Kunji

‘In mijn werk
en in mijn leven
zie ik Osho’s richtlijnen.

En dat is fantastisch!’

Ma Anand Kunji
(‘Sleutel tot Gelukzaligheid’)

Geboren in 1982 te Berlijn
Ontving sannyas in 1985

Ik werd geboren in Berlijn bij mijn ouders Omkar en Punito die mij de naam Laura gaven. Hoewel ze sannyasin waren, wilden ze de beslissing al dan niet sannyas nemen aan mij overlaten. Toen in Medina de Rajneesh School openging, was ik twee jaar oud. Omdat mijn moeder daar heen wilde met mij, moest ik sannyasin zijn – dus werd ik Ma Anand Kunji, sleutel tot gelukzaligheid.

Ik herinner me de tijd niet meer dat ik daar woonde, maar volgens mijn ouders was deze kindercommune niet geschikt voor kleine kinderen, aangezien ze hun moeders en hun speelgoed met elkaar moesten delen. Mijn moeder vertelde mij dat ik mijn haren uittrok en ging uitfreaken, dus om die reden vertrok mijn moeder met mij na een jaar om terug te gaan naar de commune in Berlijn, met de naam Dorpje.

Het was een grote commune in het midden van Berlijn. We hadden daar een meditatie centrum, een restaurant en een disco met de naam Far Out. Voor mij was het als een reusachtig speelterrein. Ik wist waar het snoep verborgen was, en ook waar ik in de opslagruimte een grote doos met condooms kon vinden om mee te spelen. Mijn tekeningen verkocht ik bij de receptie van het meditatie centrum, ik speelde op de biljarttafel en in de TV kamer. Ik rende rond op het plein en ging in de vooravond naar de disco om te dansen en te spelen. Er was altijd wel een of andere volwassene in de commune die met mij in het rond wilde swingen.

In mijn herinnering was de commune een heel gezellige, uitbundige en avontuurlijke plek. Er waren altijd mensen die voor me zorgden of met me speelden. Het was een heel veilige omgeving. Ik realiseer mij dat ik tegenwoordig mensen gemakkelijk vertrouw. Ik denk dat dit komt door mijn ervaringen toen tijdens die oude tijd.

Toen ik vijf jaar oud was verhuisde mijn moeder naar Keulen naar haar nieuwe vriend en ik bleef in de commune met mijn vader. Mijn school bevond zich in de nabije omgeving en ik ging erheen onder de naam Laura: de leerkrachten wisten dat ik van de Osho commune kwam, en waren in feite nogal blij omdat ze goede ervaringen hadden met kinderen die daar vandaan kwamen.

Ik had veel ‘gewone’ vriendinnen en herinner me niet dat ik problemen had door het zijn van sannyasin. Natuurlijk moesten mijn vader en ik de vele vragen beantwoorden waarom we zoveel foto’s hadden van Sinterklaas of ‘is dit je grootvader?’

Toen ik negen jaar oud was, had mijn vader de drang om te gaan reizen en door naar Poona, dus verhuisde ik naar Keulen om bij mijn moeder te gaan wonen. Later, toen ik teenager was, verhuisden mijn moeder, haar vriend Pralaya en ik naar een dorpje vlakbij München. Dit was voor mij een hele nieuwe situatie. Voor het eerst leefde ik alleen met mijn moeder en Pralaya, bijna als een klein gezin, hoewel Pralaya altijd benadrukte dat we geen gezin waren maar meer iets als een gemeenschappelijke huishouding.

Ik ging naar een Beierse school op het platteland waar ik niemand kende en die tamelijk conservatief was. Ik wilde Kunji genoemd worden met als gevolg dat ik heel veel moest verklaren over waar mijn naam vandaan kwam en dit was voor het eerst; tot dan had ik me nooit afgevraagd wat sannyasin zijn eigenlijk voor mij betekende.

Op school zei ik altijd dat ik hippe ouders had, maar mijn intiemere vriendinnen probeerde ik er meer over te vertellen. Jonge mensen van mijn leeftijd kenden Osho of Bhagwan niet, maar hun ouders vaak wel. Natuurlijk wisten ze hoofdzakelijk van de Rolls Royces en de seksgroepen. Ik had het gevoel dat ik mezelf erg moest verdedigen, maar vaak wilden ze niet echt de waarheid weten of wat het feitelijk voor mij betekende. Hoewel ik daar een paar vriendinnen kreeg, was het niet altijd gemakkelijk nieuwe mensen te leren kennen. Ik had vaak het gevoel dat ze erg oppervlakkig waren en het kostte tijd vertrouwelijk met iemand te worden.

Toen ik voor het eerst hoorde van de Humaniversity dichtbij Amsterdam en dat ze een groep aanboden voor teenagers, kreeg ik onmiddellijk het gevoel dat ik erheen zou moeten gaan. Ik wist niet veel van de groep of van de locatie, maar ik wist wel dat dit een manier was om in contact te komen met sannyasin kinderen.

