Ojas

Witnessing is the key of my sannyas,
the master key

Swami Deva Ojas
(Goddelijke Energie)

Geboren in 1937 te Waalwijk
Ontving sannyas in 1977

Toen ik Osho voor het eerst ontmoette – of toen de Meester mij vond, dat maakt weinig verschil – was ik geen onbeschreven blad meer. Al veertig jaar had ik op deze aardbol rondgelopen en verschillende gedaanteveranderingen ondergaan. Maar mijn fundamentele levensvragen waren dezelfde gebleven en niet beantwoord.

Omdat ik een oplossing zocht voor de pijn en het lijden in deze wereld – de tweede wereldoorlog had mij verbijsterd achtergelaten – en ik voortaan wilde leven in waarheid en liefde, was ik al op jonge leeftijd ingetreden in een katholiek klooster. Maar daar vond ik geen antwoord op mijn vragen. Integendeel, ik kon steeds minder accepteren dat de oplossing moest komen van een God die ver weg woonde en van een ‘hiernamaals’ waarvan niemand ooit was teruggekomen. Dat hiernamaals moest een hiernumaals worden, we leefden immers hier en nu. En God? Het werd tijd dat we zelf eens de handen uit de mouwen staken.

Dat zou me gegund worden. Spoedig zou ik de kans krijgen dit te ervaren, want vanwege mijn onorthodoxe opvattingen en dito leefstijl moest ik begin jaren ’70 het klooster verlaten. Vrienden herinnerden zich mijn werk in de voorafgaande jaren ’60 en ik kreeg een baan bij toenmalige Ministerie van CRM, als landelijk secretaris van vormingswerk voor minderheidsgroepen. Een baan die ik met hart en ziel deed, terwijl ik in die tijd ook nog mijn hart verloor aan een Amerikaanse concertpianiste. Een omslag van 180 graden, maar zonder een bevredigend antwoord te vinden op mijn diepere levensvragen.
Dat veranderde onverwacht toen ik in 1976 voor het eerst in aanraking kwam met de Dynamische Meditatie van Osho. Het gebeurde in de Kosmos in Amsterdam. Die ervaring opende voor mij een totaal nieuw perspectief op mijn vragen. Mijn vragen brandden op. Er kwam totaal nieuwe energie los. Ik kreeg de kans mijn gevoelens uit te schreeuwen en tegelijk bewust te blijven en mijn lijf goed te aarden. Ik zie me daar nog bezig in mijn keurige blauwe pak. Maar intense levenskracht en energie kwamen in me los en dat gaf opluchting en vreugde en bracht mij – toen iedereen plotseling ophield en stil werd – ook heel diepe, intense stilte. Daarna, met iedereen, verstild dansen. Genieten. Geen vragen meer. Helder aanwezig zijn.

De dagen daarna merkte ik in mijn werk dat ik veranderd was. Ik voelde me heel gelukkig en sterk, kon heel alert reageren en was me ook heel sterk bewust van wat ik dacht en voelde. Alsof ik in mezelf een stap terug gedaan had en mezelf en anderen beter kon waarnemen. Dit liet me niet meer los en ik voelde dat dit ik dit moest uitdiepen. Tegelijkertijd voelde ik ook enorm verzet in me omdat ik mijn comfortabele baan en leven niet wilde opgeven.

Uit nieuwsgierigheid en ook omdat ik het gevoel had van een postduif die naar huis wilde, vroeg ik aan mijn chef op het Ministerie verlof om in mei 1977 een bezoek te brengen aan Poona. Het werd me gegeven en de eerste ontmoeting met Osho in de kleine Lao Tze Hall was overweldigend. Alles in me werd opgerakeld. Herinneringen aan oude esoterische tradities, vergeten initiaties, zware beproevingen kwamen naar boven. Ook een oude tekst uit het evangelie: ‘The bridegroom, the bridegroom is here,’ begon ik te roepen, ’ít is time to celebrate’. Het kleine groepje aanwezigen maande me om stil te zijn, maar Osho glimlachte. Een paar dagen werd ik sannyasin en zijn discipel. Dat gebeurde op 28 mei 1977, op de verjaardag van mijn moeder. Osho gaf me de naam Deva Ojas, wat ‘goddelijke energie’ betekent.

