je hele ego geïnvesteerd in je mind. Je kunt het niet laten vallen.

Rudolph Steiner heeft een nieuwe beweging gesticht, de antroposofie, tegen de theosofie. Aanvankelijk was hij theosoof, maar toen begon zijn ego te vechten tegen andere ego’s in de beweging. Hij wilde de leider, de allerhoogste worden van de theosofische beweging in de wereld, de wereldleider. Dat was niet mogelijk; er waren vele andere ego’s. En het grootste probleem kwam van J. Krishnamurti, die helemaal geen ego is. En natuurlijk dachten theosofen meer en meer in de richting van Krishnamurti. Hij werd geleidelijk aan de messias. Dat gaf problemen in Rudolph Steiner’s mind. Hij brak met de beweging. Heel de Duitse afdeling van de theosofie brak met hem. Hij was echt een zeer, zeer overtuigend redenaar, een overtuigend schrijver; hij overtuigde mensen. Hij vernietigde de theosofie grondig, hij verdeelde haar. En sindsdien kon de theosofie nooit meer heel en gezond worden.

Rudolph Steiner heeft een aantrekkingskracht op de Westerse mind, en dat is het gevaar — want de Westerse mind is in wezen logica-georiënteerd: rede, denken, logos. Hij spreekt erover, en hij zegt: ‘Dit is de weg voor de Westerse mind.’ Nee, Oosters of Westers, mind is mind; en de weg is no-mind. Als je Oosters bent, zul je de Oosterse mind moeten laten vallen. Als je Westers bent, zul je de Westerse mind moeten laten vallen. Om tot meditatie over te gaan, moet je de mind als zodanig laten vallen. Als je een Christen bent, zul je een Christelijke mind moeten laten vallen. Als je een Hindoe bent, zul je de Hindoe mind moeten laten vallen. Meditatie heeft niets te maken met Christelijk, Hindoeïstisch, Oosters, Westers, Indiaas of Duits.

Osho, The Alpha and the Omega, Vol 10 # 6 vraag 1

India en Gandhi

Osho, waarom is India zo arm?

De zogenaamde heiligen zijn daar verantwoordelijk voor. Door de eeuwen heen heeft India geleefd met een verkeerde filosofie – een filosofie die wereldvreemdheid onderwijst, een filosofie die onderwijst dat de wereld een illusie is en dat alleen de andere wereld waar is. Je hebt de andere wereld, de ware wereld, niet gezien; je moet geloven. En de wereld die je hebt gezien, en elke dag ziet en elke dag ervaart, is een illusie, is maya.
Deze dwaze filosofie is de hoofdoorzaak van India’s armoede. Als de wereld een illusie is, waarom zou je je dan druk maken om wetenschap, waarom zou je je druk maken om technologie? Wat heeft het voor zin? Als de wereld een illusie is, dan is armoede ook een illusie, de bedelaar op straat is ook een illusie, de hongerende mens is ook een illusie.

Het Westen heeft geleefd met het idee dat alleen deze wereld echt is. Daarom is het rijk geworden, althans uiterlijk rijk. Het Westen heeft de andere wereld ontkend: God is dood. En het Westen begon pas rijk te worden toen het het idee van de andere wereld begon te laten vallen; toen was al zijn energie gericht op deze wereld. Het werd rijk in materieel opzicht, maar arm in geestelijk opzicht.
De andere wereld is ook echt, en echt op een hoger niveau. Het Oosten werd arm in materieel opzicht. De andere wereld is echt, maar de andere wereld kan alleen gebaseerd zijn op de werkelijkheid van deze wereld. Deze wereld fungeert als een fundament. Dus misschien, af en toe, was iemand in India in staat om innerlijk rijk te worden. Maar de miljoenen, de massa’s, blijven naar buiten toe arm. En omdat er geen fundament is, zijn zij ook innerlijk arm gebleven.
Deze houdingen zijn twee helften van één geheel geweest. De nieuwe mens waar ik het over heb, en de nieuwe mensheid, zal niet Oosters of Westers zijn. Hij zal niet geloven in deze wereld alleen of in die wereld alleen, hij zal geloven in de totaliteit van de mens. Hij zal geloven in het lichaam van de mens, hij zal geloven in de ziel van de mens; hij zal geloven in het materiële, hij zal geloven in het geestelijke. In feite zal de nieuwe mensheid het spirituele en het materiële als twee aspecten van één fenomeen beschouwen. Dan zal de wereld in beide opzichten rijk zijn, van binnen en van buiten.

India moet zich ontdoen van zijn obsessie van de andere wereld. Ze moet leren om ook van deze wereld te houden, ze moet leren dat deze wereld ook echt is. Zodra dat gebeurt zal dat een grote verandering in India’s leven betekenen. Maar de heiligen, de zogenaamde heiligen, blijven nog steeds onderwijzen dat deze wereld onecht is. En de arme mensen worden erdoor getroost, dus blijven ze zich vastklampen aan de filosofie. Als de wereld onwerkelijk is, geeft dit troost: er is niets om je zorgen over te maken, het is slechts een kwestie van een paar jaar, dan zul je de echte wereld binnengaan. Waarom dan nog moeite doen?
De Oosterse geest blijft onwetenschappelijk vanwege deze in wezen verkeerde filosofie; wetenschap kan alleen tot stand komen als de wereld als echt wordt aanvaard. En als de wetenschap er is, dan is de technologie er, en technologie is de enige manier om rijkdom te scheppen. De zogenaamde heiligen zijn verantwoordelijk, en de zogenaamde leiders, de politici, zijn verantwoordelijk, omdat de politici anti-wetenschappelijke houdingen aan het land blijven onderwijzen. Gandhi’s filosofie is anti-wetenschappelijk. Het zal u verbazen te weten dat hij tegen de trein, het postkantoor, de telegraaf en de moderne geneeskunde was. Hij was tegen de basistechnologieën die het land vooruit kunnen helpen. En hij is nog steeds de vaderfiguur, hij domineert nog steeds de Indiase mind, vooral de mind van de Indiase politicus.

