Het boek van niets

Perfectie is een egotrip

Dit is de laatste aflevering van Osho’s commentaar op Hsin Hsin Ming –
het Boek van Niets van de Chan meester Sosan, de derde patriarch van Zen.

Om de vorige 36 afleveringen te zien, zie: Het Boek van Niets.
De eerste aflevering staat onderaan.

ÉÉN DING, ALLE DINGEN:
BEWEEG DAAR TUSSENDOOR EN VERMENG JE ERMEE,
ZONDER ONDERSCHEID. 

LEVEN IN DIT BESEF IS ZONDER ANGST ZIJN OVER NIET-VOLMAAKTHEID.

Waarom zou je bezorgd zijn over perfectie? Ook dat is een egoïstisch doel. Dit moet je heel diep begrijpen, want zelfs religieuze mensen proberen perfect te zijn. Maar wie ben jij om perfect te zijn? Alleen het geheel kan perfect zijn, jij kunt nooit perfect zijn. Hoe kun jij perfect zijn? Zelfs een Boeddha moet ziek worden, hij moet sterven. Jij kunt niet volmaakt zijn! Het eigenlijke doel van perfectie is een egotrip. Het geheel is al volmaakt, je hoeft je daar niet druk over te maken – en in het geheel ben jij ook volmaakt. 


Twee woorden moet je begrijpen: het ene is perfectie, het andere is heelheid. Een echt religieus persoon is bezig met heelheid, nooit met perfectie, en een pseudo-religieus persoon is bezig met perfectie, nooit met heelheid.
Heelheid betekent: ‘Ik ben niet, het geheel is’. En het is perfect, want hoe kan het ook anders? Er is geen vergelijking, er is niemand anders. Maar als je denkt in termen van perfectie, moraliteit, idealen, karakter, dan moet je perfect zijn, daar word je gek van.
Alle perfectionisten worden gek – dat is hun ultieme, uiteindelijke einde – want als een afzonderlijke eenheid blijf je onvolmaakt, je kunt niet volmaakt zijn. Hoe kun jij perfect zijn? Want je energie komt uit het geheel, ze gaat naar het geheel – jij bent niet. Een golf moet een golf blijven, hij kan de oceaan niet worden. En als hij het te hard probeert, zal hij gek worden.
Daarom zie je in de wereld van de religie de meest egoïstische mensen, omdat ze overal perfect in willen zijn. Ze staan op perfectie. Ze kunnen niet ontspannen zijn, ze zullen altijd gespannen zijn. En altijd zal er iets mis zijn en zij moeten het rechtzetten – en ze zullen altijd benauwd blijven. Ga naar de gekkenhuizen, en je zult daar negentig procent perfectionisten vinden. 

Een man van begrip blijft ontspannen. Dat betekent niet dat het hem niets kan schelen. Nee, hij bekommert zich er wel om, maar hij kent de beperkingen. Hij bekommert zich er wel om, maar hij weet dat hij slechts een deel is. Hij denkt nooit dat hij het geheel is, dus hij maakt zich nooit druk.
Hij geniet van wat hij ook doet, goed wetend dat het onvolmaakt zal blijven, het kan niet perfect zijn. Maar hij geniet ervan, en door ervan te genieten, gebeurt elke mogelijke perfectie zonder dat hij zich druk maakt. Hij houdt ervan, goed wetend dat het niet het absolute zal zijn. Dat kan het niet zijn; iets zal onvolledig blijven, dat is de aard van de dingen. 

Daarom hebben we in het Oosten altijd geloofd – en in iets heel waars geloofd – dat wanneer iemand volmaakt wordt, hij niet opnieuw geboren wordt, maar uit deze wereld verdwijnt. Hij moet wel, want in deze wereld is alleen imperfectie mogelijk. Hij past hier niet meer, hij is niet meer nodig, hij lost op in het geheel.
Zelfs een Boeddha blijft tot het laatste moment van zijn leven onvolmaakt, maar maakt zich daar niet druk over. Daarom hebben boeddhisten twee termen voor NIRVANA. De ultieme verlichting noemen ze MAHAPARINIRVANA, en verlichting noemen ze NIRVANA. NIRVANA betekent dat een boeddha in het lichaam is. Hij heeft verlichting bereikt, hij is een kenner geworden, maar hij is nog steeds in het lichaam, het lichaam van onvolmaaktheid. Hij is nog steeds in de wereld van onvolmaakte delen. Dit is NIRVANA, verlichting.
Wanneer hij dan het lichaam verlaat, wanneer hij gewoon verdwijnt in de ultieme leegte, is dat MAHAPARINIRVANA, dat is de grote verlichting. Nu verdwijnt onvolmaaktheid, nu is er geen individualiteit meer, nu is hij heel. Alleen het geheel kan volmaakt zijn. Nu kan Boeddha volmaakt zijn, want nu is hij opgelost in het geheel, is hij oceanisch. 

Osho: Hsin Hsin Ming – The Book of Nothing #10.

Meer: Perfectie is een egotrip

Het leven is een organische eenheid

Deze weken staan in het teken van Osho’s commentaar op Hsin Hsin Ming –
het Boek van Niets van de Chan meester Sosan, de derde patriarch van Zen.

Het volgende is het tweede stuk uit hoofdstuk 10.
Voor de vorige afleveringen, zie: Het Boek van Niets.

ÉÉN DING, ALLE DINGEN:
BEWEEG DAAR TUSSENDOOR EN VERMENG JE ERMEE… 

Het leven is een organische eenheid. Niets is verdeeld, alles is één. Als je denkt dat het verdeeld is, de verdeeldheid wordt door de mind afgedwongen. Anders vermengt alles zich, smelt samen, gaat op in de ander. Het gebeurt de hele tijd. Je ziet het niet omdat je volledig blind bent geworden met woorden. 


