Satyamo

De Grote Grap

Swami Satyamo
(Ultieme waarheid)

Geboren in 1947 in Blaricum
Ontving sannyas in 1980

Ik was bijna 33 jaar – de ideale leeftijd om verlicht te raken. Maar wellicht ook om mijn leven een radicale wending te geven. Nu ben ik zowat dubbel zo oud en nog steeds niet verlicht, hoewel de smaak daarvan me nooit meer los zal laten.

Het gebeurde op de eerste zomerdag van 1979, op 13 mei. Ik lag in mijn slipje in de tuin van vrienden in Dordrecht en las het door hen aanbevolen boek Oorspronkelijk Gezicht van Jan Foudraine, die nu Swami Deva Amrito heette. ‘Bhagwan! Poona! Dat is vast iets voor jou,’ hadden ze me aanbevolen. Nou, dat heb ik geweten. Want al bij de eerste pagina’s kreeg ik het onrustige vermoeden dat ‘de Bhagwan’ niet de eerste de beste goeroe was. De dagen erna werden een feest van herkenning en bevestiging, er viel van alles uit mijn leven op zijn plaats en daarover schreef ik maanden lang enthousiast mijn dagboek vol. Eindelijk was er een religie waarin ik me helemaal thuis en gekend voelde, en waarvan de ideeën naadloos aansloten bij de mijne, zoals over mystiek en de eenheid van alles. Ik nummerde zelfs de dagen na die dag in mei, alsof toen al voor mij een nieuwe kalender, een nieuw leven begon. Ik ging naar Amitabh, de boot aan de Amsterdamse Prins Hendrikkade, deed mijn eerste meditaties en genoot ervan hoe lichamelijkheid gerijmd werd met spiritualiteit. Ik kocht en beluisterde cassettes, las de prachtig vormgegeven boeken – de wereld was te klein om mijn vreugde te vieren over het feit dat er ook anno 1979 verlichte mensen rondliepen. Om mensen als Jezus of Boeddha te vinden hoefde ik niet eeuwen terug te reizen, want ik kon ze ook gewoon in het hier en nu ontmoeten.

Die zomer ging ik alleen op vakantie. Ik kon gebruik maken van een appartement van een vriend in Saint-Tropez en had boeken en cassettes van Bhagwan meegenomen. Dronken – en niet in de eerste plaats van drank – zwierf ik bloot in oranje tuinbroek over de kades, genoot van terrasjes, muziek, mensen en vrede. Van de maan en de sterren, van straatzangers, muziekbandjes en Pink Floydklanken in lome kleurige nachten. Van lange uitputtende wandelingen naar de stranden onder de hete zon. Het was een continue roes van blijheid, acceptatie, vrede, vertrouwen, lekker in mijn lijf zitten, bewogen worden zonder te bewegen. En het wonderbaarlijke was dat ik alleen was – iets wat ik eerdere vakanties nooit gedurfd zou hebben – en juist daarom één van de mooiste vakanties van mijn leven had. Ik hield van alles en iedereen, vond alles mooi en goed. The flowers showered, ook over mij. Ik dronk de smaak van verlichting. Die roes heeft maanden lang geduurd, ook toen ik weer verder ging met mijn studie psychologie. Het kon niet uitblijven dat ik op gegeven moment in het vliegtuig naar India zat, waar ik meteen voelde hoe de grond doortrokken was van millennia diep doorleefde religie. Daar lag het beloofde land achter de kleurige horizon, en zou ik Bhagwan in het echt gaan meemaken.

Bij Bhagwan voelde ik me helemaal thuis en de ashram was de sprookjeswereld waarover ik al lang in psychedelische visioenen had gedroomd. Het bestond echt allemaal! De toespraken van Bhagwan in de Buddhahall waren niet alleen doortrokken van stilte en eenvoud waarin leven en sterven omarmd werden, maar ook van zen en paradoxen, en van grappen en humor. Ik begon me zelfs af te vragen of dit alles niet één grote grap was, want Bhagwan had vaak verteld dat verlichting niet voor serieuze mensen was weggelegd. Ik stopte mijn vraag in het daarvoor bestemde busje. ‘And in fact, this whole thing is a joke: your misery, my enlightenment,’ besloot Bhagwan zijn lezing op 16 december, die later onder de titel Don’t take enlightenment seriously gepubliceerd werd. Naast zijn prachtige en lange toespraken waren er de meditaties met ontroerende klanken van Deuter, die toen Chaitanya Hari heette. De Kundalini, de Nadabrahma en de Gourishankar waarop ik effortless meedanste, meezoemde en deinde. En dan waren er natuurlijk de therapiegroepen, compleet met woede, angsten, vloeken, seks en vechten, maar ook met tederheid en omhelsd worden en later vrijen met de mooiste en liefste jongen van de groep. En geheimzinnige black-outs, waarbij de hele ashram in het donker werd gezet en velen zich afvroegen wat voor magische en occulte dingen er toen allemaal gebeurden.

