Grada

Sannyas? Vanzelfsprekend!

Ma Prem Grada
(‘Liefde en Moed’)

Geboren in 1941 in Boskoop
Ontving sannyas in 1979

Het zal ongeveer 1977/1978 geweest zijn, dat iemand mij vertelde over Bhagwan: een verre onbekende. Ik vond het een apart verhaal. Daarna kwam er een artikel in Panorama. Het was iets van: Poona, waar je armen en benen gebroken worden. Zowel het verhaal als het artikel riepen bij mij genoeg op om er met anderen over te praten. De ingang die ik koos was: ‘Toch wel erg daar, een plek waar je armen en benen gebroken worden.’ Het antwoord van de persoon tegen wie ik dit zei, was onmiddellijk: ‘Dat is beter dan rondlopen met een gebroken ziel.’ En daar kon ik het weer even mee doen.

In 1979 las ik net als vele anderen het boek van Amrito (Jan Foudraine) over Poona. Ik was stuk gelopren in het leven. Ik had geen idee wie Bhagwan was, maar ik moest er heen. Vanaf dat moment leek het allemaal buiten mij om te gaan. Ik zei mijn baan en gehuurde kamer op en kocht een ticket. In de bus naar Schiphol leek het alsof ik buiten mijn wil om naar het vliegveld werd ontvoerd. De bus bracht mij er heen, ik wilde niet. Maar er was geen weg meer terug. Het was onwezenlijk en dat bleef het.

In Poona leek het alsof er verder geen wereld meer bestond. Ik was er, had geen doel meer, niets moest er. De dagen gingen voorbij met in het nu zijn, met op de achtergrond nog wat rumoer van ‘Ja, maar, ik moet toch eigenlijk ook wat doen!’ Mijn ervaringen met Osho: ik kan ze niet omschrijven. Ik nam sannyas, sannyas nam mij. Het was vanzelfsprekend.

Osho zei 12 Juli 1979 tegen mij: ‘Close your eyes…. Good. Come close to me. This is your name: Ma Prem Grada. Prem means love; grada means brave. Love is the greatest thing in life, because it needs your total courage. It needs your total courage because the ego has to be dropped. Love can happen only when the ego disappears. With love you cannot have the ego, with the ego you cannot have love. They can’t exist together, there is no possibility of their coexistence. If the ego is there, then love is false, pseudo; it is something else masquerading as love. It can even be hate with the label of love. The ego has to be utterly dropped, and it can be dropped because it is not really part of our being. It is an artifact, it is our own creation. In itself it has no substance, it is a shadow. Hence to look deep down into it is to make it disappear; to look for it is not to find it at all. It exists only because we never look within. Look within… ‘ Gently arching His eyebrows to stress the point: ‘…let the ego disappear, and then you will be surprised: great love is welling up – love that you have never known before, love that you have not even dreamed about, love that is not a relationship but a state of being, an unconditional sharing of joy.’

Natuurlijk liet ik niet direct mijn ego los en was en ben ik niet in de voortdurende staat van liefde. Mijn proces van loslaten ging in het begin langzaam. Door de jaren heen gaat het steeds sneller en sneller. Het leek in het begin alsof ik iets los liet en dan afwachtte of dat wel goed ging. Langzamerhand kwam er meer en meer vertrouwen, dat het echt goed gaat als ik meer en meer loslaat.

In Poona zei de mind: ‘Waarom ben ik hier niet eerder heen gegaan. Bhagwan, waarom heb je me niet eerder hierheen gehaald?’ Osho gaf direct het antwoord, wat ongeveer was: ‘When the discipel is ready, the Master is there.’ En zo kwamen alle antwoorden en komen ze nog steeds op de niet stoppende vragende mind. Ik kom van alles tegen in mijn proces van loslaten, zoals af en toe weer stevig het ego vastzetten, de onzin er weer opnieuw van inzien, weer loslaten, enzovoort. Wat ik zoal tegen kom op mijn pad, zijn: mijn gehechtheden, mijn mind, mijn ego, mijn angsten, mijn gevechten en veel meer. Soms doe ik gekke dingen, soms ben ik onaardig en geniet daarvan. Soms zit ik in de ruimte van Liefde, om er daarna weer uit te zijn. Ik doe van alles in het leven, maar op de voorgrond blijft: er is maar één ding belangrijk en dat is meditatie. Soms duw ik dit even naar de achtergrond, om het daarna weer alle ruimte op de voorgrond te geven. Het is de rode draad die door alles heen loopt. Ook als ik, het ego, weg wil: de rode draad blijft en houdt mijn niet-ego, houdt meditatie, vast.

Veel plekken waar ik kom: ik heb het idee, dat Osho mij daarheen leidt. De gevechten van: ‘Daar wil ik helemaal niet heen,’ worden minder. Er komt meer en meer vertrouwen, dat het goed is.

Lijfelijk dicht bij Osho zijn: het mooiste wat mij overkwam. Hier waren drie gebeurtenissen met een extra dimensie. Osho die langer dan even in mijn ogen keek: de tijd stond stil, het leek alsof hij onnoemelijk lang in mijn ogen keek. Ik wist niet hoe lang. Het was tijdloos. Als ik een tijd had moeten noemen had ik een uur kunnen zeggen. De ‘werkelijkheid’ was korter. Eénmaal liep hij achteruit door zijn gang naar zijn kamer, éénmaal zat hij in de auto en stuurde zelf. Ook hier: het valt niet te omschrijven wat ik ervaarde. Wat ik in het dagelijkse leven ervaar is, dat, als ik dicht bij mezelf ben, ik meer in meditatie ben en Osho dicht bij mij is.

Inmiddels heb ik ‘Prem Grada’ samengevoegd tot Prema. (Wat natuurlijk niets afdoet aan de betekenis.)

Haarlem, 9 december 2011
Prema Kleisen

Lijst