Nieuw

De schepping is zijn dans

Toespraken naar gezegden van Jezus uit het Thomas Evangelie

Jezus zei:
‘Ik ben het licht dat boven hen allen is,
ik ben het Al,
en het Al komt uit mij
en het Al komt tot mij.

Kloof een stuk hout
en ik ben daar;
licht een steen op
en je zult mij daar vinden.’

Jezus werd opgeleid in één van de oudste geheime scholen. Die van de Essenen. Het onderwijs van de Essenen is zuiver Vedanta. Daarom weten de christenen niets van wat er voor zijn dertigste jaar in het leven van Jezus gebeurde. Ze weten een klein beetje van zijn vroegste kinderjaren, en dan vanaf zijn dertigste tot zijn drieëndertigste jaar, toen hij werd gekruisigd. Ze weten een paar dingen, maar een verschijning als Jezus is niet iets toevalligs; het vraagt een lange voorbereiding, het kan er niet zo maar ineens zijn.

Jezus werd gedurende die dertig jaar aan één stuk door voorbereid. Eerst werd hij naar Egypte gezonden en daarna kwam hij naar India. In Egypte leerde hij een van de oudste tradities van geheime methoden, en daarna in India werd hij onderwezen in de leringen van Boeddha, de Veda’s, de Upanishads. En hij werd lange tijd voorbereid. Het idee alleen al dat hij voorbereid werd, onderwezen, geoefend, vinden de christenen niet prettig – het lijkt vernederend. Ze denken dat de zoon van God helemaal gereed komt. Maar niemand komt helemaal gereed. Als iemand helemaal gereed is kan hij niet komen.

‘Kloof een stuk hout
en ik ben daar;
licht een steen op
en je zult me daar vinden.’

Je kunt duizenden van dit soort uitspraken in de Upanishads vinden, in de Gita, bij Boeddha, maar je kunt geen enkele parallel in het Oude Testament vinden. Dus tot het vervullen van welke geschriften is hij gekomen? Deze uitspraak berust volkomen op de Vedanta, probeer dus eerst het standpunt van de Vedanta te begrijpen, dan kun je ook deze uitspraak begrijpen.
Jezus werd als jood geboren, hij leefde als jood, stierf als jood, maar dat alles alleen wat zijn lichaam betreft. Verder was Jezus een zuivere hindoe.

De joden zeggen: ‘God is de schepper en het heelal is geschapen en het geschapene kan nooit de schepper worden. De mens is het schepsel en God is de schepper. En die afstand kan nooit volkomen verdwijnen, de afstand blijft bestaan. Je kunt dichter bij God komen, maar je kunt nooit tot God worden.’ Dat is de grondslag van het joodse denken. En de mohammedanen leerden het weer van de joden.

Maar de Vedanta zegt: ‘God is de schepping, er bestaat geen afstand tussen God en de schepping. Hij heeft het heelal niet geschapen op de manier waarop een dichter een gedicht schept, de relatie is die van de danser tot de dans, ze blijven één: als de danser ophoudt, verdwijnt de dans; en als de dans verdwijnt is de danser geen danser meer. Het heelal is niet gescheiden, het is één. Het heelal werd niet in de tijd geschapen en afgemaakt, het wordt ieder moment geschapen; het wordt ieder moment geschapen want het is Gods eigen wezen. Zoals jij beweegt, zingt, bemint, zo schept God – ieder moment. Hij is bezig met scheppen. En de schepping is nooit gescheiden, het is zijn beweging, zijn dans.’

Uit Osho: Het Mosterdzaad #15
Bron: Osho Dancing Buddhas.

Image by Alexa from Pixabay.

Het Vaticaan overbodig

Toespraken naar gezegden van Jezus uit het Thomas Evangelie.

Jezus zegt:
‘Als je jezelf kent, zul je gekend worden
en zul je weten dat je de zonen bent van de levende vader.
Maar als je jezelf niet kent,
dan leef je in armoede en ben je armoede.’

Luister, het koninkrijk is binnen in je. Dan worden alle tempels overbodig, omdat je zelf de tempel bent. Dan bén je de kerk. Dan wordt het Vaticaan overbodig, dan is Rome een druk. Dan is er geen behoefte aan een Mekka en Medina, aan een Girnar en Kashi.
Jij bent de tempel, de levende tempel van God. Hij is binnen in je. Waarom zou je dan een priester, een bemiddelaar nodig hebben? Dan verliest dat hele beroep zijn betekenis.

