1001 verhalen

Door mij komt de zon op!

‘Door mij komt de zon op!’ Je maakt een hoop onnodige drukte. 

Heb je het gehoord van een oude vrouw, die in een klein dorp woonde en die geloofde dat het door haar kwam, dat de zon in het dorp opkwam? Zij had veel hanen en vlak voordat de zon opkwam begonnen die lawaai te maken, te kraaien, en zij geloofde dat het door die hanen kwam dat de zon opkwam. Het was logisch. Altijd, ze maakten hun lawaai – en onmiddellijk begon de zon op te komen; het was nooit anders geweest. 

Ze zei tegen de dorpelingen: ‘Door mij komt de zon op. Zodra ik dit dorp verlaat, zullen jullie in duisternis leven.’ 
Ze moesten erom lachen. Boos verliet ze het dorp met al haar hanen.
Ze kwam in een ander dorp, en natuurlijk kwam ‘s morgens de zon op. 
Ze lachte en zei: ‘Nu zullen ze er wel achter komen! Nu komt de zon op in dit dorp!
Nu zullen ze wel gaan huilen en berouw tonen, maar ik ga niet terug.’


Dit is het geheim: door niets te doen wordt alles gedaan. Je maakt een hoop onnodige drukte. Zonder jou gaat alles zo goed als het ooit kan gaan.

Osho, Tao, The Three Treasures – Talks on fragments from Tao Te Ching by Lao Tzu, Volume 3, p. 98 and 100 – 101.

Afbeeldingen:
https://thebardonthehill.files.wordpress.com/2013/02/nr9iqle.jpg
http://www.inspiringwallpapers.net/content/uploads/Rooster_Crowing_in_the_Morning_inspiringwallpapers.net_.jpg

Uit de serie 1001 verhalen, verzameld door Shanti. 

Vorige verhalen


Een levende meester

 


Vermijd hebzucht!

 


De schilder die in zijn schilderij verdwijnt

 


Bayazid krijgt bezoek van Khidr

 


‘Mag ik erbij komen zitten?’

Een levende meester

Dit moment is het leven er – leef het!

Een zenmeester werd gevraagd…
Een grote keizer kwam om raad; hij was bang voor de dood, zoals iedereen, en natuurlijk heeft een keizer meer te verliezen dan een bedelaar, dus is een keizer vast en zeker banger voor de dood dan een bedelaar; de dood zal meer van een keizer afnemen dan van een bedelaar en dus is hij, natuurlijk, banger.


Hij werd oud en hij ging naar de zenmeester en vroeg: ‘Vertel me iets over de dood, meester.’
De meester zei: ‘Hoe moet ik dat weten?’
De keizer zei: ‘Maar u bent een verlichte meester.’
Hij zei: ‘Ja, maar een levende, geen dode; hoe moet ik dat weten?’

Osho, Tao, The Three Treasures – Talks on Fragments from Tao Te Ching by Lao Tzu, Vol. 3, p. 64.

Afbeelding: een zen monnik krijgt een glimp van de dood
https://somewhereindhamma.wordpress.com/2009/03/21/a-glimpse/

Uit de serie 1001 verhalen, verzameld door Shanti. 

Vorige verhalen


Vermijd hebzucht!

 


De schilder die in zijn schilderij verdwijnt

 


Bayazid krijgt bezoek van Khidr

 


‘Mag ik erbij komen zitten?’

 


De koning en de zenmeester

Vermijd hebzucht!

Ik heb een mooie anekdote gehoord. Mediteer er eens op …

De brief van Sean aan zijn oude, oude moeder was hartverwarmend. 
‘Lieve moeder,’ schreef hij, `ik stuur u wat pillen die een medicijnman me gegeven heeft en als u er een inneemt, zal dat jaren leven schelen.’


Een paar weken later kwam hij thuis en stond er een mooie jonge vrouw voor zijn huis met een kinderwagen met een baby erin die aan een flesje lag te zuigen.
‘Waar is mijn moeder?’ vroeg hij.
‘Doe niet zo mal,’ zei ze. ‘Ik ben je moeder en die pillen waren geweldig.’