Je eet een vrucht; de vrucht wordt je bloed. De boom is in jou versmolten, de grens is verdwenen. En deze vrucht kan vroeger in het bloed van vele mensen gehuisd hebben, vele dieren, vele planten, vele rotsen. Deze energie die de vrucht is, is er altijd geweest in het bestaan – smeltend, samensmeltend, opkomend, bewegend van dit naar dat, alle grenzen passerend.
Kijk maar naar elk willekeurig fenomeen. De vrucht aan de boom, wat doet die? Wetenschappers zeggen dat de vrucht een wonder verricht. Het transformeert de aarde, het transformeert de zonnestralen, het transformeert het water. Het is een wonder, want je kunt aarde niet eten, je kunt zonnestralen niet direct eten. Deze vrucht, een appel, verricht een wonder. Het transformeert alles en maakt het zo dat je het kunt absorberen en het je bloed wordt.
En deze energie is in beweging geweest omdat ze er altijd is geweest. Het geheel van de energie blijft hetzelfde, want er is nergens anders om naartoe te gaan, dus de energie kan niet minder OF meer zijn. Er wordt niets aan het universum toegevoegd en er kan niets worden verwijderd. Waar haal je het weg? Het geheel blijft hetzelfde. 

De ene dag was de vrucht gewoon in de aarde, je had het niet kunnen eten. De vrucht lag in de zon, de vitamine D zat in de zon. Nu heeft de vrucht het geabsorbeerd, nu is de aarde getransformeerd – er geschiedt een wonder! Waarom zou je naar een tovenaar gaan om een wonder te zien? Het gebeurt: het vuil is veranderd in heerlijk voedsel.
En je eet het, het wordt je bloed. Je bloed roert zich voortdurend, het creëert sperma. Nu wordt er een zaadje geboren, het wordt een klein kind. Nu is de vrucht, de appel, verhuisd naar het kind. Waar zijn de grenzen? De boom beweegt in jou, de zon beweegt in de boom, de oceaan beweegt in de boom, jij beweegt in het kind en zo gaat het door… 

Alles beweegt. De adem die in jou is, zal even later in mij zijn. En de adem is leven, dus jouw leven en mijn leven kunnen niet verschillend zijn, want dezelfde adem die jij inademt adem ik in. Ik adem uit, jij ademt in; jij ademt uit, ik adem in.
Jouw hart en mijn hart kunnen niet erg verschillend zijn. Ze ademen en kloppen dezelfde oceaan van levenskracht rond. Ik noem dit mijn adem, maar tegen de tijd dat ik het genoemd heb, is het niet meer van mij – het is verplaatst, het is van huis veranderd, nu is het de adem van iemand anders. Wat jij je leven noemt, is niet van jou. Het is van niemand – of van iedereen. 

Wanneer iemand naar de werkelijkheid kijkt, dan ziet hij dat het geheel een organische eenheid is. De zon werkt voor jou, de oceaan werkt voor jou, de sterren werken voor jou. De mensen die op de wereld rondlopen werken voor jou en jij werkt voor hen. Je zult sterven en wormen zullen je lichaam opeten, je zult hun voedsel worden.
Je maakt je klaar, je wordt rijp, om te sterven, om voedsel voor iemand anders te worden. En dit moet zo zijn – omdat je zoveel dingen tot je eigen voedsel hebt gemaakt, moet je uiteindelijk hun voedsel worden. Alles is voedsel voor iemand anders. Het is een ketting… en je wilt je aan het leven vastklampen. En de appel, die wil zich ook vastklampen aan het leven; en het graan, het graan wil ook zichzelf blijven. Dan zal het leven ophouden. 

Het leven leeft door de dood. Jij sterft hier, iemand anders komt daar tot leven; ik adem uit, iemand anders ademt in. Net als een ritmische uitademing, inademing, zo is leven en dood. Leven is inademen, dood is uitademen.
Wanneer je rijp bent, zul je op de aarde vallen. Dan zullen de wormen je opeten en de roofvogels zullen komen om van je te genieten. Je hebt van veel voedsel genoten, nu zul je op jouw beurt genoten worden. Alles smelt, ontmoet, versmelt. Dus waarom zou je je zorgen maken? Dit gaat gebeuren, dit gebeurt al. Alleen de geheel leeft, individuen zijn onecht. Alleen het ultieme leeft – al het andere zijn slechts golven erin, ze komen en ze gaan. 

Wanneer je de werkelijkheid vlak voor je neus ziet, is er plotseling geen probleem, geen angst, want het geheel gaat door met leven, of je nu leeft of niet. Je dood is dan geen probleem, je leven is dan ook geen probleem. Je zult op vele miljoenen manieren in het geheel leven.
Soms zul je een vrucht zijn… dat is de betekenis van het Hindoeïstische concept van miljoenen YONIS. Soms was je een dier en soms was je een insect en soms was je een boom en soms was je een rots – en het leven gaat door. 

Dus in zekere zin ben je niemand en in andere zin ben je iedereen. Je bent leeg in één zin en je bent vol in een andere zin. Je bent niet in één zin en je bent alles in een andere zin – want je bent niet afgescheiden.
Afscheiding brengt angst. Als je angstig bent, in angst, betekent dat dat je denkt dat je afgescheiden bent – je creëert onnodig problemen voor jezelf. Dat is niet nodig, want het geheel leeft verder; het geheel sterft nooit, het kan niet sterven. Alleen delen sterven – maar die dood is niet echt een dood, het is een wedergeboorte. Hier sterf je, daar word je geboren. 

Osho: Hsin Hsin Ming – The Book of Nothing #10

Meer: Het leven is een organische eenheid.

Je bent verdwaald in een talige droom

Deze weken staan in het teken van Osho’s commentaar op Hsin Hsin Ming –
het Boek van Niets van de Chan meester Sosan, de derde patriarch van Zen.

Het volgende is het eerste stuk uit hoofdstuk 10.
Voor de vorige afleveringen, zie: Het Boek van Niets.

WOORDEN!
VOORBIJ TAAL IS DE WEG,
WANT DAARIN IS ER GEEN GISTEREN,
GEEN MORGEN, GEEN VANDAAG.

