Prembuddha

‘Sannyas: the courage to be alone’

Swami Prembuddha
(‘ Liefde en Bewustzijn’)

Geboren in 1946 te Rotterdam
Ontving sannyas in 1976

Het begin
In 1976 woonde ik op Rivendel, een commune in een oude boerderij in Onna, vlak bij Steenwijk. Het was een typische jaren 60/70 poging om de maatschappij te veranderen door samen met anderen op een nieuwe manier te gaan leven. Ik had de gemeenschap een jaar eerder opgezet. Daarvoor woonde ik vlakbij op de Hobbitstee, waar ik samen met de oprichter ervan, Otto Munters (later Yogiraj), het eerste New Age blad van Nederland geboorte gaf: De Waterman.

Eén van de schrijfsters voor het blad was Belle Bruins. Zij schreef in voorjaar 1976 als Ma Prem Pushpa het allereerste artikel in Nederland over Bhagwan en wij publiceerden het in De Waterman. Pushpa was één van de drie eerste sannyasins in Nederland, samen met Arup (Garimo) en Taru. Het artikel intrigeerde me en ik ging dan ook kort daarop naar de bekende boekhandel Au Bout Du Monde in Amsterdam, de enige plek waar boeken van Bhagwan te krijgen waren. Willekeurig kocht ik er een boek van Bhagwan, het had als titel: ‘Neither this nor that’, discourses on Sosan.

Nadat ik het gelezen had was het duidelijk: daar moet ik heen!! Ik had me intensief bezig gehouden met het soefisme, de meditatiekampen van Pir Vilayat Khan hoog in de Franse Alpen bezocht en me het hoofd gebroken over de wijze uitspraken van J. Krishnamurti. Diens uitspraken ervoer ik als waar, maar ze hielpen me geen stap verder. Tevens was ik intens bezig geweest met persoonlijke groei. De groepen hadden toen leuke creatieve namen, Xoelapepel om maar wat te noemen, en therapie. Bij Osho, zo begreep ik uit het artikel van Pushpa, kwam dat allemaal samen, het heldere inzicht van Krishnamurti, het hart van de soefi’s en het werken aan de persoonlijk groei in de groepen die er in de Rajneesh Sannyas Ashram in Poona werden gegeven.

De reis in november 1976 naar India.
Het werd niet mijn eerste reis naar India. In 1968 reisde ik er over land op de hippie trail via Istanbul, Kabul en Lahore al naar toe. Vliegtickets waren in die tijd nog zeer kostbaar, maar gelukkig vond ik via een reisbureau in Londen een betaalbare vlucht met Singapore Airlines. Eerst met de boot naar Engeland en daarna op Heathrow de lucht in, op naar het beloofde land, de Rajneesh Sannyas Ashram.

Vliegveld Bombay was toen nog een chaotisch, typisch Indiaas gekkenhuis. Zodra ik aankwam stonden er gelijk diverse kruiers en taxichauffeurs gelijktijdig aan mij en mijn bagage te trekken. Via een gedeelde taxi vanaf de Poona taxistand kwam ik vele uren later bij het station in Poona aan, daar hup in de riksha naar de ashram en daar was ik dan. Ik verwachtte een warm welkom maar dat was beslist niet het geval: met veel moeite kon ik mijn bagage er even laten staan. Ik nam mijn intrek in het overvolle Mobo’s hotel, een oud vervallen koloniaal landhuis vol sannyasins. Ik kreeg een erg vieze kamer direct naast de toiletten, iets anders was er niet. Er was in die tijd nog maar weinig accommodatie in de buurt van de ashram.

De volgende ochtend ging ik vroeg op pad naar de ochtendlezing in het kleine propvolle Chuang Tzu Auditorium. In mijn blauwe kleren stak ik sterk af met al het rood dat me omringde. Ik zat helemaal achteraan en de toespraken waren in Hindi. Het zei me allemaal niets, ik zat me te vervelen omdat ik er geen woord van begreep, en niets bijzonders ervoer door bij Bhagwan in levende lijve in de buurt te zijn.

Bhagwan gaf in die dagen elke avond darshan voor aankomers, vertrekkers, (‘Come back soon’) en mensen die een groep hadden gedaan. Bhagwan gaf me gelijk een paar groepen om te doen, centering en een zeer esoterische groep ‘Soma’ geheten. Ik vond het allemaal toch maar een vreemde kermis, hield niet van die oranje uniformen. Ik had me niet voor niets als deel van het provo-gebeuren bevrijd uit het keurslijf van de gewone maatschappij, was niet uitgedropt om de vrijheid te vinden, om nu in een uniforme kleur te gaan rondlopen met een mala om mijn nek. Ik vroeg dan ook niet om sannyas, wilde de kat eerst maar eens helemaal uit de boom kijken. Maar ik had niet op Bhagwan gerekend.

