Nieuw

Alle zorgen en problemen

Osho heeft het over onze zorgen over triviale dingen.
Zie de uitzending op Osho TV: Isan, No Footprints in the Blue Sky #7.

Soseki schreef:
Alle zorgen en problemen
zijn van mijn borst af
en vreugdevol speel ik
ver van de wereld.
Voor een mens van Zen
bestaan er geen grenzen.
De blauwe hemel moet zich
beschaamd voelen om zo klein te zijn.

Alleen een man van Zen, alleen een verlicht mens kan dat zeggen.
‘De blauwe hemel moet zich beschaamd voelen om zo klein te zijn.’
Je bewustzijn wordt zo enorm groot, en in die ruimte, in dat oceanische, wat kunnen al die triviale dingen je nog schelen? En al je zorgen gaan om kleine dingen. Je hebt je nooit om iets groots zorgen gemaakt. Kijk maar naar je verleden, en je zult geen enkel ding tegenkomen waarvan je kan zeggen ‘het was fantastisch dat ik me daar zorgen over heb gemaakt’ – alleen maar kleine dingen.

Mulla Nasruddin was gewend om te kleine schoenen te kopen, één maat te klein. Hij was steeds aan het mopperen en klagen bij iedereen. ‘Ik ga nog eens dood van die schoenen!’ 

Mensen zeiden: ‘Waarom verander je ze niet?’ 

Toen hij de volgende keer bij de schoenenwinkel kwam voor nieuwe, vroeg hij weer om dezelfde maat.
De schoenmaker zei: ‘Ben je gek of zo? Die maat geeft je altijd problemen.’ 

Mulla Nasruddin zei: ‘Daar zit een grote filosofie achter. Ik heb zoveel problemen, die schoen houdt me bezig, ze maakt alle andere zorgen klein. Ik moet het klaarspelen om in deze schoenen te lopen. De enige manier die ik ken om andere zorgen te vermijden is het creëren van een grotere zorg. Het is zo simpel. En als ik avonds thuiskom en mij schoenen uitdoe… man, wat een opluchting! Deze schoen is mijn enige hoop om wat verlichting te vinden in het leven.’

Meer: Isan, No Footprints in the Blue Sky #7

Image by Hans from Pixabay.

Ontgrendel de innerlijke babbelbox

Als er een onafgebroken inwendige dialoog aan de gang is, moet dat een oorzaak binnenin hebben. Laat het liever zijn gang gaan dan dat je het in toom houdt. Door het toe te laten, verdwijnt het wel. Het wil je iets meedelen. Je mind wil met je praten. Het gaat om iets waar je niet naar geluisterd hebt, waar je niet om gaf, waarvoor je onverschillig bent geweest, en dat wil je wat vertellen. Alle kans dat jij je er niet van bewust bent wat het je wil vertellen, omdat je aldoor maar bezig was het te bevechten, denkend dat het gek was, en dat je probeerde het te stoppen of in iets anders om te zetten. Alle afleidingsmanoeuvres zijn een soort onderdrukking.

Doe alleen dit. Elke avond voor het slapen gaan ga je met je gezicht naar de muur gekeerd zitten, veertig minuten lang, en je begint te praten – praat hardop. Heb er plezier in en wees er helemaal bij. Als je ontdekt dat er twee stemmen zijn, praat dan van beide kanten. Geef de ene kant je steun, antwoord dan van de andere kant, en zie hoe je een mooie dialoog kunt laten ontstaan. Probeer niet te manipuleren, want je zegt het niet voor deze of gene. Als het een krankzinnige vertoning wordt, laat maar gebeuren. Doe geen moeite om er iets uit weg te kappen of censuur toe te passen, want anders gaat de hele clou verloren.

Doe dit minstens tien dagen en tijdens die veertig minuten moet je op geen enkele manier proberen er tegenin te gaan. Steek al je energie erin. Binnen tien dagen komt er iets boven water dat geprobeerd heeft je iets te vertellen, maar waar je geen gehoor aan hebt gegeven, of iets waarvan je je weliswaar bewust was, maar waar je niet naar wilde luisteren. Luister ernaar en daarmee is de kous af.

Begin met dit praten tegen de muur en geef je voor honderd procent. Doe geen licht aan of hoogstens heel gedimd licht. Als je af en toe behoefte voelt om te schreeuwen en woedend te worden tijdens je gepraat, word maar gerust furieus en schreeuw, want het gaat alleen dan diep als het met veel gevoel wordt gedaan. Als het niet meer is dan hersenwerk en je gaat door met het herhalen van woorden als een dode tape, heeft het geen nut en dan komt de waarheid niet bovendrijven.