De mens is verdwaald vanwege woorden, symbolen, taal. Je bent niet verdwaald in de werkelijkheid, je bent verdwaald in een talige droom – want de werkelijkheid is er altijd voor je, maar jij staat niet altijd voor de werkelijkheid. Je bent ergens anders, altijd ergens anders, want je bent een mind en een mind betekent iets dat afgedwaald is.
Een mind betekent dat je nu niet kijkt naar dat wat is, maar erover nadenkt. Het ‘over’ is het probleem, het ‘over’ is de manier om de werkelijkheid te missen. Filosofie is de manier om de werkelijkheid te missen. Zodra je erover nadenkt, zal het doel nooit bereikt worden. 

Wat is denken? Het is een substituut. Als je liefde kent, denk je er nooit over na. Je hoeft er niet over na te denken. Als je geen liefde kent, denk je erover na – werkelijk, je denkt nergens anders over na. Hoe kun je liefde kennen door na te denken? Want het is een existentiële ervaring. Het is geen theorie, het is niet speculatief. Om het te kennen, moet je het zijn.
Waarom denkt de mind na over dingen die niet ervaren worden? Omdat dit een substituut is; het hele wezen voelt de behoefte, wat moet je dan doen? Door er alleen maar aan te denken voel je je een beetje op je gemak, alsof er iets gebeurt, alsof je het ervaart. Het gebeurt in de droom, het gebeurt terwijl je wakker bent – want de mind blijft hetzelfde of je nu slaapt of wakker bent. 

Alle dromen zijn substituten en alle denken ook, want denken is dromen terwijl je wakker bent, dromen is denken terwijl je slaapt. Ze zijn niet kwalitatief verschillend, ze zijn hetzelfde proces. Als je dromen kunt begrijpen, zul je ook het denken kunnen begrijpen.
Dromen is primitiever, dus eenvoudiger. Denken is gecompliceerder, meer geëvolueerd en daarom moeilijker te doorgronden. En wanneer je iets wilt doorgronden, kun je er beter vanuit de eenvoudigste vorm in doordringen. 

Als je de dag ervoor niet hebt gegeten, zul je ‘s nachts dromen over eten: je wordt uitgenodigd door de koning, je eet heerlijke spijzen. Als je naar seks smacht, zul je een seksuele droom hebben. Als je smacht naar macht en aanzien, zul je daar een vervangende droom voor hebben: dat je een Alexander of een Napoleon of een Hitler bent geworden, dat je de hele wereld domineert.
Een droom gaat altijd over dat wat ontbreekt terwijl je wakker bent; wat je overdag hebt gemist, komt in de droom. Als je overdag niets mist, zal het dromen verdwijnen. Iemand die volledig tevreden is, zal niet dromen. Daarom dromen boeddha’s nooit. Ze kunnen niet dromen, zelfs niet als ze dat willen, omdat alles compleet en voltooid is, er blijft niets aan de mind hangen. 

Osho: Hsin Hsin Ming – The Book of Nothing #10.

Meer: Je bent verdwaald in een talige droom

Zeg gewoon ‘niet twee’

Deze weken staan in het teken van Osho’s commentaar op Hsin Hsin Ming –
het Boek van Niets van de Chan meester Sosan, de derde patriarch van Zen.

Het volgende is het derde stuk uit hoofdstuk 9.
Voor de vorige afleveringen, zie: Het Boek van Niets.

Telkens wanneer je geconfronteerd wordt met verwarring, twijfel, verdeeldheid, conflicten, telkens wanneer je een keuze gaat maken, denk dan aan ‘niet twee’. Maak er een diepe mantra van, die voortdurend weerklinkt in je wezen. Maar onthoud, het moet gedaan worden met begrip, bewustzijn, bewust. Anders kun je blijven zeggen ‘niet twee, niet twee, niet twee’ en ga je door met de twee te doen. En dan worden het twee gescheiden dingen, komen ze  nooit samen.
Dit is wat ik bedoel als ik zeg mechanisch. Mechanisch betekent: op de ene laag zeg je mooie dingen en op de andere laag doe je allemaal lelijke dingen. Op de ene laag zeg je dat iedereen goddelijk is en op de andere laag blijf je het ik, het ego, vechtend, gewelddadig, agressief.
En agressie is niet alleen in oorlog, het is niet zo dat het pas agressie is als je iemand doodt. Agressie is zo subtiel, in je gebaren zit het. Je kijkt, en als je verdeeld bent met ik en gij, is je blik  gewelddadig. 


Ik heb eens gehoord dat het is gebeurd: een gevangene werd bij de directeur van de gevangenis geroepen, en die gevangene was een ideale gevangene. Vijf jaar lang was er geen klacht tegen hem ingediend en de gevangenisautoriteiten dachten er nu over om hem vrij te laten. Hij was een moordenaar en zat zijn hele leven al in de gevangenis, maar vijf jaar lang was hij zo’n goede gevangene geweest, voorbeeldig, en elk jaar had hij de prijs voor de beste gevangene gekregen. Maar ineens was hij op zijn celgenoot gesprongen en had hem hard geslagen, daarom werd hij geroepen.
Zelfs de directeur stond verbaasd. Hij zei: ‘Wat is er gebeurd? Want vijf jaar lang hebben we je in de gaten gehouden – ik heb nog nooit in mijn leven zo’n goede, stille, goed opgevoede gevangene als jij gezien, en we zaten eraan te denken om je vrij te laten. En ineens, wat is er gebeurd? Waarom ben je je celgenoot aangevlogen? Waarom begon je hem te slaan?’
De man stond daar met gebogen hoofd, en schaamde zich diep. En toen zei hij: ‘Het gebeurde omdat mijn celgenoot het blaadje van de kalender afscheurde terwijl het mijn beurt was.’ 

