Tarangita

‘ Hij gaf me zo’n liefdevolle, brede lach.’

Ma Shantam Tarangita
(‘Silence Rippling’)

Geboren in 1953 in Roosendaal en Nispen
Ontving sannyas in 1984 in Oregon

Osho, toen Bhagwan Sree Rajneesh, kwam op verschillende manieren, min of meer tegelijkertijd, naar me toe.

Iets over mezelf voor die tijd. Ik kom uit een katholiek milieu. Mijn moeder was dan weer zeer streng gelovig, dan weer humanistisch, maar wat ze ook geloofde, haar geloof werd er bij haar kinderen in geslagen. We groeiden op in een wereld van ‘Naar buiten toe vooral doen alsof alles goed is.’ En binnenshuis was geestelijke en lichamelijke mishandeling een vanzelfsprekendheid. In die tijd was slaag nog niet echt abnormaal. Dat ik met blauwe plekken op school kwam, daaraan werd geen aandacht besteed. In plaats daarvan zei de non en onderwijzeres van mijn 4e klas lagere school: ‘Jouw moeder komt vast en zeker in de hemel.’ Dat was in een periode dat ze vaak op de voorste rij van de kerk de Heilige Mis bijwoonde.

Als kind was ik iemand die graag andere kinderen pestte en het vernielen van andermanseigendommen, vooral mooi aangelegde tuinen, gaf me ronduit een extatisch gevoel. Rond m’n veertiende liep ik weg van huis en kwam in de hippiewereld van flowerpower en drugs terecht. Ik werd daarna opgevangen door verschillende pleeggezinnen en hoewel ze hun best deden, het was onmogelijk om van mij nog een dame te maken. Op m’n zeventiende ging ik op kamers. Vrijheid. Ik snapte er niets van, maar ‘t lukte me toch om me op de een of andere manier staande te houden.

Op m’n 19e ontvluchtte ik ’t benauwende Brabant en vertrok naar Amsterdam. Op zoek naar een ander soort vrijheid. Daar kwam ik via Man Vrouw Maatschappij terecht in ‘t Vrouwenhuis. Daar leerde ik om vriendschappelijk met vrouwen om te gaan en kreeg contact met de vrouwen van ’t meer radicale Vrouwenweekblad. Ik woonde toen in een woongroep in een kraakpand en daar was aan de buitenmuur een affiche opgeplakt met een foto van Osho met de oproep om een kinderdagverblijf te beginnen in de visie van Osho. Als radicale feministe dacht ik, ‘Hoe kan een man hier nu verstand van hebben. Alleen vrouwen kunnen zoiets organiseren!’

Ik had inmiddels m’n zoon Wally gekregen (1981) en ging graag met hem zomers naar ‘t Vondelpark toe. Daar zag ik op een gegeven moment een man en vrouw zitten in ’t rood met een mala om. Zij hadden een kind van dezelfde leeftijd als mijn zoon. Ik had al eerder in de Leidsestraat en Vondelpark ‘rode mensen’ zien lopen en gaf hen vaak vijandige opmerkingen, waarom ze een foto van hun hond om hun nek hadden hangen. Het viel me op dat ze niet negatief terug reageerden en dat gaf me de moed om deze twee mensen (Saroja en Deva) met hun kind (Ko Hsuan) te benaderen. We hadden het alleen over koetjes en kalfjes, maar het was fijn, zo’n gewoon normaal contact. Ik was zo iemand die op het eerste gezicht heel dominant extrovert was maar daarna volledig dichtklapte.

Ergens was m’n nieuwsgierigheid geprikkeld maar ik wist zeker dat ik NOOIT met een man om m’n nek zou gaan lopen (mala) en zeker niet met een foto van een man met een baard. Ik had echt een grote hekel aan baarden. Ik ontmoette een andere sannyasin, Ma Shanti, in de Kosmos, New Age Centrum in Amsterdam. Tegenover de Kosmos lag een boot, wat tevens een Osho Meditatiecentrum was. Ik geloof dat het ‘De Lichtboot’ heette.