‘Krijg nou wat,’ zei Sean. ‘Eén pil en u bent zo mooi als maar kan zijn – en u was ook nog eens in staat om een baby te krijgen. Lieve hemel, wat waren ze krachtig!’
‘Jij gek!’, riep ze. ‘Dat is geen baby, dat is je vader. Hij heeft er twee genomen!’

Vermijd hebzucht – anders neem je twee pillen.

Osho, The Divine Melody – Talks on Songs of Kabir #1.

Uit de serie 1001 verhalen, verzameld door Shanti. 

Vorige verhalen


De schilder die in zijn schilderij verdwijnt

 


Bayazid krijgt bezoek van Khidr

 


‘Mag ik erbij komen zitten?’

 


De koning en de zenmeester

 

Een echt schilderij

De schilder die in zijn schilderij verdwijnt

Een beroemd Taoïstisch verhaal gaat… 
Een groot keizer vroeg aan de grootste schilder van zijn land om de muur van zijn slaapkamer te beschilderen met Himalaya bergtoppen. ‘Schilder de Himalaya’ – hij was een liefhebber van de Himalaya.
De schilder werkte twee tot drie jaar en toen het schilderij klaar was, vroeg hij de koning om te komen kijken. Het gordijn, dat de muur bedekte, werd weggetrokken. 
De keizer werd gewoon naar een andere wereld gevoerd. Hij was al vaak in de Himalaya geweest, hij was een liefhebber van de bergen, maar het schilderij overtrof zelfs de werkelijkheid. Hij keek en keek en keek. Hij was zo verbijsterd dat hij vele minuten lang geen woord kon uitbrengen.


Toen zei hij ineens: ‘Maar ik ben in die streken geweest. Ik heb nog nooit dit pad gezien dat om de bergen heen heen loopt. Waar heb je het idee van dit pad vandaan?’
En het verhaal gaat dat de schilder zei: ‘Ik weet het echt niet. Laat me eens gaan kijken.’
En hij ging het pad op en verdween achter de berg… op het schilderij! – en is nooit meer teruggekomen.

Een vreemd verhaal, ongelooflijk. Hoe kun je het schilderij ingaan en nooit meer terugkomen? Maar het is van enorme betekenis. Het is geen historische gebeurtenis, maar een mythologische, poëtische gebeurtenis, die veelzeggend is.
Het zegt dat de schilder in zijn schilderij kan verdwijnen: alleen dan is hij een schilder. De dichter kan verdwijnen in zijn poëzie: alleen dan is hij een dichter. Als hij niet in zijn poëzie kan verdwijnen, dan is zijn poëzie gewoon rommel. 

Als hij niet kan verdwijnen in zijn schilderkunst, dan mag hij alle technieken van het schilderen kennen, maar dan is hij geen groot kunstenaar. Hij kan een technicus zijn, hij kan iets weten over kleuren en doeken en hij kan weten hoe hij moet schilderen, maar hij heeft geen echt genie in zich. 
Zijn schilderij is iets dat los van hem staat; hij heeft nog niet de vereniging met zijn schilderij gevonden. En wanneer de vereniging is gevonden, is God gevonden.

Daarom zeg ik dat er evenveel deuren naar God zijn als er mensen zijn. Het enige wat nodig is, wat je ook doet, ga er helemaal in op; wees er zo helemaal één mee dat er niets achterblijft. Op dat moment is God er. God is Unio Mystica: de Mystieke Unie.
Als je je vastklampt aan je afgescheiden bestaan, als je je vastklampt aan je afgescheiden leven, zal God niet de jouwe zijn – want God is de vereniging. Je kunt niet zowel afgescheiden als verenigd zijn; dat is onmogelijk. Dat is niet mogelijk vanwege de aard der dingen. Of je kunt verenigd zijn of je kunt afgescheiden blijven.