Praat vol gevoel en met gebaren, alsof de ander aanwezig is. Na ongeveer vijfentwintig minuten kom je op temperatuur; de laatste vijftien minuten zijn geweldig mooi en je zult zien dat je ervan geniet. Na tien dagen ga je merken dat het innerlijke gepraat langzaamaan aan het verdwijnen is en je enkele dingen over jezelf bent gaan begrijpen die je nooit eerder begrepen had.

Osho: Apotheek voor de ziel, p. 60-62.

Image by Rhonda Morrissey from Pixabay.

Arhats en Bodhisattva’s

Osho heeft het over twee typen verlichten.
Zie de uitzending op Osho TV: Isan, No Footprints in the Blue Sky #6.

Dit is de gang van zaken bij het voorbereiden van een opvolger. Kyozan wordt de opvolger van Isan. Isan confronteert hem met de eventualiteiten die op zijn weg zullen liggen. Verlichting als zodanig is onvoldoende. Het louter verlicht zijn biedt je al het aangename dat er is, maar dit zal je afstompen. Je zult zwijgen, je zult je niet dienstbaar kunnen maken. Voorafgaand aan de verlichting moet de meester de mensen voorbereiden die hem gaan opvolgen om hen zijn soort kwaliteiten over te brengen, hen in staat te stellen het woordloze te verwoorden, het gehele stille in poëzie, het geheel bewegingloze in dans om te zetten. Slechts dan kan hij iets overbrengen en de blinde mensheid van dienst zijn.

   Guanyin Bodhisattva
Vanwege deze omstandigheden heeft Boeddha zijn verlichte mensen in twee typen onderverdeeld. Beide zijn van een realisering – de een is niet hoger dan de ander- beide behoren tot dezelfde ultieme waarheid, de diepste bestaansgrond. Maar hij heeft twee typen onderscheiden: het eerste type noemt hij de Arhats. De Arhats zijn zij die verlicht worden en verder zwijgen; en het tweede, de Bodhisattva’s. Zij worden ook verlicht, maar hun werk bestaat eruit iets over te brengen, een middel, een zinspeling, over hun ervaring aan mensen.

Arhats behoren tot het Hinayana, het kleine voertuig bestemd voor een persoon op zijn reis naar de andere kant. Uiteraard bereikt hij zijn bestemming. En Bodhisattva’s behoren tot Mahayana, een groot voertuig waarin duizenden de andere kant kunnen bereiken. Het is dezelfde andere kant, maar de Bodhisattva helpt velen. De Arhat kan zijn realisatie niet overbrengen; hij is een eenvoudig, vriendelijk, onderdanig mens, maar zwijgt in alle talen over zijn realisatie. Hij is niet bij machte iets over te dragen. Hij is volkomen tevreden, waarom erover spreken? Uiteindelijk moet een ieder zijn eigen weg vinden, dus waarom een ander met jouw weg lastig vallen? De Arhat heeft zijn eigen visie.

Boeddha wisselde van gedachten met de Arhats en de Bodhisattva’s, omdat beide type mensen tijdens zijn leven verlicht werden. Het was een doorlopend conflict. Arhats hebben hun eigen visie; je kunt het niet ontkennen dat een ieder zijn eigen weg dient te vinden, daarom is het onnodig hem iets bij te brengen. Dit kan een obstakel voor hem worden. Al de geschriften zijn obstakels geworden. Er is geen Arhat die een geschrift achter heeft gelaten. Hij beweegt zelfs geen vinger om naar de maan te wijzen, omdat het gevaar bestaat dat men aan deze vinger gaat hechten, in de veronderstelling dat hij de maan is. Hij zwijgt in alle talen. Veronderstel niet dat hij geen mededogen bezit; ook mededogen uit zich op vele manieren.
Zijn mededogen is dat hij zich niet met je leven bemoeit en heeft vertrouwen dat het bestaan je de weg wijst; zo niet vandaag, dan toch morgen. Zo niet morgen, dan toch in een volgend leven. De eeuwigheid is beschikbaar, waarom dan die haast? ‘En als iemand voldoende intelligent is kan hij mijn voertuigje naar de andere kant zien bewegen. Als hint is dat voldoende. Als hij dit niet begrijpt, begrijpt hij niets.’