Jezus ondergraaft de fundamenten van alle kerken, tempels, priesters en bemiddelaars. Hij zegt: ‘Hij is binnen in je.’
Maar hij zegt ook iets heel kostbaars en moois, hij zegt ook: ‘En hij is buiten je.’

Er zijn drie soorten van godsdienst; de ene zegt ‘God is buiten je.’ Mohammedanen zeggen met nadruk dat God buiten je is.
Dan is er een andere soort religie die zegt: ‘God is binnen in je.’ Jains en boeddhisten zeggen dat jij God bent, maar ze zeggen nooit dat God buiten je is, nee.
Jezus zegt: ‘God is binnen in je en buiten je.’ Dat is de belangrijkste synthese, de hoogst mogelijke synthese. Hij kiest geen uiterste.

Het ene uiterste zegt: ‘God is buiten je.’ Daarom keren Mohammedanen zich zo sterk tegen je als je zegt: ‘Ik ben God.’ Ze willen je doden omdat dat een van de ergste dingen is die je kunt zeggen; het is blasfemie. Ze denken dat het van gebrek aan respect getuigt als je beweert: ‘Ik ben God,’ want dat houdt in dat een schepsel, een geschapen ding, beweert: ‘Ik ben de schepper.’

De tegenpool wordt gevormd door de Jains. Ze zeggen dat God binnen in je is; je ziel is de hoogste God en er is geen andere God. Ze zijn in het andere uiterste vervallen, ze vereren geen enkele God; verering heeft voor hen zijn betekenis verloren, ze kunnen niet bidden. Tot wie zouden ze moeten bidden? En toch is het gebed zoiets prachtigs; maar het heeft zijn betekenis verloren.

Kijk eens naar een biddende Mohammedaan. Hij is mooi. Hij kan bidden omdat God er is. Als je een gebed wilt zien, kijk dan naar een biddende Mohammedaan; hij ziet er zo onschuldig uit, zo volkomen in overgave – maar toch is hij gevaarlijk. Want als jij beweert dat je God bent, zal hij je doden.
Jains kunnen niet bidden, ze kunnen niet aanbidden; voor hen zijn gebed en aanbidding eenvoudigweg verdwenen. Zij kunnen alleen maar mediteren. Meditatie is toegestaan omdat God binnen in je is; je hoeft niet anders te doen dan je ogen te sluiten en te mediteren.

Jezus komt tot de hoogste synthese. Hij spreekt hier één van de belangrijkste waarheden uit: God is binnen je en buiten je. Gebed is mogelijk, meditatie is ook mogelijk; je kunt in extase jubelen over wat buiten je is, je kunt in extase stil zijn om wat binnen in je is – hij is overal.

Uit Osho: Het mosterdzaad #13.
Bron: Osho Dancing Buddhas.

Image by Nimrod Oren from Pixabay

Nieuwe meditatieleiders opgeleid in Wajid

Ook dit jaar zijn er weer meditatieleiders opgeleid, dit keer door Satsavya Mertens.
Ze heeft de groep van 7 deelnemers ervaren als hele levendige, gemotiveerde mensen.
In het weekend leerden de deelnemers o.a. de actieve meditaties van Osho ervaren en zich verdiepen in onderwerpen als de rol van muziek, aarden, ontspannen communicatie en gebruik van apparatuur, de rol van de meditatiebegeleider, richtlijnen voor het begeleiden, omgaan met vragen over meditatie, het introduceren van meditaties aan beginners, presentatie en oefening met ondersteunende feedback.


Satsavya is in Pune opgeleid tot trainer van Osho Actieve Meditatie begeleiders en heeft de opleiding in Wajid van Garimo overgenomen die zich nu concentreert op haar werk voor Osho International Foundation.
Satsavya werd geassisteerd door haar dochter Bindia en de deelnemers werden goed verzorgd in Wajid met heerlijk vegetarisch eten van Mizza. Aan het eind van het weekend kregen de deelnemers allemaal een certificaat uitgereikt van Srajan Coppes van de Vrienden van Osho.