En de paradox is dat je oneindig wezen zult hebben en je eeuwig leven zult hebben wanneer je niet langer geïnteresseerd bent in je afgescheiden leven, in je afgescheiden zijn. Je kunt verdwijnen als een klein vlammetje van een kaars, maar je zult de zon van alle zonnen worden. Je kunt verdwijnen als een druppel, maar je zult de oceaan worden.

Osho, Unio Mystica -Talks on Hakim Sanai’s ‘The Hadiqa’, Volume 2, pp. 290 -292.

Afbeelding:
https://s-media-cache-ak0.pinimg.com/736x/b3/ac/2b/b3ac2b7e9129d99446787be98bddd952.jpg

Uit de serie 1001 verhalen, verzameld door Shanti. 

Vorige verhalen


Bayazid krijgt bezoek van Khidr

 


‘Mag ik erbij komen zitten?’

 


De koning en de zenmeester

 

Een echt schilderij

 


Over water lopen

Bayazid krijgt bezoek van Khidr

‘Jij dwaas, je hebt gemist. Hij heeft jou al als vriend gekozen; zie de grootsheid ervan, zie hoe gezegend je bent!’

Van een groot soefi-mysticus, Bayazid, wordt gezegd dat op een nacht Khidr, de grote engel die mensen op het pad blijft helpen, aan hem verscheen. De donkere kamer, waar Bayazid zat te mediteren, werd plotseling verlicht. Hij deed zijn ogen open; het licht was zo sterk dat hij het, zelfs met gesloten ogen, kon zien. Hij deed zijn ogen open: daar was Khidr.


Bayazid Bastami (804 – 874 of 877/8)

En Khidr zei: ‘God is erg blij met jou. Je kunt alles vragen en je wens zal vervuld worden.’
Bayazid zei: ‘Maar je bent een beetje te laat. Al mijn verlangens zijn verdwenen; nu verlang ik niets meer.’
Khidr drong aan. Hij zei: ‘Dit zal een belediging voor God zijn. Je moet iets vragen! Je kunt van alles vragen, maar je moet iets vragen. Dit zal een belediging voor God zijn, want als Hij iets aanbiedt, moet je iets vragen.’

Hij drong heel erg aan. Bayazid keek keer op keer  en dacht na, maar er kwam geen verlangen op. En hij zei: ‘Maar wat kan ik doen? Ik kan niets vinden om te vragen. Alles is altijd vervuld. Zijn mededogen is zo groot dat het verlangen al vervuld is voordat ik het kan voelen; voordat ik het verlangen zelfs maar in mijn hoofd kan formuleren, is het al vervuld. Voordat het mij bereikt, bereikt het hem – dus wat kan ik vragen?’
Maar Khidr drong aan en zei: ‘Dit is beledigend en God zal erg boos zijn.’
Dus zei Bayazid: ‘Oké, als je erop staat, en als je denkt dat dit niet adab is – dat dit niet de juiste manier is om je tegenover God te gedragen – zeg hem dan dat ik alleen hem begeer en niets anders.’
Khidr lachte en zei: ‘Jij dwaas, je hebt gemist!’


17e eeuwse Mogol schilderij van al-Khidr

Wat valt er te vragen, wat valt er te zien, wat valt er te krijgen, als hij jou als zijn vriend heeft gekozen? 
En hij heeft jou al gekozen als zijn vriend, anders zou hij je helemaal niet hebben gebaard. Hij heeft je al gekozen door je te scheppen. Zie de grootsheid ervan, zie de glorie ervan. Zie hoe gezegend je bent…
Hoe kun je een beker vullen die al vol is? Wat kun je nog meer vragen? 
Hij heeft alles al gegeven wat je ooit kunt ontvangen.
Je beker is vol! Kijk maar naar binnen: je beker is vol, er ontbreekt niets.