Op 14 januari 1980 zat ik in het Chuang Tzu Auditorium voor Bhagwan en ik schrok ervan dat hij echt helemaal léég was – iets wat in het Westen niet altijd een compliment voor iemand is. Ik nam sannyas, een gebeurtenis waarvan ik me achteraf weinig herinner – iets wat veel sannyasins is overkomen. Bhagwan gaf me de ontzettend mooie naam Satyamo, wat volgens hem ‘ultieme waarheid’ betekende, en waarvan de klank aanvoelde alsof die op mijn lijf geschreven was. Nou vond ik dat ‘ultieme’ wel erg veel van het goede, en zelfs tot vandaag de dag laat ik dat maar even weg als ze me vragen wat mijn naam betekent. Waarheid. Wat is waarheid? Dat is een vraag die me al zowat mijn hele leven bezighoudt. Wellicht leefde ik bij Bhagwan in een romantische sprookjeswereld. Maar die was voor mij wel helemaal waar en is dat tot vandaag de dag. Omdat deze me een hogere, diepere werkelijkheid liet zien dan de alledaagse werkelijkheid die we geheel onterecht ‘realiteit’ noemen.

Blaricum, 8 oktober 2011
Satyamo Uyldert

De lezing van 16 december 1979 is opgenomen in deel 7 van The Dhammapada, waarvan de oorspronkelijke werktitel The Book of the Books was.

Zie voor mijn volledige verhaal mijn in 1980 geschreven Terug naar Huis bij uitgeverij Lulu op
www.lulu.com

Zie ook www.satyamo.nl.

Toespraak van Bhagwan tijdens mijn sannyasdarshan

Dit is je nieuwe naam: Swami Satyamo.

Satyamo betekent de ultieme waarheid. Waarheid is niet door het denken te verkrijgen. Waarheid is alleen te verkrijgen door intuïtie. Waarheid kan niet gevonden worden door logica, door te denken, door het hoofd; maar kan alleen door het hart gevonden worden, door voelen, door liefde.

Het hele probleem van een zoeker is dus hoe hij zijn energie van het hoofd naar het hart stuurt. De hele gestalt moet veranderd worden. Onze samenleving leert ons om alle energie naar het hoofd te sturen. Zij sluit alle andere centra uit, staat niet toe dat energie naar alle andere centra gaat, alles moet naar het hoofd.

Onze samenleving is gericht op het hoofd, dus het is geen toeval dat miljoenen mensen gek zijn, raar, ziek. Hun hoofden koken over van energie, en hun harten zijn leeg omdat daar geen energie heen gaat. Het hart blijft ondervoed, blijft krimpen – en het is juist door het hart dat er een brug geslagen kan worden met het leven, met god. Alleen het hart maakt het mogelijk om blij te zijn, gezond te worden, om de ultieme waarheid te bereiken.

Sannyas is alleen maar een begin, een klein begin van verandering van de gestalt, van het sturen van de energie van het hoofd naar het hart. Het is mogelijk om energie naar elk centrum te sturen. Het enige dat nodig is, is ons probleem te begrijpen. En als we weten wat het probleem is, is de oplossing niet ver meer. Het probleem draagt feitelijk al de oplossing in zich. Als het goed begrepen is, zal je de oplossing in het probleem vinden, zal je het antwoord in de vraag zelf vinden.

Dus dit is wat je te doen staat: je energie van het hoofd naar het hart sturen. Meer voelen, zingen, dansen, met muziek meedoen; naar de sterren kijken, de zonsondergang, de bloemen, de bomen, en je zal jezelf dichter bij het hart voelen komen. Vermijd argumentaties, redenaties, haarkloverijen. Vermijd dat, het leidt nergens toe. Het voert je meer en meer de woestijn in, meer en meer weg van jou en je waarheid.

Poona, 14 januari 1980

Lijst