   

Heb je belangstelling om ook de opleiding te gaan doen? Stuur een mailtje naar info@vrienden-van-osho.nl.
Dan houden we je op de hoogte als er een nieuwe opleiding komt. Voor meer informatie, zie Osho Actieve Meditaties Begeleider Opleiding.

Van hoofd naar hart naar wezen

De mens kan vanuit drie centra functioneren:
een is het hoofd, een ander is het hart en het derde is de navel.

Functioneer je vanuit het hoofd, dan ga je meer en meer gedachtespinsels voortbrengen. Die zijn erg onwerkelijk, droomspul; ze beloven koeien met gouden horens, maar er komt niets uit. De mind is een grote zwendelaar! Maar hij beschikt over een geweldig vermogen om je te misleiden, omdat hij kan projecteren. Hij kan je geweldige droombeelden verschaffen, prachtige verlangens en hij houdt nimmer op te zeggen ‘Morgen gaat het gebeuren’ – en het gebeurt nooit! Niets gebeurt er ooit in het hoofd. Het hoofd is niet de plaats waar iets gaat gebeuren.

Het tweede centrum is het hart. Het is het centrum voor gevoelens – met het hart voelen wij. Nu ben je dichter bij huis; nog niet thuis, maar dichterbij. Als je voelt ben je werkelijker, er is meer vastigheid. Als je voelt is er een mogelijkheid dat er iets gebeurt. Met het hoofd is er geen enkele mogelijkheid; met het hart bestaat er een kleine mogelijkheid. Maar zelfs het hart is niet het echte. Het echte ligt dieper dan het hart, dat is de navel. Dat is het centrum van ons wezen.

Denken, voelen en zijn – dat zijn de drie centra. Voel meer, dan denk je minder. Vecht niet met het denken, omdat vechten met het denken weer andere gedachten schept, gedachten aan vechten. Dan wordt de mind nooit verslagen. Als je wint, is het de mind die gewonnen heeft; als je wordt verslagen ben jíj het die verslagen is. Hoe je het ook wendt of keert, jij wordt verslagen– vecht daarom nooit met gedachten, het is nutteloos.

Liever dan met de gedachten te vechten, moet je je energie naar het voelen overbrengen. Zing liever dan dat je denkt; beter lief te hebben dan te filosoferen; lees liever poëzie dan proza. Dans, kijk naar de natuur, en wat je ook doet, doe het vanuit je hart.

Als je bijvoorbeeld iemand aanraakt, raak de persoon dan aan vanuit je hart. Raak met gevoel aan; laat je wezen vibreren. Kijk je naar iemand, kijk dan niet alleen met ijskoude ogen. Stort je energie via je ogen uit en onmiddellijk zul je zien dat er iets in je hart gebeurt. Het is slechts een kwestie van proberen.

Het hart is het verwaarloosde centrum. Ga je er eenmaal aandacht aan besteden, dan begint het te functioneren. Als het begint te werken, gaat de energie die zich in de mind bewoog vanzelf door het hart stromen. En het hart ligt dichter bij het energiecentrum – het energiecentrum ligt in de navel – dus feitelijk is het zwaar werk om energie naar het hoofd te pompen.

Ga dus meer en meer voelen. Dit is de eerste stap. Heb je die eenmaal gezet, dan zal de tweede stap heel erg makkelijk zijn. Eerst liefhebben – dan is de weg al half afgelegd. En als het gemakkelijk is om van het hoofd naar het hart te gaan, is het nog gemakkelijker om van het hart naar de navel te gaan.

In de navel ben je eenvoudig een wezen, een zuiver zijn – geen voelen en geen denken. Je bent helemaal niet in beweging. Dat is het centrum van de cycloon. Al het andere is in beweging; het hoofd, het hart en het lichaam zijn in beweging. Alles is in beweging, alles is voortdurend aan het stromen. Alleen het centrum van je bestaan, het navelcentrum, is bewegingsloos; het is de naaf van het wiel.

Osho: Apotheek voor de ziel, p. 55-57.

Image by Gerd Altmann from Pixabay

Goedheid is een luxe

Toespraken naar gezegden van Jezus uit het Thomas Evangelie.

Jezus zei:
Het koninkrijk is gelijk een schaapherder
die honderd schapen had.

Een van hen verdwaalde, het grootste.
Hij liet de negen en negentig achter,
om dat ene te zoeken, tot hij het vond.