Daarom blijf ik tegen jullie zeggen: Jullie zijn al goden, alles is vervuld. Zie het! Er ontbreekt niets, er ontbreekt niets in jullie, jullie zijn volmaakt zoals jullie zijn. Dit is de grootste uitspraak, die alle mystici ter wereld doen, dat je volmaakt bent zoals je bent.
De Upanishads zeggen: ‘Uit volmaaktheid kan alleen volmaaktheid voortkomen.’

Osho, Unio Mystica – Talks on Hakim Sanai’s ‘The Hadiqa’, Volume 2, p. 229 – 231.

Afbeeldingen:
https://i.ytimg.com/vi/5uI_g9ymY1U/hqdefault.jpg
https://s-media-cache-ak0.pinimg.com/736x/3f/6e/09/3f6e096c8b0603516fc17ddf17c6fd3e.jpg

Uit de serie 1001 verhalen, verzameld door Shanti. 

Vorige verhalen


‘Mag ik erbij komen zitten?’

 


De koning en de zenmeester

 

Een echt schilderij

 


Over water lopen

 


Zen horen, Zen lezen

‘Mag ik erbij komen zitten?’

Niets pretenderen, kinderlijk, geen moeite doen om je achter een façade te verstoppen, geen moeite doen om je als meer dan levensgroot te tonen.

Hakuju, een groot zen meester, diende als vooraanstaand lector aan het Tendai Sekte College. Toen hij op een warme zomermiddag met zijn gebruikelijke ijver een lezing gaf over de Chinese Klassieken, merkte hij dat een paar studenten aan het indommelen waren.

Hij hield midden in een zin op met zijn lezing en zei: ‘Het is een warme namiddag, toch? Ik kan het jullie niet kwalijk nemen dat jullie gaan liggen dutten. Vinden jullie het erg als ik erbij kom?’
Hakuju sloeg zijn boek dicht en viel, achterover geleund in zijn stoel, in slaap. De klas was stomverbaasd en degenen die hadden liggen dommelen werden wakker van zijn gesnurk. Ze gingen allemaal rechtop zitten wachten tot de meester wakker zou worden.

Dit vind je alleen in de zen literatuur, deze mogelijkheid om zo menselijk te zijn, om zo onvolmaakt te zijn en je er toch niet druk om te maken. Een enorme acceptatie van alles wat is, van slaap, van snurken.

Osho, The First Principle – Talks on Zen, p. 142 en 175.

Uit de serie 1001 verhalen, verzameld door Shanti. 
Eerder verschenen in het Engels in Osho News, www.oshonews.com.

Vorige verhalen


De koning en de zenmeester

 

Een echt schilderij

 


Over water lopen

 


Zen horen, Zen lezen

 


Meditatie is stilte

De koning en de zenmeester

Meditatie: van hebben naar doen naar zijn.

Het gebeurde eens: een koning kwam op bezoek in het klooster van een zenmeester. De meester leidde hem rond; hij was heel erg geïnteresseerd om alles over het klooster te weten te komen. Hij nam de koning mee naar elke plek… behalve naar één – de centrale tempel. En dat was het meest imposante gebouw, en toch, wanneer de koning vroeg, ‘Waarom breng je me niet naar de tempel?’, deed de meester alsof hij het niet gehoord had.


Truc Lam zenklooster

Uiteindelijk werd de koning erg boos, want hij werd zelfs meegenomen naar badkamers en toiletten. Hij zei: ‘Bent u soms gek? Waarom brengt u me niet naar de tempel?’
En de meester zei: ‘Om een bepaalde reden – omdat u voortdurend vraagt: “Wat doet u hier?” In de bibliotheek lezen we. Ik kan u naar de bibliotheek brengen. In de badkamers nemen we een bad. Ik kan u naar de badkamers brengen. In de keuken maken we eten klaar. 
Maar naar die tempel kan ik u niet brengen, want daar doen we helemaal niets! Dat is de plaats waar we overgaan in niet-doen, in niet-handelen. En het zal onmogelijk zijn om u dat uit te leggen, daarom. 
U bent een grote koning, u bent een grote doener, en u bent zo in beslag genomen door het hebben van meer en meer. U begrijpt de weg van de mind, maar u zult niet de wegen begrijpen die niet van de mind zijn.’