‘What about sannyas’ vroeg hij mij. ‘Het is me allemaal nog niet zo duidelijk hier’,  antwoordde ik, diplomatiek. ‘Het zal je ook nooit helemaal duidelijk worden want ik ben als kwikzilver. Als je geen sannyas neemt zul je je hier niet kunnen ontspannen, dan blijf je als een buitenstaander rondlopen.’ Bhagwan gaf me een hele uiteenzetting over wat sannyas is en vroeg me aan het eind: ‘What about it?’ Na zoveel aandacht durfde ik gewoon geen nee meer te zeggen, dat bespaarde me achteraf gezien een hoop mindfucks. Dus zat ik even later met een mala om mijn nek terwijl hij mijn naam uitlegde: ‘Je naam, Prem-buddha is de hele formule voor je pad: smelt eerst in de liefde en word daarna volkomen bewust. Liefde en bewustzijn, de synthese ervan is de religie van de toekomst. In het oosten kan een monnik zitten mediteren terwijl er om hem heen mensen sterven van de honger. In het westen hebben we gezien waar het prediken van liefde, zonder dat het bewustzijn wordt ontwikkeld, toe leidt. Prembuddha, wil it be easy to pronounce?’ Die dag was het begin van een nieuw avontuur in mijn leven.

Op reis door India
Gelukkig begonnen op 10 december de toespraken in het Engels (in die tijd waren de toespraken om de maand in het Hindi en Engels). De provo-beweging was mijn achtergrond en ik was blij dat naast de spirituele voeding waar ik naar snakte, Osho ook een feilloos criticus was van de gewone maatschappij.

Toen op 10 januari de volgende serie Hindi-toespraken begon was het voor veel mensen op naar de zonnige stranden van Goa. Het was een ware uittocht van de westerlingen. Ik vond het een goed idee en ging met de stroom mee en hobbelde door de nacht in een oude Amerikaanse schoolbus, via Mapusa op naar het vissersdorpje Chapora in het noordelijke deel van Goa. Het strand van Chapora kleurde na de afloop van de Engelstalige toespraken letterlijk oranje, het was een strand vol blote mensen die op oranje lungi’s lagen te zonnebaden en in de zee speelden.

Een week later, inmiddels lekker bruin, ging ik verder naar het zuiden, naar Kerala. Daar ontmoette ik Amma. Zij gaf toen in een klein rieten hutje alle bezoekers dagelijks een hug. Bij mijn vertrek liet ik een boek van Bhagwan over Krishna achter voor de toen nog kleine bibliotheek.

Ik vervolgde mijn reis naar de oostkust van India, naar Tamil Nadu. Ik was zeer geïnteresseerd in nieuwe gemeenschappen en ging vlakbij het voormalig Franse stadje Pondycherry op bezoek in de internationale gemeenschap Auroville, een nederzetting van hardwerkende pioniers, die Aurobindo als hun goeroe hadden. De sfeer was er totaal anders dan in Poona, daar was iedereen druk bezig met therapie, dansen, meditatie en de bekende vrije sexpret. Hier werd hard gewerkt aan de opbouw van een nieuwe stad, aan een ‘utopian village’ zoals het er op mijn landkaart stond. Het was zoals het latere Rajneeshpuram jaren later in de beginfase. Ik werkte er samen met de uitgetreden pater Ruud Lohman aan de opbouw van de Matrimandir, betonvlechten op wiebelige losse steigerplanken op meer dan 10 meter hoogte. Levensgevaarlijk maar met mooi uitzicht over de rode aarde van Auroville, dat wel.

Amaltas Rajneesh Sannyas Ashram.
Terug in Poona leerde ik Taru en Satyanda kennen. Zij wilden dat hun boerderij op het familie landgoed de Ewijkshoeve, op het platteland van Soest, de ashram in Nederland zou worden. Bhagwan had de plek al de naam Amaltas Rajneesh Sannyas Ashram gegeven. Zij wilden zelf echter naar Poona verhuizen en vroegen mij of ik de ashram wilde opzetten. Eind zomer van ’77 verhuisde ik dan ook naar het landgoed en zwaaide de hele familie uit: Satyananda en Taru met hun kids, Divya en Deva, vertrokken voorgoed naar Poona. Ze lieten een half afgebouwde boerderij achter en een grote houten keet waar ooit Molukkers in gewoond hadden en die ze opnieuw in de bossen hadden opgebouwd. Verder trof ik er een oude oranje bestel-eend, Wendelien de hond, een paar poezen, kippen en een balkende ezel aan.

