Roelie

‘Osho stak voor mij het licht aan’

Roelie van Os
(Deva Nayano, ‘Goddelijk Inzicht’)

Geboren in 1956 te Utrecht
Ontving sannyas in 1980

In 1979 las ik twee boeken van Amrito, Jan Foudraine. Het eerste was ‘Wie is van hout?’. Het tweede ‘Oorspronkelijk gezicht’. Ik las deze boeken omdat ik me niet kon voorstellen dat iemand die zo geëngageerd was met veranderingen in de hulpverlening, zich kon wenden tot zoiets zweverigs als meditatie. Ik kende namelijk een paar mensen die Transcendente Meditatie beoefenden en hun manier van niet-aanwezig-zijn stond me allerminst aan. Zo wilde ik zeker niet worden.

Het tweede boek legde ik na het lezen van het eerste gedeelte en de eerste quote van Osho weg. Wat Osho zei, klikte niet. Toen ik besloot het boek toch weer op te pakken bij het punt van Osho’s woorden uit zijn lezingen cyclus ‘And the Flowers Showered’ vond er een enorme explosie van licht plaats in mezelf. Het licht ging letterlijk en figuurlijk aan. Vanaf dat moment besefte ik waarom ik hier op aarde was. Ik was drie maanden in bliss en had het gevoel dat ik voortdurend omgeven was door licht. Ik liep niet, maar werd gelopen, alles scheen mij volkomen toe. Ik verslond Osho’s boeken, waarbij ik steeds na het lezen van een aantal alinea’s in een diepe meditatieve staat verzonk. Gaandeweg verdwenen er een heleboel vragen die in me opkwamen.

Mijn eerste Dynamische Meditatie herinner ik me nog als de dag van gisteren, waarbij in de tweede fase zich een stem in mij verhief die vanuit het universum zelf leek te komen. Ik wandelde de weken daarna op wolken.

Op 14 januari 1980 werd ik sanyassin, nadat het besef tot me doordrong dat ik waarschijnlijk een lange weg had te gaan, dat er veel op te ruimen was. Mijn naam werd ‘Ma Deva Roelie’, hoewel ik liever een nieuwe naam had gewild, maar dat kwam later: Ma Deva Nayano, wat ‘Goddelijk Inzicht’ betekent. In augustus 1980 ontmoette ik Osho voor het eerst live. En… ik voelde niets. Na een gesprek met Arup, die me vertelde dat dit heel normaal was voor mensen die per post sanyassin waren geworden, begon ik aan groepen, meditaties en therapieën, ik werkte in de ashram en ik ging open op een manier die ik voordien niet had gekend.

Elk pad kent zijn ups en downs. Mijn weg met Osho verliep ook zodanig. Ik ben soms tegen mijn intuitie ingegaan, zoals met het gaan naar Amerika, want ik wilde per se bij Osho zijn. Daar was het veilig. Ik vond de wereld toen nog een onveilige plek en had zeker niet de veiligheid in mezelf gevonden die ik heden ten dage ervaar.

Maar ik wilde ook ruimte voelen. Nederland kwam me destijds voor als een benauwd soort Madurodam, met ook een vader die me nog steeds op mijn hielen zat en me te pas en te onpas belde om me te controleren in mijn bewegingen.

Ik heb een tijd in de commune gewoond in Amsterdam, en hoe leuk ik dat aan de ene kant ook vond, ik wilde me toch niet binden aan die plek en aan de mensen, een thema dat vaker in mijn leven heeft gespeeld.

Het verblijf in Oregon was soms fijn, soms dacht ik bij mezelf: ‘Wat doe ik hier?’ Hoe dan ook, ik kon meestentijds niet op de ranch blijven vanwege alle financiële eisen die er werden gesteld en was ik meer in de rest van Amerika dan op de ranch. Wat die tijd me heeft opgeleverd was het besef dat ‘ruimte’ iets is dat je in jezelf kunt vinden. Ik heb genoten van de tijd dat de ‘Share-A-Home’ mensen op de ranch waren. Die tijd mochten alle werkers opeens gratis blijven. De organisatie had mensen nodig. Ik besefte dat het allemaal politiek was, maar ik vond het allang best dat ik op de ranch kon blijven. Het was avontuurlijk en ik had mooie ontmoetingen en ik was bij Osho. Het werken op de ranch vond ik heerlijk. Toch bleef het besef aan me knagen dat ik gewoon in Nederland had moeten blijven. Een keer bij de drive by stopte Osho onverwachts zijn auto en keek me aan. Het bericht was duidelijk: ‘Je hoeft niets te doen, ga eenvoudig naar binnen toe’. Maar hoe moeilijk was dat voor de persoon die ik toen nog was!