De mind is de zondeval – de val uit de staat van zijn. De mind is de erfzonde…
De zondeval moet begrepen worden. Mediteer over drie woorden: zijn, doen, hebben. Van zijn naar hebben is de zondeval, en doen is het proces om van zijn naar hebben te komen… Vandaar dat de mind een doener is. 
De mind wil voortdurend bezig zijn. Een grote hunkering om bezig te blijven; dat is de mind. Men kan niet alleen zitten; men kan niet in passieve ontvankelijkheid zitten, zelfs niet voor een paar ogenblikken. Het is zo’n marteling voor de mind, want zodra je stopt met doen, begint de mind te verdwijnen.

Als je naar een zenmeester gaat en vraagt, ‘Wat doet u hier? Wat doen deze mensen, uw volgelingen?’ zal hij zeggen, ‘Ze zitten gewoon. Ze doen helemaal niets.’
De mind is een doener. Kijk naar je eigen mind en je zult het begrijpen. Wat ik zeg is geen filosofische uitspraak, het is gewoon een feit. Ik stel je geen theorie voor om te geloven of te verwerpen, maar iets dat je in je eigen wezen kunt zien. 
En je zult het zien – telkens als je alleen bent, begin je onmiddellijk te zoeken: er moet iets gebeuren, je moet ergens heen, je moet iemand zien. Je kunt niet alleen zijn. Je kunt geen niet-doener zijn.

Doen is het proces waardoor de mind geschapen wordt; het is gecondenseerd doen. Vandaar dat meditatie een toestand van niet-doen betekent. Als je in stilte kunt zitten en niets doet, ben je plotseling weer thuis. Opeens zie je je oorspronkelijke gezicht, opeens zie je de bron. En die bron is satchitanand: het is waarheid, het is bewustzijn, het is gelukzaligheid – noem het God, of nirvana, of wat je maar wilt.
Van zijn naar doen naar hebben – dit is hoe Adam-bewustzijn in de wereld komt. Om achteruit te gaan, van hebben naar doen, van doen naar zijn – dit is wat Christus-bewustzijn betekent. 

Maar Soefi’s hebben een hele belangrijke boodschap voor de wereld. Zij zeggen dat de volmaakte mens iemand is die in staat is te bewegen van zijn naar doen naar hebben naar doen naar zijn, enzovoort, enzovoort. Als de cirkel perfect is, dan is de man perfect.
Men moet in staat zijn om te doen. Ik zeg niet dat je niet in staat moet zijn om te doen; dat zou van geen enkele waarde zijn, dat zou gewoon onmacht zijn. Je moet in staat zijn om te doen, maar je moet er niet in opgaan. Je moet er niet in verwikkeld raken, je moet er niet door bezeten raken, je moet de meester blijven.

En ik zeg niet dat je alles wat je hebt moet laten vallen, ik zeg niet dat je afstand moet doen van alles wat je hebt. Gebruik het, maar laat je er niet door gebruiken, dat is alles. Dan is de perfecte man geboren.
Ik noem die volmaakte mens een sannyasin: hij zal zowel Adam als Christus zijn. De wereldse mens is Adam, en tot nu toe is de bovenwereldse mens betrokken geweest bij het Christus-bewustzijn. Maar beiden zijn half-half. De mens moet een totaliteit worden, een heelheid.
En mijn definitie van ‘heilig zijn’ is niets anders dan heel zijn – het vermogen om in de wereld te komen en er toch boven te blijven staan, erboven; het vermogen om de mind te gebruiken maar toch gecentreerd te blijven in je wezen.

Dan is de mind een mechanisme van immense waarde; dan is het geen zonde om een mooie mind te hebben. Je hebt een prachtig instrument van immense complexiteit, en het is heerlijk om het te gebruiken, net zoals het heerlijk is om in een mooie auto te rijden die een perfect mechanisme is.
Er is niets zoals de mind, als je hem kunt gebruiken; dan is de mind ook goddelijk. Maar als je er gebruik van maakt, en je hemel gaat verloren in de wolken van de mind, dan blijf je in de ellende zitten, in onwetendheid.