Nadat hij zich afgemat had,
zei hij tegen het schaap:
Ik heb je meer lief dan de negen en negentig.’


De goede herder, gebrandschilderd raam.

Een van hen verdwaalde – het grootste. Dat is altijd zo – degene die verdwaalt, is altijd de beste. Als je een vader bent van vijf kinderen zal je merken, dat alleen het beste zich tegen je zal proberen te verzetten en je zal verloochenen, alleen het beste zal zich doen gelden. De middelmatigen zullen je altijd toegeven, maar dat wat niet middelmatig is zal rebelleren, omdat de kwaliteit van zijn geest zelf opstandig is. Intelligentie is opstandig: hoe intelligenter, hoe opstandiger.

Kijk om je heen: mensen van wie je denkt dat ze goed zijn, zijn bijna altijd zwakkelingen. Hun goedheid komt niet voort uit hun kracht, maar uit hun zwakheid. Ze zijn goed omdat ze niet slecht durven te zijn. Maar wat is dat voor goedheid, die het gevolg is van zwakheid? Goedheid moet voortkomen uit overvloeiende kracht, alleen dan is ze goed, omdat ze dan leven bezit, overborrelend leven. Een mens die goed is omdat hij niet slecht kan zijn, is niet echt goed. Zodra hij sterker wordt, zal hij slecht worden; geef hem macht en de macht zal hem ogenblikkelijk corrupt maken.

Dat gebeurde in dit land. Gandhi had veel volgelingen, maar het lijkt erop dat het goed-zijn van zijn volgelingen was gebaseerd op zwakheid. Ze waren goed, zolang ze geen macht hadden, maar toen ze macht kregen, toen ze de regeerders van het land werden, maakte die macht hen direct corrupt.
Kan macht een krachtig mens corrupt maken? Nooit. Omdat hij al machtig is. Als macht hem corrupt kon maken, dan zou dat allang gebeurd zijn. Macht maakt je alleen corrupt als je zwak bent en je goedheid op zwakte berust.

Hoe kan goedheid voortkomen uit zwakheid? Want goedheid heeft een overvloeiende energie nodig.
Denk eraan, goedheid is een luxe. Heiligheid is een luxe – ze komen voort uit overvloed. Als er te veel energie is, zoveel dat je ervan overloopt, dan ga je haar delen. Dan exploiteer je niet, want er is geen reden voor. Dan geef je vanuit je hart, omdat je zoveel hebt dat je echt overladen bent. Je wilt graag delen en er afstand van doen, je wilt alles om je heen werpen en je hele leven geven als een geschenk.

Uit Osho: Het mosterdzaad #6
Bron: Osho Dancing Buddhas.

Image by falco from Pixabay

Bidden is dankbaarheid

Toespraken naar gezegden van Jezus uit het Thomas Evangelie.

Jezus zei:
‘Als je vast zal je een zonde begaan tegenover jezelf
en als je bidt, zal je veroordeeld worden…..’

Wat is gebed? We denken gewoonlijk dat bidden betekent: iets vragen, klagen: je hebt wensen en God kan helpen om ze te vervullen. Je bidden is bedelen, maar bidden kan nooit bedelen zijn; bidden kan alleen maar dankbaarheid zijn. Maar dat is een groot verschil: als je gaat om te bedelen, is het gebed geen doel, het is slechts middel.

  Franciscus van Assisi

Maar bidden kan nooit een middel zijn, net zomin als liefde. Liefde is een doel: je hebt lief; niet voor iets anders: liefde in zichzelf heeft een intrinsieke waarde – je hebt gewoon alleen maar lief. Het is zulk een zegen. Het is geen middel tot één of ander doel, het is het doel. En bidden is liefde – je bidt eenvoudig en geniet ervan, zonder iets te vragen, zonder te bedelen.

Bidden zelf, innerlijk, is zoiets moois, je voelt je zo extatisch en gelukkig, dat je gewoon gaat en het goddelijke dankt dat hij je heeft toegestaan te zijn, dat hij je toestond adem te halen, dat hij je toestond te zien – wat een kleuren! Hij stond je toe gewaar te zijn.
Je hebt het niet verdiend, het is een geschenk. Je gaat in diepe dankbaarheid naar de tempel, om je dank uit te spreken.