Ze hadden een kalender in de cel en dat was het enige dat ze konden doen, de enige actie die ze mochten doen. Dus hadden ze het verdeeld: de ene dag zou de ene het blaadje afscheuren, de andere dag de ander. En de man zei: ‘Vandaag was het MIJN beurt, en hij scheurde het blaadje af.’
Als je gewelddadig bent, kan dit zelfs een probleem worden. En hij sloeg de celgenoot zo hard dat hij hem zou hebben gedood, gewoon met zijn blote handen. Maar je snapt het niet als je echt denkt dat het iets simpels is – dat is het niet. Als je vijf jaar lang in een cel leeft en niets doet, bouw je zoveel agressie op dat zelfs zoiets kleins heel groot kan worden. 

En dit overkomt jullie allemaal. Telkens wanneer je je vriend, je vrouw, je man aanvliegt, telkens wanneer je kwaad wordt – heb je er ooit bij stilgestaan? – dat het eigenlijk maar om iets kleins gaat, gewoon om een blaadje van een kalender afscheuren. Buiten alle proporties komt je opgekropte woede en agressie naar buiten.
Wanneer het gebeurt, herhaal dan – niet mechanisch, maar bewust – ‘niet twee’, en je zult een plotselinge ontspanning diep in je hart voelen. Zeg ‘niet twee’ en er is geen keuze, er valt niets te kiezen, leuk te vinden of niet leuk. Dan is alles in orde en kun je alles zegenen. Dan ga je waarheen het leven je ook leidt. Je vertrouwt het leven. 

Als je ‘twee’ zegt, dan vertrouw je niet. Vertrouwen is alleen mogelijk als ik en het geheel één zijn, hoe is vertrouwen anders mogelijk? Vertrouwen is geen intellectueel standpunt, geen houding. Het is een totale reactie op het gevoel dat alleen één bestaat, NIET TWEE. Maak dit je mantra, leer dit van Sosan.
Iedere keer dat je twijfel voelt opkomen, verwarring, verdeeldheid, conflict, herhaal het heel stil en diep. Word je eerst bewust van het conflict, herhaal dan in stilte ‘niet twee’ en zie wat er gebeurt. Het conflict verdwijnt. Al verdwijnt het maar voor één ogenblik, het is iets geweldigs. Je bent op je gemak, plotseling is er geen vijand meer in de wereld, plotseling is alles één. Het is een familie en het geheel is gelukzalig met jou. 

Osho: Hsin Hsin Ming – The Book of Nothing #9

Meer: Zeg gewoon ‘niet twee’

Alleen met een ellendige mind kan het ik bestaan

Deze weken staan in het teken van Osho’s commentaar op Hsin Hsin Ming –
het Boek van Niets van de Chan meester Sosan, de derde patriarch van Zen.

Het volgende is het tweede stuk uit hoofdstuk 9.
Voor de vorige afleveringen, zie: Het Boek van Niets.

Mensen zijn zo blij met hun ellende. Soms komt bij mij het gevoel op, wat zullen ze dan doen als al hun ellende verdwijnt? Ze zullen zo weinig om handen hebben dat ze gewoon zelfmoord zullen plegen. En dit is wat ik geobserveerd heb: je helpt ze om uit het ene te komen, de volgende dag zitten ze daar met iets anders. Je helpt ze om daaruit te komen, en ze zitten weer klaar… alsof er een diep vastklampen aan ellende is. Ze halen er iets uit, het is een investering – en het loont.
Wat is de investering? De investering is dat wanneer de schoen niet past, je meer het gevoel hebt dat je bent. Als de schoen helemaal past, ontspan je gewoon. Als de schoen helemaal past, wordt niet alleen de voet vergeten, maar verdwijnt ook het ik. Er kan geen ik zijn met een gelukzalig bewustzijn – onmogelijk!
Alleen met een ellendige mind kan het ik bestaan; het ik is niets anders dan een combinatie van al je ellende. Dus als je er echt klaar voor bent om het ik te laten vallen, alleen dan zal je ellende verdwijnen. Anders zul je nieuwe ellende blijven creëren. Niemand kan je helpen, want je bent op een pad dat zelfvernietigend is, waar je jezelf onderuit haalt. 


Dus als je nog eens bij me komt met een probleem, ga dan eerst van binnen eens na of je wilt dat het opgelost wordt, want wees je ervan bewust – ik kan het geven. Ben je echt geïnteresseerd om het op te lossen of praat je er alleen maar over? Je voelt je goed als je erover praat.
Ga naar binnen om het te onderzoeken, en je zult het voelen: al je ellende bestaat omdat jij er steun aan verleent. Zonder jouw steun kan niets bestaan. Omdat JIJ het energie geeft, daarom bestaat het; als je er geen energie aan geeft kan het niet bestaan. En wie dwingt jou om er energie  aan te geven? Zelfs als je verdrietig bent, is daar energie voor nodig, want zonder energie kun je niet verdrietig zijn.
Om het fenomeen verdriet te laten gebeuren, moet je er energie aan geven. Daarom voel je je na verdriet zo uitgeput, zo leeg. Wat is er gebeurd? Omdat je in een depressie niets deed, je was gewoon verdrietig. Waarom voel je je dan zo uitgeput? Vanuit verdriet had je vol energie terug moeten komen – maar nee. 

Onthoud dat alle negatieve emoties energie nodig hebben, ze zuigen je leeg. En alle positieve emoties en positieve houdingen zijn dynamo’s van energie; ze creëren meer energie, ze zuigen je nooit leeg.
Als je gelukkig bent, stroomt plotseling de hele wereld met energie naar je toe, de hele wereld lacht met je mee. En mensen hebben gelijk met hun spreekwoorden als ze zeggen: ‘Als je lacht, lacht de hele wereld met je mee. Als je huilt, huil je alleen.’
Het is waar, het is absoluut waar. Als je positief bent, blijft het hele bestaan je meer geven, want als je gelukkig bent, is het hele bestaan gelukkig met jou. Je bent geen last, je bent een bloem; je bent geen rots, je bent een vogel. Het hele bestaan is blij met jou.
Wanneer je als een rots dood zit te wezen met je verdriet, je verdriet zit te verzorgen, is er niemand bij je. Niemand kan bij je zijn. Er komt gewoon een kloof tussen jou en het leven. Wat je dan ook doet, je zult het moeten hebben van je bron van energie. Die zal verdwijnen, je verspilt je energie, je wordt leeggezogen door je eigen onzin. 