Omdat ik maar twee weken kon blijven stelde Bhagwan me toen voor naast de dagelijkse meditaties ook enkele groepen te doen. ‘Centering’ was er een van, herinner ik me. En ook een groep met Somendra, waarbij iedereen onmiddellijk uit de kleren ging. Voor de laatste twee dagen gaf Bhagwan me nog een tantra groep, die ik niet kon afmaken omdat ik halverwege de groep al weer het vliegtuig naar Nederland moest nemen. Wel mocht ik vrijdagavond nog voor een darshan bij hem komen en eventuele vragen stellen.

Wonderlijk genoeg had ik geen vragen meer. Op een of andere manier waren de oude vragen opgebrand. Maar toen ik voor Osho zat kwam er onverwacht uit wat me toen bezighield: ‘I feel mad from both sides. Looking from here to my office where I will work next Monday, I feel mad to do so. That is a real madhouse. But I am sure that, when I am working in my office again and look back to this place, I will see this here as a madhouse as well. Please tell me what to do.’ Osho glimlachte en toen gebeurde er iets wonderlijks. Hij haalde een knijpkat uit zijn zak, begon er een lichtje mee te maken en vroeg me in dat lampje te kijken. Ik was perplex. Zo’n existentiële kwestie, en dan in een lampje turen. Maar het effect was dat ik even mijn controle verloor en duidelijk besefte dat de ashram mijn veilige haven was. Osho deed het lampje uit, keek me aan en zei: ‘So Ojas, you come here?’ En van diep uit mijn hart kwam YIPPEE en YES. En Osho vroeg Ma Yoga Laxmi alles voor mij te regelen.

Thuisgekomen besprak ik alles met mijn vriendin en maandag ging ik als gewoonlijk naar kantoor. In een corduroy oranje pak en met mala. Ik was zenuwachtig en ook benieuwd hoe mijn collega’s zouden reageren, maar er kwamen geen reacties. Te druk? Verlegen? Niet weten wat te zeggen? Geen idee. Maar dat hielp me wel om gewoon weer mijn werk op te pakken. Er was zoveel te doen. En na een paar weken ging alles weer zijn gewone gangetje en was ik blij alles te kunnen vergeten…..

Maar dat lukte steeds minder. Ik praatte er veel over met mijn vriendin. Zouden we toch maar alles hier in Nederland opgeven en samen naar Poona gaan? In de zomer 1977 gaf ik mijn baan op bij het Ministerie en kreeg ik als afscheidscadeau dat ik binnen twee jaar mocht terugkomen. Dat is niet gebeurd. In november gaven we onze huisraad weg aan vrienden en vertrokken naar de Shree Rajneesh Ashram in Poona. Wij voelden ons studenten van het leven, discipelen van een unieke Meester en we gingen leven en werken in zijn nieuwe, seculiere mysterieschool. Heel idealistisch: we gingen ons inzetten voor een groots, utopisch project.

De nieuwe ontmoeting met Osho was meteen een zenstick op mijn hoofd. Osho vroeg me wat ik wilde doen: werken in de ashram of therapiegroepen. Mijn antwoord was een langzaam, aarzelend ‘Ik denk….’ Maar hij antwoordde onmiddellijk: ‘Stop thinking’. Het was alsof ik door de grond ging. Hoe doe je dat? Toen ik op een andere vraag van hem ook begon met ‘Ik denk…’ moest iedereen lachen, en nodigde Osho mij uit in de keuken te gaan werken. Ook mijn vriendin ging er werken.

De volgende morgen al. Dat moment vergeet ik nooit. Kort tevoren nog achter een bureau, keurig als een creatieve, goed betaalde ambtenaar-met-een-secretaresse, en nu in het lawaai van schreeuwende ma’s en gekletter van vallende potten en pannen je weg vinden naar je werkplekje. Ma Deeksha, die de leiding had, kwam waggelend naar ons toe en wees me een grote kuip met enorme, vuile kookpotten. Daar kon ik mee beginnen. Na een paar dagen kreeg ik vlak buiten de keuken een plek aangewezen waar de hele dag door gebruikte kopjes in kruiwagens werden aangeleverd. Die kopjes moest ik wassen en op rekken zetten, zodat ze weer schoon weggehaald zouden kunnen worden. Bijna altijd alleen, op hoogtijdagen met assistentie. Dat zou twee jaar lang mijn vaste werkplek zijn.