God loopt over van zijn liefde. Als je dit begrijpt, is er een hoedanigheid in je geboren: de hoedanigheid van dankbaarheid. Dan ga je eenvoudig naar hem toe om hem te danken, dan voel je alleen maar dankbaarheid. Dankbaarheid is gebed, en het is zo heerlijk om je dankbaar te voelen, daar valt niets mee te vergelijken.
Bidden is het toppunt van geluk, het kan geen middel worden tot een ander doel.

Uit Osho: Het mosterdzaad #5
Bron: Osho Dancing Buddhas.

Jezus is je oorspronkelijke gezicht

Toespraken naar gezegden van Jezus uit het Thomas Evangelie.

Jezus zei:
‘Wijdt van de morgen tot de avond
en van de avond tot de morgen
geen enkele gedachte
aan wat je aan zult trekken.’

Zijn discipelen zeiden:
‘Wanneer zult u aan ons geopenbaard worden
en wanneer zullen wij u zien?’

Jezus zei:
‘Als je je kleren uittrekt zonder schaamte,
als je je kleren neemt en ze onder je voeten legt,
zoals kleine kinderen doen en erop trapt –
dan zul je de zoon van de levende God aanschouwen,
en je zult niet vrezen.’

De mensen leven niet zoals ze zijn, maar zoals ze graag zouden willen zijn: niet met hun oorspronkelijke gezicht, maar met een geschilderd, vals gezicht. Dat is het hele probleem. Als je geboren wordt, heb je een eigen gezicht – niemand heeft het vernietigd, niemand heeft het veranderd, maar vroeg of laat begint de maatschappij aan je gezicht te werken. Die begint het oorspronkelijke gezicht, het natuurlijke, het gezicht waarmee je geboren bent, te verbergen, en dan worden je vele gezichten gegeven voor verschillende gelegenheden omdat één gezicht niet genoeg is.

Van ’s morgens tot ’s avonds, van ’s avonds tot ’s morgens gebruiken we duizenden gezichten. Als er een machtig man naar je toekomt, verander je het masker; als er een bedelaar naar je toekomt, gedraag je je anders. Voortdurend, van moment tot moment, verandert je gezicht.
Schenk aandacht aan je gezicht, de veranderingen hebben aanhoudend plaats. Kijk in de spiegel en denk aan de vele gezichten die je kunt trekken. Kijk in de spiegel en trek het gezicht, waarmee je je vrouw nadert; kijk naar het gezicht dat je trekt als je begerig bent, als je boos bent; trek het gezicht dat je hebt als je seksuele verlangens zijn opgewekt; trek het gezicht dat je hebt als je ontevreden, gefrustreerd bent – je zult tot de ontdekking komen dat je een menigte bent. En geen van al die gezichten ben jij.

In Zen was het één van de diepstgaande meditaties: het vinden van je oorspronkelijke gezicht, dat wat je had voor je naar deze wereld kwam – en dat wat je weer zult hebben als je deze wereld verlaat; want je kunt al die gezichten niet meenemen. Je moet die gezichten laten vallen; alleen dan kun je Jezus zien, omdat je Jezus hebt gezien als jij je oorspronkelijke gezicht ziet.


Rembrandt schilderde deze jonge Joodse man uit zijn buurt:
zo zou het hoofd van Christus eruit gezien kunnen hebben. Rembrandthuis.

Jezus is niets anders dan je oorspronkelijke gezicht, Boeddha is niets anders dan je oorspronkelijke gezicht. Als je alle valsheid achter laat en naakt bent – alleen je oorspronkelijke zelf, zonder enige verandering, wijziging – dan ben je Jezus, dan wordt Jezus geopenbaard in al zijn absolute glorie. En alleen gelijken kunnen elkaar kennen – je kunt Jezus alleen herkennen als je Jezus gelijk bent. Het licht kan het licht herkennen, het licht herkent het duister niet. En hoe zou het duister het licht kunnen herkennen?

Een van de oudste joodse uitspraken luidt, dat je God pas gaat zoeken als je hem gevonden hebt. Dat klinkt paradoxaal maar het is absoluut waar, want hoe zou je hem kunnen zoeken als je hem niet gevonden hebt, gevonden in je zelf, als je hem niet in jezelf hebt gerealiseerd?

