Houthakker of Zen-meester?

Hoe drinkt de man van Zen zijn thee?

Op een goede dag ging een keizer van Japan op bezoek bij Nan In, een beroemde Zen-meester en een van de vreemdste meesters van allemaal. De keizer had veel over hem gehoord. Hij had Nan In vaak uitgenodigd om naar het hof te komen, als gast van de keizer, maar hij kreeg altijd te horen: ‘Het is altijd de dorstige die naar de bron gaat, niet de bron naar de dorstige.’
Uiteindelijk besloot de keizer zelf maar te gaan. Toen hij de poort van het klooster binnenging… het lag op een berg, omgeven door dicht oerwoud, en één man was hout aan het hakken. Dat was de eerste man die hij ontmoette.
De keizer vroeg aan hem: ‘Waar is de meester? Kan ik hem zien?’
‘Gewoon rechtdoor gaan, dan zult u de plaats bereiken waar hij woont.’
En hij begon weer hout te hakken. En terwijl de keizer verder ging, riep hij: ‘Stoor deze plek niet. Ga zitten wachten. De meester komt wel wanneer hij zin heeft om te komen. Dat is zijn meesterschap.’

De keizer dacht: ‘Vreemd volk. Gewoon een houthakker, maar hij praat met de keizer op zo’n manier dat hij onthoofd zou zijn als hij aan het hof was geweest! Maar het is beter om hier te zwijgen en te gaan.’ 
Dus ging hij op weg en zat bij het huisje waar de meester zou komen. Een paar minuten later kwam de meester. En de keizer stond perplex, want hij was wel gekleed in het gewaad van de meester, maar zijn gezicht leek precies op dat van de houthakker.
Toen hij hem aankeek, zei de meester: ‘Wees niet ongerust, we hebben elkaar al eerder ontmoet. Ik was hout aan het hakken. Ik heb u naar deze plaats geleid.’
De keizer zei: ‘Maar waarom hebt u toen niet gezegd dat u de meester was?’

Hij zei: ‘Toen was ik dat niet. Ik was gewoon een houthakker, een houtkapper – zo totaal daar mee bezig dat ik absoluut geen plaats meer had voor de meester. Daarom zei ik dat u moest wachten, zodat ik mijn hout af kon maken, een douche kon nemen, het gewaad van de meester kon aantrekken, me kon herinneren dat ik nu een meester ben, en daar totaal in kon zijn. Nu ben ik er klaar voor. Waar bent u voor gekomen?’
De keizer zei: ‘Ik ben helemaal vergeten waarvoor ik gekomen was! Toen ik die situatie zag, de meester die hout hakt – heeft u dan geen discipelen? Ik heb gehoord dat u vijfhonderd discipelen hebt.’
Hij zei: ‘Ja, die heb ik. Ze zijn in het klooster, dieper in het bos. Maar hout hakken is zo’n genot dat ik liever hout ga hakken dan een meester te zijn. Het is zo’n heilig, zo’n gelukzalig gevoel, de koele bries, de hete zon, het hele lichaam dat transpireert, en elke slag van de bijl maakt de stilte van de plek dieper. De volgende keer dat u komt, ga dan met me mee! 
We doen allerlei dingen die noodzakelijk zijn, maar één ding blijft gewoon als een gouden draad door alle handelingen heen lopen, en dat is meditatie. En meditatie maakt alles goddelijk. Dan telt het niet meer wat je doet. Wat telt is je bewustzijn op het moment dat je iets doet.’

Dus is het de hele dag in een Zen-klooster een lang gebed, vanaf de ochtend, wanneer de mensen opstaan, tot de avond, wanneer ze gaan slapen. 
Ze bidden niet – er is geen God om tot te bidden – maar ze zijn vol van gebed, ze zijn vol van dank, ze zijn dankbaar. 
En, met de meditatie op de achtergrond, krijgt elk klein dingetje een nieuwe betekenis waar je nooit op was gekomen.

Wie had gedacht dat een kopje thee een spirituele betekenis kon hebben ? Maar in Zen heeft het dat. 
Als je alleen naar de oppervlakte kijkt, lijkt het misschien op een ritueel. 
Als je een buitenstaander bent, kan het eruit zien als een ritueel. 
Je moet een ingewijde zijn om te begrijpen dat het geen ritueel is. Ze leven het echt, genieten ervan, want daarachter zit de wereld van meditatie, stilte.


Het is niet alleen de stilte in de tempel; er zit een grotere stilte in hen. 
Het is niet alleen de heiligheid buiten; er zit een grotere heiligheid in hen. 
De hele dag zijn ze heel – wat ze ook doen: het terrein van het klooster schoonmaken, in de tuin werken, hout hakken, water uit de bron halen, eten koken. Wat ze ook doen, ze doen het zo totaal dat je alleen hun handelen kunt zien, als je geen ingewijde bent. Je zult niet in staat zijn om te zien van waaruit dat handelen ontstaat – de oceanische diepte in hen…

Voor de man van Zen is alles heilig – zelfs een kopje thee drinken. 
Wat hij ook doet, hij doet het alsof hij in een heilige sfeer is.

Osho, The Path of the Mystic – Talks in Uruguay, p. 233 – 236.

Afbeeldingen:
http://telegrafi.com/wp-content/uploads/2016/11/drut.jpg
https://ryanjonathanb.files.wordpress.com/2015/05/food_drinks_tea_ceremony11.jpg

Uit de serie 1001 verhalen, verzameld door Shanti. 
Eerder verschenen in het Engels in Osho News, www.oshonews.com.

Vorige verhalen


Prins of bedelaar

 


De geredigeerde Koran

 


Nog maar twee mijl

 


De vier woorden van Tagore

 


De eregast bij het toneelstuk

 


De lamme en de blinde