Petra

‘….. en hoor ik de muziek van
de kundalini: kippenvel!!

Altijd weer.’

Petra Flantua
(Vimal, ‘Purity’)

Geboren in 1946 in Utrecht
Ontving sannyas in 1984

‘En, hoe is het nu tussen jou en Bhagwan?’ Vroeg een goede vriend tijdens een wandeling aan me. Het was voorjaar 1984. Hij was al een tijdje sanyassin, woonde in een commune en ging er helemaal voor.

Dat kon ik (nog) niet; teveel twijfels. Ondertussen kwam ik regelmatig in die commune, deed er aan de meditaties mee en hielp af en toe in de keuken. Worshippen heette dat. Die commune overigens voedde ook mijn twijfels; ik vond het een bizar geheel. Ik kwam er nooit blij vandaan, laat staan dat ik ook maar enige aanvechting voelde om daar bij te horen. Daarvoor mediteerde ik al een hele tijd in het Utrechtse Sadboth Rajneesh Meditatie Centrum. Beetje dezelfde sfeer; een chef en een paar onderchefs en dan een grote groep zoekende mensen, waarvan een groot deel sannyassin werd of was.

Ik deed er ademwerk met Ratnam van het Prem Mandir Rajneesh Meditatie Centrum op Texel, meditatiecursussen en regelmatig Kundalini en Dynamic. En niet te vergeten de videolezingen van Osho. Om aan te geven wat ik dan zo bizar vond de volgende anekdote: Ik was eens de enige deelnemer voor de Dynamic. Die deden we in die tijd naakt . Ik stond daar naakt de Dynamic te doen terwijl een onderchef bij de stereo zat; in de kleren!

Voor mij persoonlijk een transformerende periode, zonder meer. Ik was politiek actief, ook in de vrouwenbeweging. Had een baan in het welzijnswerk, een grote vriendinnenkring en was intens betrokken bij de anti-autoritaire kresj- en schoolbeweging. En toch zat er diep in mij onrust en onvrede. Er moest meer zijn dan alles wat ik deed. En dat ‘meer’ moest uit mezelf komen, dat voelde ik al wel.

Dus verkeerde ik al meer dan een jaar in Bhagwankringen en mediteerde ik en voelde ik dat ik op de goede weg was; maar ja die laatste stap. Toch gedaan. Ik kan niet eens zeggen wat de doorslag gaf. Er was geen doorslag denk ik. Ik was er lang genoeg in mijn hoofd mee bezig geweest, nu gewoon springen. Er was een kleine ceremonie in de commune met een paar vrienden, en ik had mijn mala en mijn naam: Vimal, purity. Die naam viel in mijn hart en ik besloot hem niet in mijn openbare leven te gebruiken. Het rood en de mala leek mij voldoende: voor het stichtingsbestuur waar ik voor werkte en voor mijn familie, met name mijn ouders.

In 1988 begonnen we (dat wil zeggen Jivan Bauke Raadgever en ik) onze eigen woongroep en meditatiecentrum in Utrecht; Kirtan. Met vijf volwassenen en onze drie kinderen betrokken we een groot pand op een mooie plek. Onze twee wekelijkse disco was al snel populair evenals intensives van Dynamic, No Mind en Mystic Rose. Het team groeide op een natuurlijke manier met nieuwe vrienden, die als dj of therapeut kwamen werken. Of gewoon een weekendje klussen, want de verbouwing duurde bijna twee jaar.

Ik kijk met verbazing en plezier terug op deze periode, die tien jaar duurde. Lang niet altijd gemakkelijk, maar altijd dynamisch; een periode waarin ik veel over mezelf leerde en ruimte voelde om mezelf te zijn en te veranderen. Ook bij ons natuurlijk hilarische en bizarre situaties; onze kinderen kunnen er een boek over schrijven en hun partners rollen van hun stoel als we met elkaar herinneringen aan het ophalen zijn.

Osho nam een grote plaats in in onze aktiviteiten, in ons groepsproces en in mijn persoonlijke leven. We zijn nooit een officieel Oshocentrum geweest al denkt de buitenwacht van wel. Dat was een weloverwogen groepsbeslissing; we wilden niet in een keurslijf van een internationaal vanuit Poona geregisseerd netwerk, maar een onafhankelijk centrum, vorm gegeven uit een sannyasbeleving die vanuit onszelf kwam.

Begin negentiger jaren kwam ik in aanraking met het Tibetaans Boeddhisme. Binnen vier jaar overleden mijn vader, moeder en jongste broer. Met deze laatste ging ik naar een Tibetaanse Lama/arts en bij hem ontdekte ik het Tibetaanse Boek van Leven en Sterven van Sogyal Rinpoche, een andere Lama. Dat las ik in één adem uit. Ik besefte dat ik enorme behoefte had aan ‘begrijpen’ van het leven en de zin van de dood. Dat boek opende voor mij een nieuwe wereld. Een nieuwe manier om me met mezelf, het leven en de dood te verhouden. Ik ging cursussen en retraites doen bij Rigpa, het centrum van Sogyal Rinpoche. Dat sudderde vrijblijvend tot 2005. Toen wist ik dat ik weer een stap te doen had. Ik ging het pad van het Tibetaans Boeddhisme op.

Voor mij blijkt het niet genoeg om Osho’s boeken te lezen, zijn dvd’s te zien. Ik moet aangespoord en uitgedaagd worden. Door een levende meester. En ja zeggen tegen die meester; steeds weer. Ik vind dit pad niet gemakkelijk; ergens ben ik nog een taoist (doen door niet te doen) of zoals Osho zegt: zit stil, doe niks, de lente komt en het gras groeit vanzelf. Een slogan die we op onze camper hebben staan. Ik hang die slogan maar al te graag aan, maar ik kom er niet ver mee als ik eerlijk ben. Vandaar die nieuwe stap, die al weer bijna tien jaar duurt. Ik ben er blij mee al is het soms een worsteling met cultureel aanvoelende rituelen. Maar als ik geduldig ben kunnen die me ook hele diepe inzichten en ervaringen geven.

We hebben al weer vijftien jaar een Kirtancentrum in Friesland; kleinschalig en met z’n tweetjes. Twee activiteiten springen er voor mij uit: de Osho Vipassana retraites tussen Kerst en Oud en Nieuw en in de zomer. Dan sta ik in de keuken de avondmaaltijd te verzorgen en hoor ik de muziek van de kundalini: kippenvel!! Altijd weer. Ik voel de dankbaarheid dat ik deze meester heb (gehad) die zoveel moois heeft nagelaten.

Wijnjewoude, 10 februari 2015
Petra Flantua

Lijst