De komst van de mind gebeurt door je te identificeren met de inhoud van het bewustzijn. Slechts een kleine verandering, een enkele stap is nodig, en die stap overbrugt dit naar dat. Die ene stap overbrugt de wereld naar God, het uiterlijke naar het innerlijke, het alledaagse naar het heilige. 
Wat is die ene stap? Niet-identificatie. Blijf een getuige. Onthoud altijd dat je getuige moet blijven: wat er ook in de mind gebeurt, weet heel goed dat jij het niet bent. Je bent niet het spul dat de mind wordt genoemd. Zodra je je vereenzelvigt met wat dan ook van de mind, zit je gevangen in een gevangenis. Dan kun je het blijven veranderen en de dingen steeds weer opnieuw rangschikken, maar er zal niets gebeuren.

Dat is wat mensen blijven doen – zichzelf verbeteren, een mooi karakter creëren, heilig worden, religieus, maar het fundamentele is nog niet gedaan. Ze zijn gewoon de spullen van de mind aan het herschikken.
Je kunt de meubels van je huis blijven rangschikken; je kunt ze op betere manieren rangschikken, veel esthetischer, maar het blijft hetzelfde spul. De zondaar en de zogenaamde heilige verschillen niet zoveel; beide zijn verschillende arrangementen van dezelfde mind.

De echte wijze is iemand die zich ervan bewust is geworden dat hij helemaal niet de mind is. Het idee van zonde komt in hem op, en hij blijft er ver van weg; en het idee een heilige te zijn komt in hem op, en hij blijft er ver van weg. Hij vereenzelvigt zich met niets – woede of medelijden, haat of liefde, goed of slecht. 
Hij blijft niet-oordelen, hij veroordeelt niets in de mind. Als je slechts een getuige bent, wat heeft het dan voor zin om iets te veroordelen? 
En hij prijst niets in de mind – als je slechts een getuige bent, is lofprijzing alweer zinloos. Hij blijft koel en beheerst en gecentreerd. De mind blijft om hem heen razen, gewoon vanuit het verleden.

Duizenden levens lang ben je geïdentificeerd gebleven met de mind, je hebt er zoveel energie in gestoken. Het blijft maar ronddraaien en ronddraaien voor een paar maanden, zelfs voor een paar jaar. Maar als je een stille toeschouwer kunt blijven, een toeschouwer op de heuvel, dan gaat langzaam de energie, het momentum, verloren en komt de mind tot stilstand.
De dag dat de mind stopt, ben je aangekomen. Het eerste visioen van wat God is en wat jij bent, gebeurt onmiddellijk – want zodra de mind stopt, komt je hele energie vrij die daar bezig mee is gebleven. En die energie is enorm, ze is oneindig: ze begint op je neer te vallen. Het is een grote zegening, het is genade.

Osho, Unio Mystica – Talks on Hakim Sanai’s “The Hadiqa”, Volume 2, page 74 – 78.

Afbeelding:
https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/e/e1/Truc_Lam_Zen_Monastery_23.JPG

Uit de serie 1001 verhalen, verzameld door Shanti. 
Eerder verschenen in het Engels in Osho News, www.oshonews.com.

Vorige verhalen

Een echt schilderij

 


Over water lopen

 


Zen horen, Zen lezen

 


Meditatie is stilte

 


Verdwaald in de jungle

Een echt schilderij

Een echt schilderij is niet alleen de optelsom van kleuren, het is meer.
Dat ‘meer’ is de betekenis.

Naar verluidt vroeg ooit een hele rijke man aan Pablo Picasso om een portret van hem te maken. Picasso zei: ‘Dat gaat heel duur worden.’ 
De man was zo rijk, dat hij zei: ‘Geen zorgen. U hoeft niet eens over de kosten te praten, geld speelt geen rol. Maak mijn portret en wat u ook vraagt, ik zal het geven.’