Mijn moeder ondersteunde me, maar later vertelde ze me dat ze had gedacht: ‘Mijn dochter doet haar eerste groep op zeventienjarige leeftijd, heb ik iets verkeerds gedaan?’
Ik was benieuwd naar de groep en het weer in een sannyas omgeving zijn. Ik deed mee met de Tan-ju groep in de tweede week en mijn eerste sessie heette ‘de box’. Een hok van matrassen wordt gevormd door de andere deelnemers. Jij ligt in het midden ervan en freakt volledig uit als een klein kind dat gilt en slaat en met zijn hele lichaam in de aanval gaat, terwijl de anderen je ondersteunen door te juichen en te brullen. Dat was voor mijn eerste groep heel wat! Maar ik wist dat ik ervoor gekozen had daar te zijn, dus ik zou alles doen wat het ook maar vergde. In mij had ik het vertrouwen dat het tenslotte allemaal goed zou komen, dus ik sprong er gewoon in.

Ik hield ervan. Ik vond het heerlijk dat er zoveel ruimte was om jezelf uit te drukken en te verkennen, en de focus om vriendschappelijke relaties met anderen op te bouwen. Ik voelde me erg thuis op de Humaniversity en tijdens deze eerste groep nam ik de bewuste en zelfstandige beslissing dat ik een sannyasin van Osho wilde zijn. Ik nam verscheidene malen deel aan het Tan-ju programma en later, tijdens mijn studies, assisteerde ik de Tan-ju leiding.

Ik verhuisde naar Amsterdam om mode en textielontwerp te gaan studeren aan een Kunst Academie en huurde een kamer in een kleine sannyas wooncommune genaamd Osho Mevlana Commune. Ik genoot ervan om weer omringd te zijn door zo veel mensen met wie ik interesses deelde en waar ik mezelf kon zijn; het gaf me enig houvast en stabiliteit in een nieuwe stad. Ook kon ik altijd naar de meditatie ruimte gaan om bepaalde meditaties te doen of om gewoon uit te freaken en wild te dansen.

Mijn vriendinnen in de Academie waren ook erg open. Ik had het gevoel dat ze allemaal gemakkelijk konden meedoen aan bepaalde actieve Osho meditaties zonder te denken dat ze raar bezig waren. Mijn studies waren geweldig, de school staat erom bekend erg open te staan voor verschillende artistieke benaderingen en dit was precies goed voor mij omdat, hoewel ik van mode en kleding houd, ik niet houd van de mode-industrie.
Kleding is voor mij meer verbonden met de liefde voor het menselijk lichaam dan er enkel elegant uitzien. Kleding omhult ons lichaam, is communicatief en maakt het leven eenvoudig meer kleurrijk.

Ik wil graag dat mijn werk mensen verbindt. Mode schept vaak afstand en doet oordelen ontstaan: ‘je ziet er anders uit dan ik’, of: ‘ik ben modieuzer’, enz.
Een van mijn grote modeprojecten heet Justin. Ik was erin geïnteresseerd om een meer persoonlijke en vertrouwelijke werkvorm te laten ontstaan met een echt mens, iemand die vlakbij je zou kunnen leven. Justin is een vriend van mij die tegelijk met mij naar de Kunstacademie ging. Zijn lichaam past niet in de standaard kledingmaten en zijn manier van kleden zou niet als modieus beschouwd worden. Ik onderzocht de standaard maten en condities voor het modieus zijn en wilde graag dat Justin een nieuwe standaard zou worden. Ik observeerde, interviewde en tekende hem en schreef dingen op van hem, terwijl ik ook zijn maten vergeleek met de ideale maten van het lichaam. Als resultaat maakte ik de hele collectie gebaseerd op zijn maten. En de kleren waren ook ontworpen om verstelbaar te zijn en zodoende draagbaar door verschillende lichaamstypes.

Afgelopen jaar maakte ik een kleine collectie onder de naam: we zijn allen één. De grondgedachte was dat we allemaal hetzelfde zijn als we geboren worden; enkel in de loop van de tijd en door ervaring gaan we onze identiteit ontwikkelen. Op de zelfde wijze hebben alle kledingstukken als hun basisontwerp hetzelfde patroon, maar worden uniek door er details aan toe te voegen en speciaal vakmanschap te gebruiken.

Ik ga de richting in van duurzaamheid en eerlijke handel in de mode. In de toekomst wil ik ook graag meedoen in creatieve projecten met kinderen en teenagers om het nodige bewustzijn voor elkaar en voor de natuur wakker te maken. Als een ontwerper en sannyasin geloof ik in sociale en ecologische verantwoordelijkheid.

Ik wil graag werken vanuit een diepere betekenis en het goede in het leven ondersteunen. Mijn belangrijkste boodschap is dat we allemaal hetzelfde zijn en dat we allemaal prachtig zijn; precies wat Osho zei.

Hoewel ik weet dat een aantal sannyasin kinderen het gevoel hebben dat ze door hun ouders aan hun lot zijn overgelaten, kan ik zeggen dat ik dankbaar was dat ik in dit leven geboren ben. Luisteren naar een verhandeling van Osho vrolijkt me altijd op en maakt dat ik het leven weer speelser ga zien.

Het geweldige van het zijn van sannyasin en van creatief werken is het gevoel van vrijheid dat ik mezelf kan zijn en me kenbaar kan maken! Ik denk dat de boodschap van Osho mij vergezelde op het pad van mijn arbeid. Ik zou hoe dan ook op dit pad gekomen zijn, maar in mijn werk en in mijn leven zie ik Osho’s richtlijnen. En dat is fantastisch!.

Amsterdam/Berlijn, 26 september 2014
Laura Kunji Baerwald

Lijst