Aldus erkende Boeddha uiteindelijk wee typen van dezelfde klasse, zonder een verschil aan te brengen tussen lager of hoger. ‘Arhats,’ zei hij, ‘ga in stilte jullie weg.’
En tot de Bodhisattva’s, die de poging konden wagen, zei hij: ‘Wat kan het voor kwaad? Jullie hebben je gerealiseerd en het niet kwijtraken -dit is onmogelijk- dus wat schaadt het om te proberen mensen te prikkelen en uit te dagen, een dringende noodzaak en dorst in hen wakker te roepen? Je kunt het bij duizenden proberen en misschien is er één gereed, maar zelfs dit is enorm vergeleken bij de onwetende mensheid. In de meest donkere nacht zelfs een brandend kaarsje…. Het licht en de pracht ervan is enorm, omdat het anderen erop kan wijzen hun licht op zoeken; waarom in duisternis leven?’

Bodhisattva’s die zich in de massa’s begeven zijn als lichtbakens, vol vreugde, vol dans en gratie. Zijn zullen een dringende noodzaak wakker roepen, een diep onderdrukte honger en begeerte naar de uiteindelijke waarheid.

Meer: Isan- No Footprints in the Blue Sky #6

Guanyin is de Chinese interpretatie van de bodhisattva Avalokiteśvara (de godin van troost en genade). Daarnaast wordt ze in het taoïsme gezien als een onsterfelijke. Wikipedia.

Image by JOHNNY CUI from Pixabay.

Monopolie over de waarheid

Osho heeft het over godsdiensten die een monopolie over de waarheid claimen.
Zie de uitzending op Osho TV: Isan, No Footprints in the Blue Sky #7

Er bestonden rivaliserende Zen kloosters. Het begon op de dag dat Boeddha stierf: er ontstonden direct tweeëndertig scholen, en elk van die tweeëndertig scholen vertelde een wezenlijke waarheid -maar het was een incomplete waarheid. Misschien is het in taal wel onmogelijk om de hele waarheid te zeggen.
Het heeft zoveel facetten, jij kunt alleen maar één facet omvatten – het is zo alles omvattend, alles omhullend dat je vergeet dat dit niet de hele waarheid is; je hebt er alleen maar een hoekje van geraakt. Na Gautama Boeddha’s dood was het eerste waar de monniken mee bezig waren om alle incidenten, verhalen en vergelijkingen te verzamelen voor toekomstige generaties, maar ze konden het onderling niet eens worden.

Het uiteindelijke resultaat was tweeëndertig scholen, met vertakkingen en ondervertakkingen… En boeddhisme werd een grote boom met veel gebladerte. Dus denk niet dat rivaliserende kloosters vijanden van elkaar waren. Het woord ‘rivaal’ zal je een verkeerde indruk geven. ‘Rivaliserende kloosters’ wil alleen maar zeggen, dit is de manier die wij hebben gevonden om de waarheid te vinden. Ze zeggen niet dat jouw manier goed of slecht is; ze zeggen helemaal niets over jouw weg. En het was een fantastische leermethode: meesters stuurden zelfs hun discipelen naar rivaliserende meesters, alleen maar, zodat je weet dat de waarheid ook andere aspecten heeft: ‘Ik bezit niet het monopolie erover.’


Dit is een hele andere poging vol mededogen. Normaal gesproken zal geen christen ter wereld discipelen sturen om van een mohammedaan, soefi, of boeddhistische monnik iets te leren. Men gaat er al van uit dat ‘wij de waarheid bezitten’. Als iemand anders verklaart de waarheid te bezitten, dan heeft hij ongelijk. Het christendom, en het hindoeïsme, de islam en het jodendom zijn erg diep gevallen. Je kunt het wel uiten, maar je kunt geen monopolie over de waarheid claimen, en iedereen claimt die monopolie. 
De christen kan accepteren dat Boeddha de waarheid misschien wel heeft gerealiseerd, maar ‘onze manier is veel beter, veel korter’. Hij staat het alleen maar toe, omdat hij in de wereld wil coëxisteren. Coëxistentie accepteert de rivaal, maar laat niet toe dat deze rivaal dezelfde superioriteit heeft die hij in zijn hart blijft dragen: anderen zijn ook goed, maar niet zo goed.

Van het begin af aan heeft Zen een verschillende benadering gehad, meer humaan, existentieel, en waarheidsgetrouw. Zen wil niet dat de waarheid aan zichzelf moet aanpassen; het wil zichzelf aanpassen aan de waarheid. De man van zen is klaar om alles te geven, al zijn voorwaarden, zijn geschriften, hij is bereid om al zijn heilige beelden te laten vallen.
En hij is zich er van bewust dat de waarheid zo iets groots is, dat niemand de totaliteit ervan kan claimen.