Maar één ding is zeker: als je verdrietig en negatief bent, voel je meer ego. Wanneer je gelukkig bent, gelukzalig, extatisch, zul je het ego niet voelen. Wanneer je gelukkig en extatisch bent, is er geen ik en verdwijnt de ander. Je bent overbrugd met het bestaan, niet ervan losgebroken – je bent ermee samen.
Wanneer je verdrietig, boos en hebzuchtig bent, alleen maar in jezelf zit te genieten van je wonden en ze steeds weer ziet, met je wonden speelt, een martelaar probeert te zijn, is er een kloof tussen jou en het bestaan. Je wordt alleen gelaten, en daar zul je je ik voelen. En wanneer je je ik voelt, wordt het hele bestaan vijandig tegenover jou. Niet dat het onvriendelijk wordt door je ik – het lijkt onvriendelijk. En als je ziet dat iedereen de vijand is, zul je je zo gedragen dat iedereen de vijand wel MOET zijn. 

Osho: Hsin Hsin Ming – The Book of Nothing #9

Meer: Alleen met een ellendige mind kan het ik bestaan.

Zodanigheid, TATHATA

Deze weken staan in het teken van Osho’s commentaar op Hsin Hsin Ming –
het Boek van Niets van de Chan meester Sosan, de derde patriarch van Zen.

Het volgende is het eerste stuk uit hoofdstuk 9.
Voor de vorige afleveringen, zie: Het Boek van Niets.

IN DEZE WERELD VAN ZODANIGHEID
IS ER NOCH ZELF, NOCH ANDERS-DAN-ZELF. 

OM DIRECT IN HARMONIE TE KOMEN MET DEZE WERKELIJKHEID
ZEG JE GEWOON WANNEER ER TWIJFEL OPKOMT: ‘NIET TWEE’.

IN DIT ‘NIET TWEE’ IS NIETS AFGESCHEIDEN,
NIETS IS UITGESLOTEN.
HET MAAKT NIET UIT WANNEER OF WAAR,
VERLICHTING BETEKENT DEZE WAARHEID BINNENTREDEN. 

EN DEZE WAARHEID IS VOORBIJ UITBREIDING
OF VERMINDERING IN TIJD OF RUIMTE;
DAARIN IS EEN ENKELE GEDACHTE TIENDUIZEND JAAR. 

Probeer eerst het woord ‘zodanigheid’ te begrijpen. Boeddha leunt heel erg op dat woord. In Boeddha’s eigen taal is het TATHATA – zodanigheid. In de boeddhistische meditatie gaat het er helemaal om in dit woord te leven, met dit woord te leven, zo diep dat het woord verdwijnt en je de zodanigheid wordt.
Bijvoorbeeld, je bent ziek. De houding van zodanigheid is: accepteer het – en zeg tegen jezelf ‘zo is de weg van het lichaam,’ of, ‘zo zijn de dingen.’ Ga niet vechten, begin niet te worstelen. Je hebt hoofdpijn – accepteer het. Dat is de aard van de dingen. Plotseling is er een verandering, want wanneer deze houding binnenkomt, volgt er een verandering als een schaduw. Als je je hoofdpijn kunt accepteren, verdwijnt de hoofdpijn. 

Probeer het eens. Als je een ziekte accepteert, begint ze te verdwijnen. Waarom gebeurt dat? Het gebeurt omdat je energie verdeeld is wanneer je vecht: de helft van de energie beweegt zich naar de ziekte, de hoofdpijn, en de helft van de energie vecht tegen de hoofdpijn – een breuk, een kloof… en het gevecht. DIT gevecht is eigenlijk een diepere hoofdpijn.
Zodra je accepteert, zodra je niet klaagt, zodra je niet vecht, is de energie van binnen één geworden. De kloof is overbrugd. En er komt zoveel energie vrij omdat er nu geen conflict meer is – het vrijkomen van energie zelf wordt een helende kracht. Genezing komt niet van buitenaf. Het enige wat medicijnen kunnen doen is het lichaam helpen om zijn eigen helende kracht in stelling te brengen. Het enige wat een arts kan doen is je alleen maar helpen om je eigen helende kracht te vinden. Gezondheid kan niet van buitenaf worden opgedrongen, het is jouw energie die tot bloei komt. 

Dit woord ‘zodanigheid’ kan zo diep werken dat fysieke ziekte, mentale ziekte en uiteindelijk spirituele ziekte – dit is een geheime methode – allemaal oplossen. Maar begin bij het lichaam, want dat is de onderste laag. Als dat je lukt, dan kun je hogere niveaus gaan proberen. Als je daar faalt, dan zal het moeilijk voor je zijn om hogerop te gaan.
Er is iets mis in het lichaam: ontspan en accepteer het, en zeg gewoon van binnen – niet alleen in woorden maar voel het diep – dat dit de aard van de dingen is. Een lichaam is een samenstelling, zoveel dingen zijn erin verenigd. Het lichaam wordt geboren, het is vatbaar voor de dood. En het is een mechanisme, en een complexe; er is alle kans dat er iets misgaat. 

Accepteer het en wees niet geïdentificeerd. Wanneer je accepteert, blijf je erboven, blijf je er voorbij. Wanneer je vecht, kom je op hetzelfde niveau. Acceptatie is transcendentie. Wanneer je accepteert, ben je op een heuvel, je laat het lichaam wordt achter. Je zegt: ‘Ja, zo is de natuur. Dingen die geboren worden zullen moeten sterven. En als geboren dingen moeten sterven, zullen ze soms ziek zijn. Niets om je al te veel zorgen over te maken.’ Alsof het niet met jou gebeurt, maar gewoon in de wereld van de dingen.
Dit is het mooie: dat je transcendeert wanneer je niet vecht. Je bent niet meer op hetzelfde niveau. En deze transcendentie wordt een helende kracht. Plotseling begint het lichaam te veranderen. En hetzelfde gebeurt met mentale zorgen, spanningen, angsten, zorgen. Je maakt je zorgen over iets. Wat is de zorg? Je kunt het feit niet accepteren, dat is de zorg. Je zou willen dat het anders gaat dan het gaat. Je maakt je zorgen omdat je ideeën hebt die je aan de natuur wilt opdringen. 