Iedereen in de Kosmos raadde me af om naar die boot te gaan, want, werd er gezegd, daar werd je gehersenspoeld. Dus onderdrukte ik m’n nieuwsgierigheid en ging niet. Shanti vroeg of ik zin had om met haar zoon en Wally naar Frankrijk te gaan op vakantie. Daar zei ik ‘Ja’ tegen en daar in Frankrijk had ik een droom. Ik droomde dat iemand naar me toekwam en me mededeelde dat ik naar het kantoor van Osho moest komen. Ik ging daar naar toe en daar zat Osho met een brede grijns, zonder baard. Ik dacht, ‘Nu heb ik geen reden meer om niet naar Osho te gaan.’

Terug in Nederland zag ik een advertentie in het feministisch blad ‘Opzij’ voor een meditatieweekend alleen met vrouwen. Ik ging er naar toe, gekleed in zwart leren jas en met opgeschoren groen punkie kapsel, met het gevoel: ‘Als iemand mij commentaar geeft, dan geef ik ze shit.’ Maar ‘t tegenovergestelde gebeurde. De vrouwen reageerden totaal niet op m’n uiterlijk en na ‘t weekend voelde ik me als nooit tevoren, zo goed.

Terug in het Vrouwenhuis werd me gevraagd om een artikel voor het Vrouwenweekblad te schrijven en ik zou een artikel schrijven tegen Osho. De inhoud zou zoiets moeten zijn dat Osho fascistisch was en dat het gevaarlijk was om hem te volgen. De mala, die kralenketting met een foto van Osho, was dan het symbool van fascisme. Ik had de moed niet om te zeggen dat alles anders was dan dat het op ’t eerste gezicht leek. Ik ging naar de bibliotheek en haalde daar een boek van Osho. Toen ik begon te lezen realiseerde ik me, dat in dit boek alle antwoorden stonden op vragen die ik aan niemand durfde te stellen.

Ik ging naar een Osho Centrum en haalde daar een audio tape uit de serie ‘Revolution’. Ik luisterde naar de tape terwijl ik op bed lag en ik lag daar als vastgeklonken. De enige revolutie was de revolutie ‘inwards’, dat was de essentie van de tape. Ik vertelde de vrouwen in het Vrouwenhuis dat ik naar Oregon ging om met eigen ogen te zien wat daar nu gebeurde. Ik wist in mijn hart dat ik sannyas wilde nemen maar durfde dit niet hardop te zeggen.

Eenmaal in Oregon ging ik helemaal uit m’n dak. Ik voelde me zo vrij als een vogeltje. Het was mogelijk om Osho te zien als hij met de auto stapvoets langsreed. Het was een warme dag en ik droeg, zoals velen, een hoed om me tegen de zon te beschermen. Voordat Osho langs kwam werd door iemand gezegd dat je je hoed af moest nemen en ik kwam meteen hiertegen in opstand omdat ik simpelweg dacht: ‘De zon is heet en ik het is normaal om me tegen de zon te beschermen.’ Zodra de controleurs wegwaren, zette ik daarom m’n hoed weer op. Ik wachtte met bonkend hart tot Osho langs kwam en dacht: ‘Als Hij ’t hier niet mee eens is, ben ik ‘t niet met Hem eens. Dan ben ik er ook meteen klaar mee.’ Osho kwam langzaam dichterbij rijden en Hij gaf me zo’n liefdevolle, brede lach. Wat er dan gebeurt is moeilijk te omschrijven. Ik was blij dat ik in ieder geval van Hem mezelf mocht zijn.

Het was spannend om weer terug te komen in het Vrouwenhuis met mijn rode kleding en met mijn mala om. Voor veel vrouwen was dit een schok. Er werd gefluisterd dat ze niet naar me toe moesten gaan want dat je dan gehersenspoeld werd en ik dacht: ‘Dít is dus fascisme!’ Voor mij brak een tijd aan van leren naar binnen te gaan. Leren om eerlijk naar mezelf te zijn. Ontdekken hoe ‘t is om naar m’n intuïtie te luisteren. Leren van mezelf te houden. Ervaren wat meditatief leven inhoudt… iets wat tot op heden altijd maar doorgaat.

In diepe dankbaarheid dat Osho in m’n leven is gekomen!

Amsterdam, 22 juni 2012
Tarangita Bosman

Lijst