Ik wilde een totaal nieuwe start maken in mijn leven, het verleden achter me laten. Een nieuwe naam, een nieuw leven. Als begin daartoe maakte ik ter plaatse een groot vuur en gooide letterlijk al mijn foto’s en dia’s erin, met inbegrip die van mijn reizen over land naar India en door de Sahara. ‘Daar ga je spijt van krijgen’, zei mijn vader toen ik het hem vertelde (en ja, hij had gelijk).

In Poona had ik letterlijk kisten vol boeken van Bhagwan aangekocht, ik voelde me zo bezield om Bhagwan’s werk in Nederland te helpen verspreiden. Toen de douane me informeerde dat ze aangekomen waren ging ik ze met de oranje bestel-eend in de haven in Rotterdam ophalen. Dat was het begin van een netwerk van boekhandels over heel Nederland voor de verkoop van Bhagwan’s boeken.

Amaltravel, een reisbureau om het voor mensen makkelijk te maken naar Poona te gaan, volgde snel daarna. Het was een tijd waarin alles nog kon. Je kon een bio-winkel beginnen in je voorkamer, kamperen in het Vondelpark en ook zomaar een reisbureau starten zonder wat voor papieren dan ook. De vliegtickets kocht ik in eerste instantie in Duitsland in, aanvankelijk alleen voor de vluchten van Air India Charter, een vlucht met een tussenstop in Athene, dit omdat de Boeings 707 onderweg moesten tanken.

Op Amaltas begonnen de activiteiten met een wekelijkse meditatie-avond voor mensen uit de omgeving. In 1978 kwam Deva Urja bij me wonen en vormde zich langzaam aan een klein groepje mensen die er permanent woonden. Mijn leven was geheel in het teken van sannyas komen te staan: full-time sannyas.

Eind 1979 verhuisde ik met Urja naar Poona. Na het vertrek van Bhagwan naar Amerika in 1981 ging ik terug naar het westen en zette ik mijn reis met Bhagwan voort in verschillende Osho gemeenschappen: zo vierde ik het goede leven op Ibiza, ik werd echt verliefd op het toen nog vrij rustige eiland. Nadat er veel van de kleine gemeenschappen, waaronder die op Ibiza, gesloten werden belandde ik in een grote gemeenschap in München, later op het kleine centrum Leela op Koh Phangan in Thailand, en ook een half jaar op de ranch, Rajneeshpuram. Als sannyasin lag de hele wereld voor me open. Osho’s visie was een netwerk van gemeenschappen over de gehele wereld waar mensen makkelijk tussen konden wisselen. Mijn leven was, zoals dat van vele mensen door de ontmoeting met Bhagwan, volledig veranderd.

Advaita Vedanta en Osho.
De laatste jaren heb ik me sterk verdiept in Advaita Vedanta, het directe pad van kennis en inzicht. Vedanta is een spiegel, door erin te kijken wordt je ware natuur zichtbaar. Ik was blij verbaasd toen ik ontdekte dat er in de laatste jaren een aantal boeken in India verscheen van Osho over de diverse Upanishads (de boeken de het eind van de Veda’s vormen, Vedanta betekent het eind van de Veda’s). Het waren vertalingen uit het Hindi van de allereerste meditatiekampen van Osho op Mount Abu, zo rondom 1970.

Op het ogenblik woon ik in Amsterdam. Mijn droom is weer met een aantal mensen te leven die bezield en geïnspireerd zijn om de teachings van Osho, als de ‘Nieuwe Mens’, met elkaar te gaan leven in een gemeenschap in het zonnige zuiden, bv. in Spanje. Niet alleen met sannyasins, maar bv. ook mensen die de visie van Eckhart Tolle in zijn boek de Nieuwe Aarde omarmen, open voor iedereen die werkelijk zegt ‘genoeg is genoeg’. Ik wil vanuit mijn ware natuur, vanuit liefde en bewustzijn leven, en alles wat dat nog in de weg staat loslaten in plaats van me er mee te identificeren.

Inshalla,
Amsterdam, oktober 2013
Prembuddha Kroonbergs
www.livingsatsang.nl

Lijst