India moet zich ontdoen van Gandhi, anders kan het niet rijk worden. Maar Gandhi troost ook, want hij prijst de arme man. Hij noemt de arme man daridra narayan: hij zegt dat God in de arme man is, de arme man is goddelijk. Zijn leer is dat de rijke man iets verkeerds is en de arme man iets goeds. Armoede heeft iets spiritueels in zich, volgens hem.
Als je armoede prijst als spiritualiteit, wordt het ego van de arme natuurlijk bevredigd. Vandaar dat de armen in India Gandhi blijven vereren; elke stad heeft zijn standbeeld. De arme man heeft niets anders om zich bevredigd over te voelen. Dit idee geeft hem grote voldoening, dat hij iets spiritueels in zich heeft, dat zijn armoede spiritueel is.

Osho, The Book of Wisdom #23 vraag 5

Moeder Teresa

Moeder Teresa, geboren als Agnes Gonxha Bojaxhiu (Skopje, 26 augustus 1910 – Calcutta, 5 september 1997), was een katholieke non die zich inzette voor de allerarmsten in India, stichteres van de ‘Missionarissen van Naastenliefde’ en Nobelprijswinnares voor de vrede in 1979.  
In 2003 werd ze zalig verklaard door paus Johannes Paulus II en in 2016 volgde de heiligverklaring door paus Franciscus. Toch was er ook tijdens haar leven al  kritiek op haar hypocriete houding ten aanzien van naastenliefde.

In antwoord op de vraag ‘U bent tegen Moeder Teresa van Calcutta, maar wie zorgt er voor de armen, de zieken, de wezen en de hongerenden?’ zei Osho:
Hoe lang is Moeder Teresa daar geweest? En wie zorgde er voor al die mensen voor haar? En hoe lang zal ze nog leven? Wie zal er na haar voor deze mensen zorgen? In plaats van afhankelijk te zijn van Moeder Teresa’s, waarom houden jullie niet op met het creëren van wezen, zodat er geen Moeder Teresa meer nodig is?
Waarom is het nodig om wezen te creëren als je de pil hebt? Iedereen kan de pil aan mensen gaan uitdelen. Weeskinderen kunnen worden voorkomen… Maar Moeder Teresa wil niet dat weeskinderen worden voorkomen.

Een Amerikaans stel ging eens naar Moeder Teresa’s huis in Calcutta. Ze wilden een kind adopteren. Ze hadden zelf geen kinderen. De bediende, de receptionist zei: ‘We hebben zevenhonderd kinderen. U kunt kiezen. U hoeft alleen maar te gaan zitten en het formulier in te vullen.’
Ze vulden het formulier in. De bediende bekeek het formulier en zei: ‘Wacht hier. Ik kom zo terug.’
Hij ging naar binnen; hij kwam nooit meer terug. Iemand anders kwam terug en zei: ‘Het spijt ons. Op dit moment hebben we geen kinderen.’

Het echtpaar was verbijsterd. Nog maar een paar minuten geleden waren er zevenhonderd kinderen, en nu hebben ze geen kinderen meer. Hij zei: ‘Wat is er gebeurd?’
De man zei: ‘Dat weet ik niet. Ik weet slechts één ding, namelijk dat ik ben gestuurd om u te vertellen dat we op dit moment geen kinderen hebben om aan u te geven.’
De reden was dat hij op het formulier dat hij net had ingevuld had gezegd dat hij een protestantse christen was. Als hij katholiek was geweest, dan waren er zevenhonderd kinderen! 

Hij schreef een brief aan The Times of India, en ik heb in het openbaar kritiek op Moeder Teresa geuit. Ze schreef me een brief waarin ze uitlegde waarom de man geweigerd werd. Ze probeerde uit te leggen dat de man geweigerd was ‘omdat we de kinderen alleen aan die gezinnen geven waar hun opvoeding geen conflicten zal veroorzaken.’
Ik schreef terug: ‘Dan moeten die kinderen teruggegeven worden aan hindoes, mohammedanen en niet aan christenen. Welk recht hebt u om ze aan katholieken te geven? In de eerste plaats moet u hen geen katholieke prediking geven. U hebt hun toestemming niet. Ze kunnen u pas toestemming geven als ze minstens eenentwintig jaar oud zijn. U begaat een misdaad tegen kleine baby’s. Dat is onvergeeflijk.’

Ze was erg boos. Ze schreef me: ‘Ik wil er niet over praten, maar ik zal tot God bidden of hij u wil vergeven.’
Ik schreef haar mijn laatste brief. Ik zei: ‘Dit is mijn laatste brief, om u ten eerste te zeggen dat er geen God is – verspil uw tijd dus niet met bidden. Ten tweede, zonder mijn toestemming te vragen, wie bent u om voor mij te bidden? Dit is inmenging in mijn eigen spiritualiteit. Ik zal u aanklagen bij de rechtbank!’

Osho, Socrates Poisoned Again After 25 Centuries #9 vraag 8

Een bijdrage van Antar Marc.