Osho: Hsin Hsin Ming – The Book of Nothing #9

Meer: Zodanigheid, TATHATA

Je liefde is een drug

Deze weken staan in het teken van Osho’s commentaar op Hsin Hsin Ming –
het Boek van Niets van de Chan meester Sosan, de derde patriarch van Zen.

Het volgende is het vierde stuk uit hoofdstuk 8.
Voor de vorige afleveringen, zie: Het Boek van Niets.

MET EEN ENKELE BEWEGING WORDEN WE BEVRIJD VAN GEBONDENHEID;
NIETS KLEEFT AAN ONS EN WE HOUDEN NIETS VAST. 

ALLES IS LEEG, HELDER, ZELF-VERLICHTEND,
ZONDER INSPANNING VAN DE KRACHT VAN DE MIND. 

HIER HEBBEN GEDACHTEN, GEVOELENS,
KENNIS EN VERBEELDING GEEN WAARDE.

Denk er niet over na, probeer het in het leven te zien. Het zal pijnlijk zijn, want wanneer je liefde voelt, wil je helemaal niet aan haat denken. Je bent echt bang dat als je aan haat denkt, deze hele extase van liefde zal verdwijnen. Als je leeft, wil je helemaal niet aan de dood denken, omdat je bang bent dat je niet van het leven zult kunnen genieten als je te veel aan de dood denkt.
Maar je angst is in zekere zin juist. Als je je echt bewust wordt van de dood, zul je niet meer van het leven kunnen genieten zoals je dat nu doet. Het is ook geen echt genieten. Dat is het niet – het is gewoon ellende. Op DEZE manier zul je niet in staat zijn om te genieten. En op deze manier is het helemaal geen genieten, onthoud dat.
Als je aan haat denkt terwijl je de liefde bedrijft, zul je er niet van kunnen genieten op de manier waarop je er tot nu toe van genoten hebt. Maar is het echt genieten of gewoon een obsessie? Heb je echt genoten van de liefde? Als je genoten had, dan zou je gebloeid hebben, dan zou je een andere geur hebben – en die is er niet. Dan zou je een andere verlichting van zijn hebben en die is er niet. Je bent leeg, arm, diep van binnen – donker, geen vlam. Wat voor soort genot is deze liefde en dit leven en dit alles dan geweest? Nee, je hebt de zaak alleen maar belazerd. 

Jullie liefde is niets anders dan een bedwelmend middel, een drug. Voor een paar momenten val je erin en vergeet je. Dan komt de haat en dan zit je in de ellende. En dan zoek je weer, omdat je in de ellende bent, de liefde, en je liefde is niets anders dan opnieuw in een diepe slaap vallen. Dit is je patroon geweest. Alles wat jullie geluk noemen is niets anders dan in slaap vallen. Overal waar je een goede slaap voelt, zie je dat als gelukkig zijn.
Wat is een gelukkig mens in jouw mind? Hij is iemand die nergens last van heeft. Daarom is er zoveel aantrekkingskracht in alcohol, in drugs, want dan worden zorgen vergeten. Wat is jouw liefde? Het lijkt een biologisch ingebouwd proces van jezelf drogeren. En het is chemisch; bepaalde chemicaliën van het lichaam komen vrij, waardoor de balans van de chemicaliën verandert. Het is niet veel anders dan marihuana of LSD, want in wezen is het de verandering van chemicaliën in het lichaam.
Liefde verandert dat – vasten verandert het ook; de chemicaliën in het lichaam verliezen hun oude patroon. In dat nieuwe patroon voel je je voor een paar momenten goed. Dan komt de haat weer, dan komt de wereld weer binnen, en de zorgen, en je zit weer in het wiel. Je hebt dit al vele levens gedaan. 

Probeer nu iets wat Sosan zegt, en dit is wat alle boeddha’s hebben gezegd. Kijk terwijl je verliefd bent, terwijl je de liefde bedrijft – wees niet bang – kijk hoe het verandert in haat. Terwijl je leeft, kijk hoe het de dood in gaat – elke ademhaling en je gaat de dood in. Elk moment van de tijd verglijdt, en de dood komt steeds dichterbij. Kijk hoe je jeugd ouderdom wordt. Kijk naar het tegenovergestelde!
Er is moed voor nodig, want het oude patroon zal er niet door geholpen worden; het zal erdoor vernietigd worden. Maar als je eenmaal haat in liefde kunt zien, zul je een rust bereiken die beide te boven gaat. Als je leven en dood samen kunt zien, stijg je er bovenuit. In één klap stijg je er bovenuit. In één klap ben je uit de gebondenheid, ben je voor het eerst een vrije ziel – ben je de vrijheid zelf. Daarom noemen we deze ultieme staat MOKSHA, vrijheid. 

Je hoeft niets te doen. Je moet meer gewaar worden in je doen en laten, bewuster worden. Dat is de enige meditatie: alerter worden. In een scherp moment van bewustzijn wordt het bewustzijn een wapen, en in één klap wordt alle gebondenheid verbroken.

Osho: Hsin Hsin Ming – The Book of Nothing # 8

Meer: Je liefde is een drug

Geloof en religie

Deze weken staan in het teken van Osho’s commentaar op Hsin Hsin Ming – het Boek van Niets van de Chan meester Sosan, de derde patriarch van Zen. Het volgende is het derde stuk uit hoofdstuk 8.
Voor de vorige afleveringen, zie: Het Boek van Niets.

TWIJFELS EN BESLUITELOOSHEID VERDWIJNEN
EN LEVEN IN WARE RELIGIE IS MOGELIJK. 