Meer: Isan, No Footprints in the Blue Sky #7

Image by Duc Tinh Ngo from Pixabay.

De boeddha die naar buiten wil komen

Osho heeft het in de toespraak van deze week over de boeddha in ons die naar buiten wil komen. Zie de uitzending op Osho TV: Isan, No Footprints in the Blue Sky #6

Sozeki schreef:

Een paar witte wolkje drijven langs de ingang van de grot,
zonder mijn dharmavriend te hinderen
wanneer hij aan mijn deur klopt.
Ik weet geen manier
om mijn niets doen te verbergen,
dag in dag uit.
Hand in hand gaan we
heen en terug, heen en terug.

Een bijzonder geheimzinnige uitspraak, maar een heel eenvoudige. Eenvoud is soms geheimzinniger dan ingewikkeld. Een paar witte wolkjes… Stel het je voor, omdat zen gedichten er niet zijn om te lezen, maar om te aanschouwen. Stel je een grot voor: Een paar witte wolkjes drijven langs de ingang van de grot, zonder mijn dharmavriend te hinderen. Wie is de dharmavriend? We noemen hem de boeddha. Deze witte wolken kunnen mijn boeddha niet hinderen wanneer hij aan mijn deur klopt. Ik weet geen manier om mijn niets doen te verbergen, dag in dag uit.


Hij zegt dat deze wolken mijn boeddha-zijn niet tegen kunnen houden. De klop komt niet van buiten; de klop die van binnen komt heb je niet gehoord. De boeddha wil naar buiten komen. Het is nu genoeg geweest. Hij heeft een verborgen bestaan van vele levens geleid in de kern van je wezen. Er komt een dag dat hij ook de zonsopgang en -ondergang, de sterrenhemel en al de prachtige bloemen wil zien. Uiteindelijk hoort hij die mediteert de klop van binnen. Je bent alleen bekend met de klop die van buiten komt, maar eens, midden in de nacht, klopt iemand van binnen.
Het is een hele vreemde ervaring. Wees niet bang, het is je dharmavriend. Het is de kern van je wezen die zegt: ‘Nu ben je gereed, open de deuren, laat me naar buiten komen. In je bezigheden, je gebaren, je woorden, je stiltes- laat mij het nu overnemen.’

Soseki zegt:’Niemand kan mijn dharmavriend tegenhouden als hij aan mijn deur klopt.’ Soseki is natuurlijk bezorgd: ‘Wat zal hij denken?’ Omdat ik geen manier weet om mijn niets-doen te verbergen, dag in dag uit; ik ga gewoon door met niets-doen. Hij piekert: ‘Wat zal Boeddha ervan vinden? Wat is dat voor een waardeloze lanterfant, die niets doet, dag in, dag uit…?’ Maar uiteindelijk gaan we hand in hand, heen en terug, van het innerlijk naar de periferie, van de periferie naar het innerlijk. Langzamerhand worden jij en de boeddha één, er zijn geen twee wezens.

Wanneer je stiller wordt, weerlozer, kwetsbaarder, als je jezelf geheel openstelt, zijn deze twee handen van jezelf. Dan begint een nieuwe dans, een waarvan de schoonheid onbeschrijflijk is. Dan begint er een dronkenschap die niet van deze wereld is. Je kunt hem alleen maar goddelijke wijn noemen; zo hebben de Soefi’s hem omschreven.

Meer: Isan, No Foorprints in the Blue Sky #6

Image by Ben Kerckx from Pixabay.

De mechanische mensheid

Osho heeft het in de toespraak van deze week over het doen-loze gewaar zijn van Zen tegenover ons doelgerichte mechanische bewustzijn. 
Zie de uitzending op Osho TV:
Isan, No Footprints in the Blue Sky #6


We denken allen dat we gewaar zijn: ‘Dit behoort tot ons niet gewaar zijn. We zijn slechts doelmatig gewaar.’ We hebben geleerd hoe te functioneren, hoe naar bed te gaan, ’s morgens vroeg op te staan, naar ons werk te gaan. Alles is geleerd. Zelfs een robot kan dit doen. Jij bent niet nodig. En dit is precies wat de mens is overkomen. Het is een mechanische mensheid. Je hebt al het noodzakelijke geleerd en het aan je robotpsyche overgegeven, die ter wille van jou functioneert. En terwijl jij de taken aan je psyche delegeert ben jij zelf in slaap gevallen.