Waarom hebben we verschillende gezichten? Waarom is het nodig en waarom zijn we bang om ze af te leggen?
Allereerst zou ik willen zeggen, dat je jezelf nooit werkelijk hebt liefgehad – anders zou het niet nodig zijn. Je haat jezelf, en als je jezelf haat, verberg je je gezicht. Hoe kun je je gezicht aan anderen onthullen als je jezelf haat? Je haat het zelf, je wilt het zelf niet zien, hoe zou je het dan aan anderen kunnen onthullen? Hoe komt het dat je jezelf haat? De hele conditionering van de maatschappij heeft die zelfhaat in je geschapen, een zelf-veroordeling, een schuld.

Meer: Osho: Het mosterdzaad #4
Bron: Osho Dancing Buddhas.

Ik zag dat ze allen dronken waren

Toespraken naar gezegden van Jezus uit het Thomas Evangelie.

Jezus zei:
Ik ben gaan staan midden in de wereld
en ik ben hun in het vlees verschenen.
Ik zag dat ze allen dronken waren,
en dat geen van hen dorstig was.

En mijn ziel was bedroefd om de zonen der mensen,
omdat hun hart blind is en zij niet zien
dat ze leeg in de wereld zijn gekomen,
en de wereld weer leeg willen verlaten.

Maar nu zijn ze dronken.
Als ze zich ontdaan hebben van hun wijn,
dan zullen ze berouw hebben.


Jan Steen: Het vrolijke huisgezin

Jezus, of Boeddha, of wie dan ook ontwaakt is, zullen je allen dronken aantreffen. Er zijn velerlei soorten dronkenschap, maar de dronkenschap is er. Je bent niet alert, je bent niet wakker, je denkt alleen maar dat je wakker en alert bent – je slaapt maar door, van je geboorte tot je dood.

Gurdjieff vertelde vaak het volgende verhaal: Er was eens een man die duizenden schapen bezat, en hij was altijd ongerust dat zijn schapen zouden verdwalen en ten offer zouden vallen aan wilde dieren. Daarom raadpleegde hij een wijze, die hem aanraadde waakhonden te houden. Dus had hij honderden honden om over de schapen te waken. Zij beletten de schapen weg te lopen, en als een van de schapen dat toch probeerde, dan doodden zij het.

Langzamerhand raakten ze zo verslaafd aan het doden dat ze de schapen begonnen te vermoorden. Daarom ging de man weer naar de wijze en zei: ‘Het is gevaarlijk, de beschermers zijn moordenaars geworden.’
En dat gebeurt altijd – kijk naar jullie politici: ze zijn de beschermers, maar zo gauw ze macht hebben, beginnen ze te doden.
Daarom zei de wijze: ‘Dan is er maar één oplossing, ik zal komen.’ En hij kwam en hij hypnotiseerde alle schapen en zei tot hen: ‘Je bent wakker, alert, volkomen vrij. Niemand is jullie eigenaar.’

En de schapen bleven in die gehypnotiseerde toestand, en ze wilden nergens heen. Ze wilden niet ontsnappen, omdat ze niet in een gevangenis zaten, en allen geloofden ze dat zij de eigenaars waren, meesters van zichzelf. Zelfs als er een schaap door de meester werd gedood, dachten ze, ‘dat was haar lot, niet het mijne. Niemand kan mij doden, ik heb een onsterfelijk zelf en ik ben volkomen vrij, ik hoef daarom niet te vluchten.’ De meester was gerust, omdat de schapen gehypnotiseerd waren.

Ze leefden in een soort halfslaap, en dat is de staat waarin jullie je bevindt – waarin Jezus je aantreft, waarin ik je aantref. Maar niemand heeft je gehypnotiseerd – het is zelfhypnose: je bent zowel de wijze man die de schapen hypnotiseerde, als het schaap dat werd gehypnotiseerd – je hebt jezelf gehypnotiseerd.
Er bestaat een bepaalde manier om je zelf te hypnotiseren: als je voortdurend hetzelfde denkt, zal je daardoor worden gehypnotiseerd; als je voortdurend naar hetzelfde kijkt, word je er door gehypnotiseerd; als je voortdurend over iets tobt, zal je er door gehypnotiseerd worden.

Uit Osho: Het mosterdzaad #3
Bron: Osho Dancing Buddhas.