Na Osho’s vertrek uit Amerika, ging ik met mijn toenmalige vriend naar Boston en leefde daar nog een klein jaar. Toen ik echter hoorde dat Osho terug ging naar Poona, terwijl hij altijd had gezegd dat hij nooit op dezelfde plek terug zou komen, wist ik dat het einde nabij was. Het was toen december 1986. Hoelang het nog zou duren, wist ik niet, maar dat we de laatste fase van zijn fysieke aanwezigheid waren ingegaan, voelde ik maar al te goed. Ik had in mei 1986 tien dagen doorgebracht in Nederland en besefte dat ik ontzettend heimwee had naar Nederland en naar Europa so wie so. Ik heb me nooit thuis gevoeld in Amerika zelf, behalve de keren dat ik in de natuur doorbracht en de keren dat ik zweethutten met Indianen heb gedaan. De tijd in Amerika was in zekere zin verspilde tijd, ofschoon ik ook mooie dingen heb ervaren. Je kunt fysiek nog zo dicht op de Meester zitten, als je daar niet moet zijn op dat moment, dan ben je verder weg dan ooit. Die pijn heb ik maar al te goed gevoeld, evenals het besef dat ik toen niet de organische beweging van mijn leven volgde.

In Poona 2 ging ik volop in de groepen en meditaties, ik was dankbaar daar weer te kunnen zijn en wel voordat de grote stroom van mensen weer op gang kwam. De Mystic Rose, No-mind en Born Again waren grote eye-openers.

Osho heeft het licht voor me aangestoken, ik heb zoveel liefde en diepte gevoeld in zijn aanwezigheid, toch heeft het me jaren gekost om te kunnen zeggen: ‘Nu heb ik het gevoel dat ik een ander mens ben geworden!’ Dat ligt niet aan Osho, maar puur bij mezelf.

Ik was in Poona toen Osho zijn lichaam verliet en heb de hele nacht bij het vuur gezeten. Waar ik geweest ben weet ik niet, de tijd stond stil en ik kwam pas uit deze diepe no-mind space toen de vogeltjes ‘s ochtends begonnen te zingen. Osho is diep in mijn hart gebleven. Zijn woorden ‘I leave you my dream’ heb ik altijd opgevat als ‘Realiseer je ware natuur, realiseer wie je werkelijk bent’. En die opdracht heb ik, met vallen en opstaan, aanvaard.

Acht jaar na Osho’s vertrek ontmoette ik ShantiMayi, mijn tweede Meester.Toen ik in 1998 voor het laatst in Poona was, gaf iemand mij een tekst van Osho: ‘When you are not ready [when I leave the body] I will send you to another Master. It may be anywhere. And if you resist, that is when you betray me. Surrender, because I want you to wake up’. Het gaan naar een andere Meester is me door veel sanyassins niet in dank afgenomen. Het kan me heel eerlijk gezegd niet schelen, ik volg mijn pad.

Van ShantiMayi kreeg ik de naam Sadhya, dwz. ‘Het Ene dat alles heeft bereikt door haar [mijn] Sadhana, Spirituele Oefening’. Later voegde ShantiMayi daar aan toe dat dit voor mij ‘overgave’ inhield. Door het zeer pijnlijke einde van de belangrijkste relatie in mijn leven en de relatie met ShantiMayi na elf jaar, kwam ik eindelijk op het punt om volledig verantwoordelijkheid te nemen voor waar ik sta in het leven.

Bij mijn derde Meester, Ratu Bagus, die me oh zo veel aan Osho doet denken, ben ik uiteindelijk tot het punt gekomen om werkelijk wakker te worden. Dat proces is nog steeds gaande.

Een paar jaar geleden, na een meditatie retraite in Duitsland, kwam ik thuis en had een bijzonder mooie droom: Osho kwam lachend, met zijn armen opgeheven, binnen en begon met me te dansen, gevolgd door Ratu Bagus, die me toelachte. Een mooier cadeau en bewijs dat Osho nooit uit mijn hart is geweest, had ik niet kunnen krijgen. Het gaat er niet om je te hechten aan een persoon, de goeroe is één. Osho stak voor mij het licht aan, bij Ratu Bagus komt dat licht tot realisatie. Ik dank al mijn Meesters iedere dag voor alles wat ze mij geven en gegeven hebben.

Amsterdam, 10 november 2014
Roelie van Os

Lijst