Het werk van de boeddha’s bestaat eruit je gewaar zijn naar boven te brengen en je een helder inzicht te geven in het onderscheid tussen doelmatig bewustzijn en zuiver bewustzijn wat zonder doelstelling is, dat slechts een spiegel is. De spiegel is functieloos; hij heeft zijn nut, maar zelfs wanneer je in de spiegel kijkt doet hij niets. De weerspiegeling is spontaan. Zelfs als je de reflectie niet wilt reflecteert hij toch en qua spiegel heeft hij jouw aanwezigheid niet nodig.

Zen verduidelijkt dit als volgt: De volle maan schijnt op het meer. Noch de volle maan wenst gereflecteerd te worden, maar hij wordt weerspiegeld, noch het meer wenst hem te reflecteren, maar het weerspiegelt hem. Beiden zijn in het geheel niet actief betrokken bij deze weerspiegeling. Beiden zijn slechts zichzelf en de weerspiegeling voltrekt zich vanzelf. Je regelt je zaken en slechts in dit proces kun je het doelmatig bewustzijn van het zuiver bewustzijn scheiden.

Als je loopt, weet je dan dat je loopt? Wanneer je stil bent, ben je je dan van die stilte gewaar? Als je eet is er dan enig gewaar zijn als toeschouwer, dat dit proces gadeslaat? Dat gewaar zijn is de ultieme verlichting. Het heeft geen functie, geen bruikbaarheid, het is geen middel naar een of ander doel. Het is volkomen in zichzelf. Het is een voldaan zijn, een dergelijk diep tevreden zijn met zichzelf en de kosmos, zo’n krachtige onthechting dat je niets hoeft te doen. Het gewoon zijn gaat uit boven wat je je kunt voorstellen, de vreugde van het gewoon zijn, de gelukzaligheid ervan.

Ik kom dagelijks langs Mukta’s vijver, en die twee zwanen vermaken zich vierentwintig uur per dag, terwijl ze niets doen. En ze zien er zo waardig uit, zo volkomen tevreden… ze tonen geen spoor van begeerte of ambitie, van status of geslaagd zijn. Dit alles is stompzinnig. Ze genieten van elk moment door gewoon in de vijver te zijn. Een bewustzijn is gewoon zoals Basho het zegt:

  Stil zitten, niets doen,
  de lente komt
   en het gras groeit vanzelf.

Wat hij bedoelt is: ‘Wat mij betreft, ik doe niets en begeer niets. De lente komt vanzelf, zonder uitnodiging. Het gras begint te groeien zonder mijn bemoeienis. Ik ben alleen maar  een getuige, terwijl ik stil zit niets te doen.’
Dit doen-loze gewaarzijn, dat in de wereld geen functie heeft, maar dat gewoon gelukzaligheid is, extatisch, een dronkenschap volkomen gecentreerd in het huidige moment, dat is waar de boeddha’s het over hebben: je bewust te maken dat er iets in je verscholen gaat.

Maar omdat het niet gebruikt kan worden, heb je er geen interesse voor. De wereld is op doelmatigheid ingericht en je bewustzijn dient geen doel. Je kunt er niets mee verdienen, je kunt het niet verkopen, je kunt er niets mee doen. Het is geen energie om iets mee te doen. Het is gewoon zijn, een energie die is, die als een berg staat, in stilte eeuwenlang.
In deze vertelling probeert Isan zijn discipel Kyozan bewust te maken van deze doen-loze, inspanningsloze toestand van je bestaan. En dit is de grootste schoonheid en de hoogste waarheid. Er is niets wat er bovenuit gaat.

Meer: Isan, No Foorprints in the Blue Sky #6

Image by Pete Linforth from Pixabay.

Geschokt door Osho’s wijsheid: Joe Rogan

Joe Rogan kwam via de Netflix-documentaireserie Wild Wild Country in aanraking met Osho, de provocerende Indiase mysticus. Gefascineerd door het bizarre verhaal van de Rajneesh-beweging, ging Rogan op onderzoek uit en ontdekte hij Osho’s diepgaande inzichten in boeken als The Art of Living and Dying.

Deze video onderzoekt hoe Rogan, een niet-aflatende zoeker naar de waarheid, zich verbonden voelde met Osho’s radicale filosofie – een onverschrokken ontleding van de menselijke geest, waarin wetenschap, spiritualiteit en kosmische humor samenkomen. Van Osho’s afwijzing van dogma’s tot zijn visie op een nieuwe mensheid: we duiken in de ideeën die Rogan zo fascineerden en die wereldwijd nog steeds weerklank vinden.