Pablo Picasso, Hoofd van een man, 1907. Barnes Foundation.

Na zes maanden was het portret klaar. De rijke man kwam, maar de prijs die gevraagd werd was fantastisch: een miljoen dollar, alleen voor een klein doek en een paar kleuren! 
De rijke man zei: ‘Is dat een grap? Voor een paar kleuren en een doek?’
Picasso zei: ‘Goed dan, neem dan een leeg doek en een paar tubes vol met kleur en u kunt betalen zoveel u wilt.’


Leeg doek met een paar tubes vol met kleur.
Tibor de Nagy Gallery, New York.

De rijke man zei: ‘Maar dat is niet hetzelfde.’
Picasso zei: ‘Dat is waar ik u op probeer te wijzen. Ik heb een context geschapen, ik heb een gestalt geschapen, een patroon. En niemand anders kan dat creëren, vandaar de prijs. Het is een schilderij van Picasso: niemand anders kan het doen zoals ik het heb gedaan, het heeft mijn handtekening erop. 
De harmonie van de kleuren, de muziek van de kleuren, de poëzie van de kleuren – dat is waar het om gaat. Ik vraag de prijs niet voor de kleuren, maar voor iets dat door de kleuren tot uitdrukking is gekomen.’

Een echt schilderij is niet alleen de som van de kleuren, het is meer – en dat ‘meer’ is de betekenis. Een echt leven is niet de optelsom van wat je doet; tenzij er iets meer is, leef je een niet-authentiek leven. Dat ‘meer’ is God. Die poëzie is God, die muziek is God, die je omringt en je overspoelt.
Mensen komen naar me toe en vragen: ‘Waar is God?’ Het is niet een kwestie van ‘waar’ vragen; God is een betekenis, geen persoon. Ik kan niet zeggen: ‘Daar – ga daarheen, en je zult hem vinden.’ 
God heeft geen adres, God kan niet gelokaliseerd worden, het is een betekenis. Je moet betekenis in je leven scheppen, dan is God. God moet geschapen worden.
En het begin van het scheppen van God is om meer en meer gevoelig te worden voor het bestaan dat je omringt. De bomen, de rotsen, de sterren, de aarde – je bent omgeven door grote poëzie. 

Maar je blijft afgescheiden, daarom blijf je het missen. Als je als afgescheiden leeft, als je denkt: ‘Ik ben afgescheiden’, als je leeft als een ego, dan is je bestaan een schijnbestaan. Dan zal je bestaan betekenisloos blijven. Dan zul je nooit de glorie en de grootsheid van het leven kennen; je zult nooit de pracht kennen die altijd al voor je beschikbaar was, maar die je bent blijven missen.
Als je als een afzonderlijk individu bestaat, heb je een muur om jezelf heen gecreëerd, je bent een eiland geworden. En geen mens is een eiland, we zijn delen van een oneindig continent: dat continent is God. We zijn delen van een oceaan. Zodra je erkent dat we delen zijn van een oceaan, begint je leven een context te krijgen die groter is dan jij, hoger dan jij. In die context ligt het begin van betekenis – en betekenis is God.

Eén enkele stap is voldoende: verlies jezelf. Besta niet als een ‘ik’, ga niet door met jezelf als een ego te verkondigen. Laat het ego vallen, en plotseling, onmiddellijk, ogenblikkelijk, verandert de hel van je leven in een hemel. Ellende verdwijnt.
Ellende is een bijproduct van je afscheiding. Gelukzaligheid is de schaduw van het terugvallen in de eenheid: Unio Mystica. 

Wanneer je je weer gaat voelen als een golf in de oceaan, kan ellende niet bestaan. Wat is ellende? De angst voor de dood. Maar je kunt alleen sterven als je afgescheiden bent, je kunt niet sterven als je niet afgescheiden bent.
Als de golf denkt, ‘Ik ben gescheiden van de oceaan,’ zal hij sterven. Ze zal bang blijven, beven. Als hij weet dat hij deel uitmaakt van de oceaan, zal hij niet sterven.
Het zal terugvallen in de bron, het zal weer terugkomen; het zal gaan, het zal komen, het zal verschijnen en verdwijnen, maar het kan niet sterven.

