Vani

Osho, de favoriete, prachtige wijze die altijd in mijn leven terugkeert.

Ma Surya Vani
(‘Taal van de Zon / Het Licht’)

Geboren in 1983 te Leiderdorp
Ontving sannayas in 2006

Rond mijn twaalfde levensjaar ontstond er een drang naar het vinden van antwoorden op existentiële vragen die thuis door mijn ouders besproken werden. Waarom zijn wij mensen hier op aarde? Is er überhaupt wel een reden, of is het toeval? Hoe zijn we hier gekomen? Er zelf over nadenken bracht me niet waar ik wezen wilde en daarom struinde ik de eindeloze boekenkasten van mijn ouders af. Ik wilde ook weten hoe de mens in elkaar zat, waarom we doen wat we doen en: hoe word je gelukkig in deze grote wereld vol invloeden en verwachtingen van buitenaf? Wat wil ik zelf? En wie ben ik eigenlijk?

Enfin, in die boekenkast vond ik van alles. En met een open mind, maar toch ook een helder compas dat zonder dat ik er over nadacht aangaf: ‘dit wel’, ‘dit niet’, ‘misschien’, etc. bleef ik verkennen. Van Sartre en De Beauvoir tot Desmond Morris. Ik las een hoop, maar er veranderde niets noemenswaardigs. Tot ik in 1995 op een goede dag een van de boeken van Osho opensloeg.. Wat er toen gebeurde… Het leek alsof ik in een andere staat van zijn raakte; het voelde alsof er een grote stoot energie door me heen stroomde en mijn lijf groter, lichter werd. En er was tijdens het lezen het constante ‘herkennen van waarheid’. ‘Wat ik hier lees is waar,’ wist ik. Dat weten was stelliger dan alles wat ik daarvoor ooit ‘geweten’ had.

Ik bleef lezen, gebiologeerd, hongerig en gefascineerd. Maar dat is eigenlijk nog zwak uitgedrukt. Natuurlijk wilde ik ook weten: wie is deze man? En: kan ik naar hem toe, kan ik hem ontmoeten? Deze wijze, humoristische rebel? Mijn ouders hadden nooit uit zichzelf over Osho of anderen verteld, met het idee: ‘Laten we de kinderen niet conditioneren met waarheden van anderen. Ze ontdekken vanzelf wat hun eigen waarheden zijn.’ Maar toen ik ernaar vroeg, vertelde mijn vader dat hij in de jaren zeventig een paar maanden bij Osho was geweest en dat deze tijd en zijn darshan met Osho zijn leven op een positieve manier voor altijd had veranderd. Dat klonk zo geweldig! Maar naar India mocht ik niet: ik was twaalf. Op mijn zestiende probeerde ik het nog eens en wederom zonder succes. Te jong.

De interesse in de levensvragen hadden een cyclus als het leven zelf: soms gingen er maanden voorbij waarin ik mijn hoofd over heel andere dingen brak, of mijn hoofd en hart helemaal ergens aan verloor. Of aan iemand. Maar altijd kwamen er weer momenten om in de materie van Osho te duiken: de ene keer uit honger naar inzicht en dan weer om een pure wanhoopssituatie te ontgroeien door middel van het lezen van zijn woorden. Ik wilde begrijpen wie ik was en waarom ik deed wat ik deed. Het eerste leerde ik niet uit zijn woorden – dat kwam later, nadat ik leerde mediteren – maar het tweede deel wel. Dat ik ooit naar India zou gaan bleef in alle jaren die volgden als een paal boven water staan. Ook al was Osho toen al niet meer ‘in the body’; ik wilde er per se een keer naartoe. Het juiste moment moest zich alleen nog aandienen.

Op mijn 22e levensjaar was het eindelijk zover. Samen met mijn beste vriendin Liesbeth maakte ik in 2006 eerst een rondreis door India, om vervolgens in mijn eentje drie maanden in het meditatiecentrum te verblijven. Liesbeth ging weer naar huis, om aan een opleiding te beginnen. Het meditatiecentrum was niks voor haar. En daar zat ik: in mijn eentje in Poona. Al reizend hadden we talloze negatieve verhalen gehoord over het centrum en Osho zelf. Ik moet bekennen dat ik hem daardoor aardig kneep… Ik was nog steeds wel heel nieuwsgierig, maar ook bang. Gelukkig besloot ik toch op mijn eigen ervaring af te gaan en ik dook erin. Het is het allerbeste wat ik ooit gedaan heb. Voor mezelf, maar indirect ook voor de mensen om me heen. Want wat was het een leerzame, mooie tijd…