Joseph James Rogan (Newark, New Jersey, 11 augustus 1967) is een Amerikaans stand-upcomedian, vechtsporter en -commentator, podcast gastheer en voormalig acteur en televisiepresentator.

Rogan is nogal omstreden. Hij is niet makkelijk te categoriseren als ‘links’ of ‘rechts’ of democraat of republikein. Hij is voor recht op abortus, homohuwelijk, legalisatie van softdrugs, maar bijvoorbeeld kritisch op genderbevestigende zorg of transrechten in sport. Rogan is kritisch op woke cultuur. Tijdens de corona pandemie was hij kritisch op de vaccins en het lockdown beleid. Hij was kritisch op Joe Biden. Aanvankelijk had hij veel respect voor Justin Trudeau, maar sinds de coronapandemie en erna vond hij diens koers onbegrijpelijk.

Rogan maakte vlak voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen 2024 bekend op X dat hij de Republikeinse kandidaat Donald Trump steunde die hij eerder in zijn podcast te gast had. Neil Young eiste in 2022 dat Spotify zijn muziek verwijdert vanwege verkeerde informatie over vaccins door Joe Rogan. 
Wikipedia.

Online meditatie op de zaterdagen

Prema attendeert ons op de mogelijkheid om online via Zoom elke zaterdag met deelnemers uit de hele wereld mee te doen met een meditatie. De uitzendingen gaan uit van Osho Information Centre Philosia.

Elke zaterdag om CET tijd (dit is o.a. de Nederlandse tijd) om 13 uur (in de winters om 12 uur). De meditatie begint met muziek afgewisseld met stilte. Vervolgens is er (vaak een deel van) een Osho lezing.
Gedurende de meditatie zetten de meeste mensen hun eigen beeld uit en zetten hem na de meditatie weer aan. Je kunt elkaar dan zien en als je wilt (en als hier tijd voor is). wat zeggen.

Ongeveer één keer per maand wordt er een uur eerder een sessie gegeven met aansluitend de meditatie. Je hoeft niet aan de sessie deel te nemen. Aankondiging van de sessie wordt een week  tevoren gegeven. Ook via Messenger. De laatste tijd worden de sessies gegeven door Aneesha Gramm (live) of Devageet (via CD).

Als je nog niet bekend bent met Zoom, dan kun je je éénmalig registeren:
1 je gaat naar https://zoom.nl/
2 je ziet rechtsboven in het rood ‘registreren’. Hier klik je op.
3 je krijgt nu een registratieformulier te zien wat je kunt invullen De rest wijst zich vanzelf.
4 Je hebt nu een zoom-app.

Om binnen  komen bij de meditaties op de zaterdagen:
1 open Zoom
2 klik op ‘Home’
3 klik op ‘deelnemen’
4 type de meeting ID in, deze is: 886 3368 3035 (mogelijk zonder spaties)
5 passcode is osho (geen hoofdletter(s)).

In totaal moet je 2 keer op ‘deelnemen’ klikken, anders krijg je weer een registratieformulier. Je bent nu in de meeting. Meestal zie je nu een foto van Osho (als je niet al te vroeg bent). Ongeveer 5 minuten van te voren zie je Mahi Saori die het geheel begeleidt.

Enjoy en tot daar. 
Prema           

Osho’s vader – Devateerth Bharti

Tijdens een zeldzaam interview in de jaren zeventig vertelt Osho’s vader aan Sarjano over de kindertijd van ‘kleine Mohan’ en hoe hij sannyas nam.


Osho’s ouders, Devateerth en Saraswati


Devateerth Bharti heeft het onschuldige en strenge gezicht van een mediterrane boer. Als hij onschuldig is, lijkt hij op een vroegrijpe Napolitaanse jongen, en als hij streng is, lijkt hij op een Byzantijnse icoon.
Hij staat elke ochtend om vier uur op en mediteert in afzondering en stilte tot zeven uur. Om zich voort te bewegen leunt hij op een wandelstok, ook al lijkt zijn lichaam nog erg licht, als dat van een jongeman.
 Soms verbeeld ik me dat het gewicht dat hij draagt en dat hem dwingt een wandelstok te gebruiken, de last is van het hebben van zo’n zoon!