Dit zou ook de plek zijn waar mijn denken zou stoppen en ik vrij zou komen van de ‘mind’ en van al het lijden dat daarmee samenhangt. Dat dacht ik tenminste. Maar het lukte me niet. Iedere dag sprak ik me moed in en zei: morgen weer opnieuw proberen. Al is het maar een enkele minuut. Moet toch kunnen lukken. Maar hoe meer ik het probeerde, hoe harder ik er aan werkte, hoe meer ik me uitputte… Het denken bleef hameren in mijn hoofd. En werd een monster.

Op mijn verjaardag, 6 april 1978, kwam Deeksha en zei dat ik die avond darshan zou krijgen. Meteen naar huis, oppoetsen en klaar voor een ontmoeting met Osho. Dan zou ik hem ook de vraag kunnen stellen hoe mijn denken te stoppen. Maar op het moment dat mijn naam werd afgeroepen in Lao Tze, kon ik toch die ene vraag niet stellen en begon over iets anders. Maar Osho bleef me vragend aankijken. En toen kwam het er als een vulkanische uitbarsting uit. ‘I can’t stop thinking!!!’ Geen verbazing of ergernis in het gezicht van Osho. Hij glimlachte alleen maar en zei: ‘If you can’t stop thinking, just play with your thoughts.’

En toen gebeurde het. Mijn gedachten, daar. Mijn frustraties, angsten, mijn overtuigingen en principes, mijn oordelen en veroordelingen. Ze waren er en konden gezien worden. Ze werden zichtbaar voor me, als dobbertjes in het water. Geen connectie ermee, wel helder aanwezig. Ik was er als waarnemer, helder, mild, helemaal aanwezig, hier en nu. Mijn lichaam maakte een diepe buiging voor Osho, vol dankbaarheid, en ik ging weer terug naar mijn plaats.

Daarna werd het leven in de ashram een tijdje heel anders. Er had een omkering van perspectief plaatsgevonden. De werkelijkheid werd anders waargenomen, niet meer van buiten af, maar van binnen uit. Er was me een sleutel aangereikt om op een nieuwe manier aanwezig te zijn. Mijn denken ging gewoon door, maar het kwam niet meer tussenbeide als ik iets aan het doen was. Als ik bezig was met mijn kopjes wassen kon ik er in opgaan zoals een klein kind helemaal op kan gaan in zijn speelgoed. En ik was gewaar van mijn denken, maar zag tegelijkertijd wat een onzin het denken de hele dag produceerde. En hoeveel onnodig lijden daaruit voortkwam. Daar kon ik dan om lachen, ik hoefde het immers niet meer serieus te nemen, ik mocht met mijn gedachten spelen.

De angst die ik van te voren gehad had, dat ik dan niet meer zou kunnen functioneren, bleek ook ongegrond. Omdat er zoveel minder ruis in mijn hoofd was, kon ik juist heel effectief werken. En kon ik ook, als er alleen maar routinewerkjes te doen waren, mild en aandachtig de processen volgen die in mijn hoofd plaatsvonden. Om dan even later weer met hart en ziel het enige te doen wat ik op dat moment te doen had: kopjes wassen.

En daarin de diepste waarheid ontdekken. En liefde voor het leven zoals het is. Gelukkig struikelde ik eens over deze waarheid en mocht ik er een aantal weken van genieten. Een aantal weken, want daarna werd het toch weer een concept. Maar tegelijk is dit gewaar zijn ook nooit meer helemaal weggeweest in mijn leven en kan nu steeds gemakkelijker worden ervaren. Bijna elk moment.

Amsterdam, 10 oktober 2011
Ojas Th. de Ronde

www.denieuwemens.eu

Uitgebreide memoires van Ojas kun je hier vinden: Kan een gekooide vogel zingen?
Ojas wordt geïnterviewd in de VPRO documentaire van Frank Wiering uit 1984, De Nieuwe Mens, en in de TROS Aktua documentaire uit 1985,  De Bhagwan-commune Rajneeshpuram in Oregon.

Lijst