Drie tegen twee en twee tegen drie

Toespraken naar gezegden van Jezus uit het Thomas Evangelie.

Jezus zei:
‘Want er zullen er vijf zijn in het huis:
drie zullen zich tegen twee keren en twee tegen drie;
de vader tegen
de zoon en de zoon tegen de vader;
en ze zullen alleenstaanden blijven.’

Het is ook in een andere betekenis waar, dat in een familie van vijf personen, er drie tegen twee en twee tegen drie zullen zijn; want altijd als een lid van een gezin religieus wordt, ontstaat er wrijving, want een religieus lid betekent het grootst mogelijke gevaar voor het gezin. Het gezin kan alles tolereren – behalve religie, want als je eenmaal religieus wordt, ben je niet langer vereenzelvigd met je lichaam.


Michelangelo: Het laatste oordeel, detail.

De familie kan wel tolereren dat je naar een prostituee gaat. Dat is oké, er is niets mis mee. Als je een alcoholist wordt, als je een dronkaard wordt, dat is oké, want je raakt steeds meer vereenzelvigd met je lichaam. Maar als je gaat mediteren, als je een sannyasin wordt, dan is het niet oké. Want dan raak je ontworteld. Dan heeft de familie geen macht meer over je.

Het gezin vormt de basis van de maatschappij. Als je je buiten de maatschappij wilt plaatsen, moet je je buiten je familie plaatsen, maar dat betekent niet dat je hen moet haten – daar gaat het niet om; en ook niet dat je je tegen hen keert – daarom gaat het evenmin. Dat gebeurt toch wel: als je op weg bent om je zelf te vinden, wordt alles wat daarvoor is uit elkaar gereten, er ontstaat een chaos. Ze zullen proberen je terug te trekken. Wat te doen?

Er zijn twee mogelijkheden: de ene is de oude weg, d.w.z. hen ontvluchten, hen geen enkele gelegenheid geven – maar ik geloof dat dat niet langer doelmatig is. De andere is bij hen blijven, maar als een acteur: maak het hen onmogelijk te weten dat je bezig bent je van hen te verwijderen. Beweeg! Wees een goed toneelspeler.
Een sannyasin moet een goed toneelspeler zijn. Diep van binnen ben je ontworteld, maar je geeft er niet het minste blijk van dat je ontworteld bent. Wat heeft het voor zin dat te doen blijken? Want dan zullen ze gaan proberen je te veranderen.

Dat zijn de twee manieren: de ene is die van Boeddha en Jezus, de andere is die van Janak en mij. Wees, waar je ook bent. Geef er geen uiterlijke demonstratie van dat je aan het veranderen bent en religieus aan het worden bent, want dat kan moeilijkheden veroorzaken en misschien ben je op dit moment daar nog niet sterk genoeg voor. Schep een innerlijk conflict, maar geen uiterlijk conflict. Het innerlijke conflict is al meer dan genoeg; het geeft je groei, de volwassenheid die je nodig hebt.

Uit Osho: Het mosterdzaad #2
Bron: Osho Dancing Buddhas.

Het mosterdzaad

Toespraken naar gezegden van Jezus uit het Thomas Evangelie.

De discipelen vragen waaraan het koninkrijk des hemels gelijk is: ‘Vertel het ons, vertel het ons in een gelijkenis, in een verhaal dat wij, kinderen, kunnen begrijpen. Zeg iets, zodat we er een flauwe indruk van krijgen.’
Jezus zei tot hen: ‘Het is als een mosterdzaad, kleiner dan alle andere zaden, maar als het in bewerkte aarde valt, dan ontstaat er een grote boom, die een schuilplaats wordt voor alle vogelen des hemels.’


Jezus gebruikt de vergelijking met het mosterdzaad heel vaak, om vele redenen, waarvan het feit dat het mosterdzaad het allerkleinste is, er één is. God is onzichtbaar, kleiner dan het allerkleinste, hoe moet je hem dan aanduiden? En het mosterdzaad is niet alleen het kleinste ding dat nog zichtbaar is, het heeft ook een heel mysterieuze eigenschap: als het groeit, wordt het de grootste van alle planten. God is het onzichtbare en het universum het meest zichtbare; het universum is de boom, de plant, en God is het zaad; God is wat niet gemanifesteerd is en het universum is het gemanifesteerde.