Het mysterie van zijn relatie met zijn zoon heeft me altijd heel erg verbaasd, omdat hij er nooit over praat, hij beroept zich er niet op en heeft ook nooit speciale rechten opgeëist. Elke ochtend verschijnt hij samen met zijn vrouw en zonen bij de toespraak van de Meester, waar hij altijd in de buurt van de vijftiende rij zit, nooit dichtbij, nooit ver weg, en daar volkomen stil zit, zonder ooit van uitdrukking te veranderen, hooguit buigt hij even zijn hoofd, totdat de Meester ophoudt met spreken.
Er is iets afstandelijks en tragisch in zijn namaste naar zijn zoon wanneer hij aan het einde van de toespraak vertrekt; hij staat langzaam op en keert terug naar Francis House, waar hij samen met heel zijn familie woont.

De familie, die bestaat uit neven, nichten, achterneven en -nichten en allerlei andere familieleden, vormt een kleine, kleurrijke stam binnen de ashram. Ze hebben hun eigen keuken, waar voortdurend de geur van chai vermengd met de geur van chapati’s vandaan komt, waardoor de plek lijkt op een oud, landelijk eiland te midden van de kosmopolitische en technologische trend van de commune.
Zijn leven verloopt dan ook op een patriarchale en landelijke manier: de hoofdplaats aan de eettafel is voor hem, en hij heeft het eerste woord, ook al maakt hij nooit gebruik van dit voorrecht; als hij echt iemand iets moet antwoorden, beperkt hij zich vaak tot een glimlach of een stille blik.

Elke middag, net voor zonsondergang, maakt hij een lange wandeling tussen de bomen van Koregaon Park, meestal in gezelschap van enkele familieleden. Net als al het andere verloopt ook deze wandeling in volledige stilte, en wanneer ze Indiase sannyasins tegenkomen, begroet hij hen met een stil namaste, terwijl de meeste van deze mensen zich nederig buigen om zijn voeten aan te raken, een eerbetoon dat hij onbewogen ontvangt, alsof al deze uitingen niet specifiek aan hem gericht zijn.

Meer: Osho’s vader

Copyright © 2010 Swami Svatantra Sarjano voor Osho News.

Leven in de ashram: Laxmi en Deeksha

In zijn memoires beschrijft Ojas de ashram van Osho in de tijd van Poona 1, eind jaren 70. Een passage hieruit gaat over Laxmi, de Indiase secretaresse van Osho en Deeksha, het Italiaanse hoofd van de keuken waar Ojas lang heeft gewerkt.


Een van de rolmodellen in deze ashram was Ma Yoga Laxmi. Zij was sinds 1965 door de Jains – de oude Indiase religiewaarin Bhagwan was geboren — aan hem als secretaresse
toevertrouwd. Zij stond aan het hoofd van de interne organisatie en bepaalde ook het gezicht naar buiten. Het was een opgeruimde, heldere, humane vrouw die de groeiende ashram op een perfecte manier leidde. Eens had zij, in een energie-retraite met Bhagwan, een spirituele doorbraak gehad en sindsdien sprak zij nooit meer over ‘ik’ maar zei altijd: ‘Laxmi vraagt je… ’ of ‘ Laxmi zou graag…’ Die paar maal dat ik met haar in de Main Office contact had, was ik onder de indruk geraakt van haar totale YES naar Bhagwan. Nooit een krimp van wantrouwen. Maar ook nooit dromend. Altijd aanwezig, scherp en helder. En tegelijk vol humor en liefde.

In gesprekken met Laxmi kwam soms tot uiting dat er donkere wolken boven de Shree Rajneesh Ashram hingen. Het was niet gemakkelijk overal vergunning voor te krijgen, of voldoende geld voor de plannen. Buiten de ashram was er veel weerstand en er was veel behendigheid voor nodig om daar goed mee om te gaan. Wij als werkers gingen daarin voortdurend mee, als een zwerm vogels die vliegend in de lucht boven de huizen van links naar rechts zwenkt.


Dat beangstigde mij soms en dan vroeg ik me af of er op een gegeven moment zoveel groepsdruk zou kunnen komen dat van mij dingen gevraagd werden die ik ethisch niet meer zou kunnen verantwoorden. Zou Laxmi of haar assistenten Sheela of Arup me zoiets kunnen vragen? In een hypothetisch geval zou dat kunnen. Maar over mijn antwoord daarop hoefde ik niet bang voor te zijn. Uit ervaring wist ik dat ik daar met een duidelijk ‘nee’ zou komen, ook al zou er grote groepsdruk zijn of zou ik er misschien uitgegooid worden. Dat had ik in het verleden ook zo gedaan en er was geen reden aan te nemen dat ik nu anders zou reageren.