Dit is het verschil. Deze uitspraken van Sosan worden in het Chinees HET BOEK VAN DE WARE RELIGIE genoemd. Het is erg moeilijk voor christenen, mohammedanen, hindoes om te begrijpen wat voor soort ware religie dit is. Probeer het te begrijpen, het is het diepste begrip van religie.
Gewoonlijk is wat in kerken en tempels wordt onderwezen – waar christenen, mohammedanen en hindoes over praten – geen religie maar geloof: Geloof in een God! Maar hoe kun je geloven? Omdat elk geloof zijn eigen twijfel in zich draagt. Daarom sta je erop dat ‘ik absoluut geloof’!
Als je zegt ‘ik geloof absoluut’, wat zeg je dan eigenlijk? Waarom dit ‘absoluut’, waarom deze nadruk? Het toont aan dat er ergens twijfel verborgen zit, en je verbergt het met het woord ‘absoluut’, met het woord ‘totaal’, met de nadruk. Wie ga je misleiden? Je misleidt jezelf. De nadruk laat zien dat het tegenovergestelde ergens verborgen zit. 


Wanneer je tegen iemand zegt: ‘Ik hou van jou en van JOU ALLEEN,’ zit er twijfel verborgen. Waarom ‘van jou alleen’? Waarom zeg je dat? Waarom wil je het benadrukken? De mogelijkheid om van iemand anders te houden zit daar verborgen, dus je benadrukt het om die mogelijkheid te verbergen. Als je het niet verbergt, kan het duidelijk worden, kan het naar boven komen, kan het aan de oppervlakte komen. Wat moet je dan doen? Gewoon alles in het werk stellen om het te verbergen.
Waarom zeg je: ‘Ik ben een ware gelovige’? Kan er ook een onware gelovige zijn? Wat is dit ware geloof? Waar geloof betekent dat je de twijfel zo volledig verborgen hebt dat niemand het zal kunnen weten, maar jij weet het heel goed. En daarom luisteren gelovigen niet graag naar dingen die tegen hun geloof ingaan. Ze worden doof omdat ze altijd bang zijn. Je bent nooit bang voor de ander, voor wat hij gaat zeggen; je bent bang dat hij de verborgen twijfel aanraakt en dat de twijfel zich ontrolt. 

Daarom zullen gewone religieuze mensen niet graag naar een atheïst luisteren. Ze zullen zeggen: ‘Nee, hij kan het geloof vernietigen’. Maar kan geloof vernietigd worden? En als het geloof vernietigd kan worden, is het dan de moeite waard om aan vast te houden? Als geloof ook vernietigd kan worden, wat voor geloof is dat dan? Maar het kan vernietigd worden omdat er twijfel is, de twijfel holt het al uit.
Dit gebeurt elke dag. Gelovigen worden ongelovigen, ongelovigen worden gelovigen – ze veranderen, gemakkelijk om te wisselen. Waarom? Omdat het andere daar verborgen zit. Geloof draagt twijfel in zich; zoals liefde haat draagt, leven dood draagt, draagt geloof twijfel in zich. Wat is geloof dan? 

Sosan heeft werkelijk begrepen wat religie is. Religie ontstaat alleen wanneer de dualiteit gevallen is; het is geen geloof tegen twijfel. Wanneer geloof en twijfels allebei verdwenen zijn, dan gebeurt er iets wat religie is, wat vertrouwen is. Niet vertrouwen in een God, want er is geen dualiteit, jij en God. Niet dat je vertrouwt, want je bent er niet meer – want als JIJ er bent, dan zullen anderen er zijn. Alles leeg en het vertrouwen bloeit; de leegte wordt de bloei zelf van het vertrouwen. 

Osho: Hsin Hsin Ming – The Book of Nothing # 8

Meer: Geloof en religie.

Zie beide tegenstellingen tegelijk

Deze weken staan in het teken van Osho’s commentaar op Hsin Hsin Ming –
het Boek van Niets van de Chan meester Sosan, de derde patriarch van Zen.

Het volgende is het eerste stuk uit hoofdstuk 8.
Voor de vorige afleveringen, zie: Het Boek van Niets.

BESCHOUW BEWEGING ALS STILSTAAND
EN HET STILSTAANDE ALS IN BEWEGING,
EN ZOWEL DE TOESTAND VAN BEWEGING
ALS DE TOESTAND VAN RUST VERDWIJNEN. 

Dit is een van de meest fundamentele dingen. Probeer het zo diep mogelijk te begrijpen.
De mind kan slechts één pool zien en de werkelijkheid bestaat uit twee polen, de twee tegenovergestelde polen samen. De mind kan één uiterste zien; in het ene uiterste zit het andere verborgen, maar de mind kan er niet in doordringen. En tenzij je beide tegenpolen tegelijk ziet, zul je nooit kunnen zien wat is, en wat je ook ziet, zal onwaar zijn omdat het half is.
Onthoud dat de waarheid alleen het geheel kan zijn. Als ze half is, is ze nog gevaarlijker dan de leugen, want een halve waarheid wekt de indruk waar te zijn terwijl ze niet waar is. Je wordt  erdoor misleid. De waarheid kennen is in alles het geheel kennen. 

Je ziet bijvoorbeeld beweging, iets beweegt. Maar is beweging mogelijk zonder iets dat binnenin verborgen is en dat niet beweegt? Beweging is onmogelijk zonder iets onbeweeglijks erin.
Een wiel beweegt, maar het centrum van het wiel blijft onbeweeglijk; het beweegt op dat onbeweeglijke centrum. Als je alleen het wiel ziet, heb je de helft gezien, en de helft is heel gevaarlijk. En als je in je mind van de helft het geheel maakt, dan ben je in de illusoire wereld van de concepten gevallen. 