In het begin dacht ik: ‘Alles goed en wel, maar mediteren, dát ga ik natuurlijk niet doen. Mij te zweverig. Ik ben daarnaast veel te druk in mijn hoofd en te bewegelijk, dus dat oeverloos stilzitten is absolúút niets voor mij…’ Een klein stemmetje – dat ik meestal negeerde – zei toen: ‘Misschien is het júist daarom goed voor jou…’ Hoe dan ook, ik zag ook wel in dat het een toppunt van onzinnigheid was om helemaal naar India af te reizen, naar ‘s werelds grootste meditatiecentrum en dan níet te mediteren. Dus ik heb het geprobeerd. Eerst was het onwennig; moeilijk, ik werd steeds door mijn innerlijke ‘gibberish’ afgeleid. Weg uit het hier en nu. Maar langzaam aan begon ik ook te merken dat als ik geduld had met al dat innerlijk geouwehoer én mijn meditatieoefening, dat dit samen zorgde dat er meer rust in de bovenkamer ontstond. Meer ruimte ook en meer helderheid. Door de afstand die meditatie creëert ten opzichte van alles dat gebeurt. En met meer afstand, merkte ik, heb je meer tijd en ruimte om je reactie bewust te kiezen. Het was toen en daar dat ik ontdekte dat de tool ‘meditatie’ de meest kostbare was die ik ooit had verkregen. Ik leerde met de jaren ook dat er eigenlijk niets zo nuchter is als meditatie, eenvoudigweg omdat het je blik veel zuiverder en completer maakt.

Omdat zoveel mensen om me heen een oordeel hadden geveld over Osho én dat ik daarheen ging, was mijn liefde voor Osho tijdelijk vervangen door een uit pure angst geboren defensieve houding. Ik nam me voor ‘heel kritisch’ naar de man te luisteren tijdens de dagelijks vertoonde video’s van zijn lezingen. Ik zou naar huis gaan met een ‘weloverwogen, degelijk verhaal’, waarin ik zowel de positieve als de negatieve kanten van de man en zijn werk zou belichten. Ik wilde controle houden. Alles doen om maar niet – zonder het zelf door te hebben –  een weerloze speelbal te worden op de golven van een mogelijke zelfingenomen charlatan, sekteleider. Dodelijk vermoeiend waren die dagen.

Tot ik op een dag, na een meditatie en dus met meer helderheid naar mezelf zat te kijken. Naar dat bijna militant alerte meisje daar, gespannen op haar meditatiemat. ‘Wíe vertrouw je hier nu eigenlijk niet?’ vroeg ik mezelf. Met het stellen van deze vraag viel het kwartje en viel alles heel snel op zijn plaats. Al die tijd had ik mezélf niet vertrouwd. Had ik niet durven varen op mijn eigen kompas. Onbewust gekozen voor een valse controle via de mind en ik had mijn eigen hart – het ware kompas – genegeerd. Ik moest lachen en huilen tegelijk: van opluchting, om mijn eigen hilarische onzinnigheid en van blijdschap dat ik nu los kon laten. Want nu wíst ik met meer zekerheid dan ik ooit eerder over het onderwerp had gevoeld: ik verken vanalles en dat wat bij me past, dat wat als waarheid voelt, beklijft vanzelf. Dat wat ruis is, valt vanzelf weer van me af als het moment daar rijp voor is. Mijn hart opende zich toen compleet en Osho’s wijsheid stroomde naarbinnen. Zonder stop, zonder rem. Het voelde geweldig en het is nooit veranderd. Ik luisterde met mijn hart naar hem en begreep ineens veel meer van wat hij zei.

Het vertrouwen heb ik tot op de dag van vandaag. Met al dit soort dingen. Ik vind het ook niet erg als anderen Osho afvallen. Ieder zijn eigen waarheid en zijn eigen voorkeuren. Maar niets brengt mij meer van mijn stuk en ik blijf ook verkennen, omdat ik dat heerlijk vind en nieuwsgierig blijf. Tijdens een yoga-opleiding in India, kreeg ik daarop commentaar van een van de hoogste swami’s. ‘You have to pick a path. You can’t walk two, or just pick this from here, and that from there. You will end up so confused and might get crazy.’ Ik moest lachen en vertelde hem dat ik zelf heel goed wist wat wel en niet goed voor me is. Dat ik me heel goed voelde in mijn verkenningstocht en dat ik dit zou blijven doen tot ik er geen behoefte meer aan had. De Osho manier! Hij wist zeker dat het allemaal niet goed voor me was en ik wist zeker dat ik van deze man niets aan zou nemen.

Van de strikte yogaleer leerde ik nog meer te waarderen hoe Osho de mens voor ‘vol’ aanneemt. Letterlijk en figuurlijk. Van de yogaleer moet je allerlei dingen afleren, allerlei dingen aanleren en een heleboel geforceerd loslaten. Terwijl Osho zegt dat de mens mens mag zijn; dat is wat we zijn in dit aardse leven! En als je bewust leeft als mens (het concept van Zorba de Boeddha: leef uitbundig en doe het bewust!) dan valt vanzelf en op zijn eigen natuurlijke moment dat wat niet meer nodig is van je af. Dit voelt zoveel respectvoller en harmonieuzer. En het is ook met zoveel meer plezier. Van alle geweldige leraren die ik sindsdien heb leren kennen, is Osho nog steeds mijn favoriet. Degene die altijd blijft hangen, altijd weer op bijzondere momenten en manieren terugkomt. Ik ben zo blij dat Osho in mijn leven is!

Den Haag, 12 maart 2015
SanneWurzer
www.blondeboeddha.nl
Over mijn ervaringen in India heb ik een boek geschreven dat is uitgebracht bij uitgeverij Synthese: ‘Blonde Boeddha – een leeg blond hoofd; eindelijk!’

Lijst