Iets anders was of ik iets zou doen wat mijn gezondheid zou kunnen schaden? Ik wist dat er sannyasins waren die hier geen ‘nee’ zouden zeggen omdat ze meenden dat Bhagwan het via haar vroeg. Maar dit was voor mij ‘not done’. Ik wilde geen martelaar worden van ongezonde eisen. Als er iets van mij gevraagd zou worden wat ongezond was, zou ik ook nee zeggen. Bhagwan had me geleerd goed te luisteren naar mijn lichaam. Vaak had hij gezegd: ‘A sannyasin is one who trusts in his organism, and that trust helps him to relax into his being, and helps him to relax into the totality of existence. It brings a general acceptance of oneself and others. It gives a kind of rootedness, centering.’

Een paar weken later kon ik hierop terugvallen toen ik in een kritieke toestand terecht kwam in de keuken. Deeksha had me daar al enige malen opdracht gegeven om hele zware potten te verplaatsen. Ik had haar ook al herhaaldelijk gezegd dat ik dit niet kon doen, omdat ik dan een te groot risico liep op een netvliesbreuk. De interne druk op mijn toch al zwakke ogen zou dan te groot worden. Dat was me vroeger al eens overkomen en de arts van de ashram had me dan ook ten sterkste ontraden te zware potten te tillen. Daarover had hij zelfs een brief geschreven aan Deeksha, die deze brief onzin vond en verscheurd had.

Nu gaf Deeksha in die tijd al vaker rare opdrachten en dat was al een paar keer tot hevige ruzies aanleiding geweest, een paar keer zelfs tot handgemeen. Deeksha had daarom een lijfwacht gevraagd en gekregen. En Ma Arup, een van de assistentes van Ma Yoga Laxmi, was daarna in de keuken gekomen met de boodschap: ‘Ieder die Deeksha nog een keer aanraakt, moet weg uit de ashram.’
Dat creëerde een gestresste situatie.

De volgende morgen vroeg, vlak vóór de ochtendlezing, kwam Deeksha met haar bodyguards op mij afstappen en sommeerde me opnieuw om een zware pot vol thee op te tillen en te verplaatsen. Ik weigerde. Toen kwam het tot een handgemeen, heftig en hard. Haar bodyguards voerden me af naar de bijkeuken en lieten me daar liggen. Daarna kwam Deeksha. Ze heeft met me gepraat en haar excuses aangeboden. Die accepteerde ik, maar zei dat ik me zorgen maakte over mijn ogen en me ziek voelde. Ik mocht naar mijn kamer en toen kwamen er de hele dag cadeautjes. Ieder uur, soms om de tien minuten, kwam er een lieve ma met koekjes, thee, lekker eten en drinken.

Tot iemand me zei dat de hele situatie aan Bhagwan was voorgelegd. Ik moest nu maar wachten op zijn antwoord. Alles zou mogelijk zijn, ook dat ik uit de ashram gegooid zou worden. Maar dat gebeurde niet. Na een paar uur kwam zijn antwoord al: een paar dagen uitrusten en dan… weer terug naar de keuken. Dat heb ik daarna met trillende knieën gedaan. Tot na enkele weken alles weer genormaliseerd was. Een mens kan veel hebben.

Met Deeksha heb ik veel avonturen beleefd. Ook veel geleerd. Want, hoe zij soms ook tekeer kon gaan, zij had een goed hart en heeft tot juni 1981, toen Bhagwan naar Amerika uitweek, gezorgd dat de duizenden bezoekers dagelijks hun thee, ontbijt, lunch en dinner kregen. En als er aan de financiën iets te kort kwam, betaalde zij dat bij uit eigen zak.

En Bhagwan? Die greep herhaaldelijk in bij de Departementen, als er iets mis ging. Vaak op verrassende wijze. Heel origineel vaak, getuigend van immense mensenkennis. Dat gebeurde dan vaak in de darshans. Soms waren die heel intens, als er een ongeluk was gebeurd of ergens iets helemaal mis was gegaan. Maar ook als er structurele vernieuwing moest worden ingevoerd. En die waren aan de orde van de dag, want er moesten voortdurend aanpassingen worden verricht om de steeds groter worden toeloop van bezoekers en discipelen aan te kunnen.

Ojas: Kan een gekooide vogel zingen?
Overgave aan de Meester III, het weerbarstige leven van alledag. p. 86-91.