Als je een zaad doormidden breekt, vind je er geen boom in; je kunt het ontleden, maar je vindt er geen boom in verborgen. En je kunt zeggen dat er geen boom is en dat de mensen dwaas zijn die zeggen dat er een boom verborgen ligt in het zaad, als er helemaal niets is. Bepaalde dingen kun je slechts kennen in hun heelheid. Je kunt ze niet ontleden, omdat ze groter zijn dan de delen. Dat is het probleem – een fundamenteel probleem voor hen die op zoek zijn naar de waarheid. Waarheid is groter dan alle delen samen. Het is meer dan de som van alle delen, het is groter dan de delen samen.

Als je de gelijkenis van het mosterdzaad ontleedt, ontgaat het je. Als je religie ontleedt, ontgaat ze je; je kunt haar óf direct begrijpen zonder ontleding, óf je kunt haar helemaal niet begrijpen. Vertrouwen bewandelt maar één weg: je kunt de boom niet ontdekken in het zaad, maar je kunt heengaan en het zaad zaaien in de grond – en dat is wat een mens met vertrouwen zal doen. En dan plotseling op een goede dag, op een goede morgen, word je wakker en het zaad is tot iets nieuws geworden, er komen spruiten uit de aarde. Het zaad is een boom aan het worden.

Wat gebeurt er als een zaadje tot boom wordt? Het zaad moet sterven – alleen dan kan het een boom worden. God is gestorven in het universum; hij kan zich niet afzijdig houden, hij is erin, hij heeft zich erin verloren. Daarom kun je God niet vinden. Je kunt naar de Himalaya gaan, naar Mekka, of waarheen je maar wilt, maar nergens zal je hem vinden, omdat hij hier is, en overal!

Net zoals het zaad nu in de hele boom zit. Er is slechts één weg om God te vinden: je kunt hem alleen maar vinden als je hem hier vinden kunt, en nu, in ieder blad. Als het zaad sterft, is het universum geschapen; als het zaad sterft is de boom geschapen. Dat is het koninkrijk van God. En als je het ergens anders zoekt, zoek je tevergeefs. Als je het koninkrijk van God wilt onderzoeken, moet je worden gelijk een mosterdzaad en sterven; en dan plotseling is er de boom – jij bent er niet meer, God is er.

Hij zei tot hen: ‘Het is als een mosterdzaad, kleiner dan alle andere zaden, maar als het in bewerkte aarde valt, dan ontstaat er een grote boom, die een schuilplaats wordt voor alle vogelen des hemels.’

Er is goede aarde nodig. Je moet de goede grond vinden, goede aarde – en dat betekent het ‘leerling zijn’. Het is een training, leerling zijn is een training, het is leren om te worden tot bewerkte, goede aarde. Het zaad is er, maar de goede aarde moet worden gevonden. De boom zit binnen in je, de meester kan je alleen de goede aarde schenken. Hij kan je bewerken, hij kan het onkruid wieden, hij kan de aarde waardig maken om te ontvangen. Hij kan de aarde door bemesting vruchtbaarder maken – hij is een tuinier.

Je bevat alles, maar toch heb je een tuinier nodig; anders zal je het zaad zo maar ergens neerwerpen. En dan kan het op een betonnen weg vallen en daar sterven. Als je sterft, is er iemand nodig om je te beschermen. Kijk – als er een kind wordt geboren, heb je een vroedvrouw nodig. Het moment is immers heel delicaat. De meester is niets anders dan een vroedvrouw. Er is een meester nodig om je te beschermen, want de nieuwe spruit is heel teer, hulpeloos. Maar als je vertrouwen hebt, zal het zaad sterven. Het zaad kan de boom niet kennen, dat is het probleem. Het zaad zou er graag zeker van zijn dat het tot een boom wordt als het sterft. Maar hoe kan het zaad daar zeker van zijn?

Dat is het absurde van geloof. Geloven in dat wat ongelooflijk lijkt betekent werkelijk geloven. Het zaad sterft in diep vertrouwen en de boom wordt geboren. Maar er is een ‘bewerkte aarde’ nodig. De zin van het discipelschap is slechts het worden van bewerkte grond.

Uit Osho: Het Mosterdzaad #1
Bron: Osho Dancing Buddhas.