Je houdt van iemand; je ziet nooit dat in je liefde haat verborgen is. Het is er; het is geen kwestie van of je het leuk vindt of niet. Telkens wanneer je liefhebt, is er haat aanwezig – de tegenpool – want liefde kan niet bestaan zonder haat. Het is geen kwestie van of je het leuk vindt. Het is zo.
Liefde kan niet bestaan zonder haat; je houdt van de persoon en dezelfde persoon haat je. Maar de mind kan er maar één zien. Wanneer de mind liefde ziet, houdt hij op haat te zien; wanneer haat opkomt, wanneer de mind zich vastklampt aan haat, houdt hij op liefde te zien. En als je voorbij de mind wilt gaan, moet je beide tegelijk zien – beide uitersten, beide tegengestelden. 

Het is net als de slinger van een klok. De slinger gaat naar rechts; het enige wat zichtbaar is, is dat de slinger naar rechts gaat, maar er is ook iets onzichtbaars. En dat is dat terwijl de slinger naar rechts beweegt, het momentum toeneemt om naar links te gaan. Dat is niet zo zichtbaar, maar je zult het snel zien.
Als hij eenmaal het uiterste heeft bereikt, begint de slinger naar de tegenovergestelde polariteit te bewegen; hij gaat naar links. En hij gaat in dezelfde mate naar links als naar rechts. Terwijl je naar links beweegt, kun je opnieuw misleid worden. Je zult zien dat hij naar links beweegt, maar diep van binnen is hij al energie aan het verzamelen om naar rechts te bewegen. 

Terwijl je liefhebt verzamel je energie om te haten; terwijl je haat verzamel je energie om lief te hebben. Terwijl je leeft, verzamel je energie om te sterven en wanneer je dood bent, zul je energie verzamelen om herboren te worden.
Als je alleen het leven ziet, zul je missen. Zie de dood overal verborgen in het leven! En als je kunt zien dat de dood zich in het leven verbergt, dan kun je ook het omgekeerde zien: dat in de dood het leven verborgen is. Dan verdwijnen beide polariteiten. Als je ze in hun samenzijn ziet, tegelijkertijd, dan verdwijnt daarmee ook je mind. Waarom? Omdat de mind alleen maar gedeeltelijk kan zijn, hij kan nooit heel zijn. 

Osho: Hsin Hsin Ming – The Book of Nothing #8

Meer: Zie beide tegenstellingen tegelijk

Advaita, niet twee

Deze weken staan in het teken van Osho’s commentaar op Hsin Hsin Ming –
het Boek van Niets van de Chan meester Sosan, de derde patriarch van Zen.

Het volgende is het tweede stuk uit hoofdstuk 8.
Voor de vorige afleveringen, zie: Het Boek van Niets.

WANNEER ZULKE DUALITEITEN OPHOUDEN TE BESTAAN
KAN EENHEID ZELF NIET BESTAAN. 

Bedenk wel, wanneer we het woord ‘eenheid’ gebruiken, maakt dat ook deel uit van dualiteit. Als er geen dualiteit is, hoe kan er dan eenheid zijn? Daarom gebruiken Hindoes nooit ‘eenheid’. Als je Shankara vraagt ‘wat is de aard van het bestaan?’ zegt hij ‘non-duaal, ADVAITA, niet twee.’
Hij zal nooit één zeggen, want hoe kun je één zeggen? Als er alleen maar één is, hoe kun je dan één zeggen? Je hebt twee nodig om betekenisvol te zijn. Als er geen mogelijkheid is van het tweede, van de twee, wat is dan het nut om te zeggen dat het één is? Shankara zegt: ‘Ik kan hoogstens zeggen niet twee, maar ik kan niet positief één zeggen. Ik kan zeggen wat de werkelijkheid niet is: het is niet twee. Ik kan niet zeggen wat het wel is, want betekenis, woorden, alles wordt nutteloos.’

WANNEER ZULKE DUALITEITEN OPHOUDEN TE BESTAAN… 

Wanneer je liefde niet los van haat kunt zien, welke betekenis geef je dan aan liefde? Sosan kan geen woordenboeken schrijven. Als iemand zegt dat ik een woordenboek moet schrijven, kan ik dat niet doen. Het is onmogelijk, want welke betekenis zal ik aan liefde geven? Woordenboeken zijn alleen mogelijk als liefde en haat verschillend zijn, niet alleen verschillend maar tegengesteld. Je kunt dus schrijven: liefde is geen haat. Als je haat moet definiëren, kun je zeggen: geen liefde.
Maar wat zal Sosan doen? Als je hem vraagt ‘wat is liefde’, hoe moet hij dan liefde definiëren? Want liefde is ook haat. Hoe zal hij leven definiëren? Want leven is ook dood. Hoe zal hij een kind definiëren? Want een kind is ook een oude man. Hoe zal hij schoonheid definiëren? Want schoonheid is ook lelijkheid. Grenzen verdwijnen, dan kun je niets definiëren omdat definitie grenzen nodig heeft, en definitie is afhankelijk van het tegenovergestelde; alle definities zijn afhankelijk van het tegenovergestelde. 

Als we zeggen wat een man is, kunnen we zeggen: geen vrouw – en het is gedefinieerd. Maar als je naar Sosan kijkt en hem begrijpt, is elke man een vrouw, is elke vrouw een man. Zo zijn de dingen. Nu hebben psychologen dat feit ook ontdekt: dat man en vrouw biseksueel zijn. In elke man zit een vrouw verborgen en in elke vrouw zit een man verborgen – ze zijn er. Geen enkele vrouw is gewoon een vrouw, kan dat niet zijn. In dit bestaan kan niets zijn zonder het tegenovergestelde. En geen man kan zonder vrouw, de vrouw is er.
Je bent geboren uit twee ouders; de ene was man, de andere was vrouw. Je draagt ze allebei in je, half om half. Dit moet wel zo zijn, er is geen andere manier om geboren te worden. Je bent niet alleen uit een vrouw geboren, anders was je alleen vrouw geweest. Je wordt niet alleen uit de vader geboren, anders zou je alleen man zijn. Je bent geboren uit een dualiteit, man en vrouw. Ze dragen beiden bij, je bent beiden. 

Osho: Hsin Hsin Ming – The Book of Nothing # 8

Meer: Advaita, niet twee