Geboorte is verschijnen, dood is verdwijnen. Maar noch is geboorte het begin, noch is dood het einde: de oceaan gaat door. Dit oceaangevoel te hebben is meditatie, is bidden.

Osho, Unio Mystica – Talks on Hakim Sanai’s “The Hadiqa”, Volume 2, pp. 17–19.

Afbeeldingen:
http://www.barnesfoundation.org/assets/collectionImgResize/b/bf/529_600_bf419_i2r.jpg
https://s-media-cache-ak0.pinimg.com/236x/40/19/f0/4019f03a37072731692bb9a70ca65fdc.jpg

Uit de serie 1001 verhalen, verzameld door Shanti. 
Eerder verschenen in het Engels in Osho News, www.oshonews.com.

Vorige verhalen


Over water lopen

 


Zen horen, Zen lezen

 


Meditatie is stilte

 


Verdwaald in de jungle

 

Op zoek naar God

Over water lopen

Als je echt een leraar wilt zijn, word dan een discipel. Maar discipelschap is moeilijk, omdat het ego – het ‘Ik! Ik! Ik!’ – moet worden losgelaten.

Er was een meester, zijn naam was Tapobana, en Tapobana had een discipel die hem met onberispelijke ijver diende. Het was alleen vanwege deze ijver en de diensten die hij verleende dat Tapobana hem hield, want hij vond de discipel nogal dom.
Op een dag deed het gerucht de ronde dat Tapobana’s discipel over water had gelopen, dat men hem de rivier had zien oversteken zoals men de straat oversteekt.
Tapobana riep zijn leerling en vroeg hem:
‘Is het mogelijk wat de mensen over je zeggen? Is het echt waar dat je de rivier bent overgestoken, lopend over het water?’
‘Wat kan er natuurlijker zijn?’ antwoordde zijn volgeling. ‘Het is aan U te danken, Gezegende, dat ik over het water ben gelopen. Bij elke stap herhaalde ik uw heilige naam, en dat heeft mij overeind gehouden.’

En Tapobana dacht bij zichzelf: ‘Als de discipel over water kan lopen, wat kan de meester dan niet doen? Als het in mijn naam is dat het wonder geschiedt, moet ik krachten bezitten die ik niet vermoedde en heiligheid waarvan ik mij niet voldoende bewust van ben geweest. Ik heb immers nooit geprobeerd de rivier over te steken alsof ik de straat overstak.’
En zonder verder omhaal liep hij naar de oever van de rivier. Zonder te aarzelen zette hij zijn voet op het water en herhaalde met onwankelbaar vertrouwen: ‘Ik!, Ik!, Ik! …’ 
… en zonk.

Osho, The First Principle – Talks on Zen, p. 120.

Afbeelding:
https://img.rt.com/files/2015.09/original/55e80747c36188f1258b45f5.jpg

Uit de serie 1001 verhalen, verzameld door Shanti. 
Eerder verschenen in het Engels in Osho News, www.oshonews.com.

Vorige verhalen


Zen horen, Zen lezen

 


Meditatie is stilte

 


Verdwaald in de jungle

 

Op zoek naar God

 


Ze weten het wel!

Zen horen, Zen lezen

Zen horen, Zen lezen zal je geen Zen geven. Zen is niet intellectueel, het is existentieel. Je moet er mee kloppen, je hart moet er mee kloppen, je moet het in- en uitademen.

Volgens traditie laten Zen kloosters alleen zwervende Zen monniken toe als ze kunnen bewijzen dat ze een koan hebben opgelost.


Truc Lam Tay Thien Zen Klooster, Vietnam

Het schijnt dat een monnik eens aan de poort van een klooster klopte. De monnik die de poort opende, zei niet ‘Hallo’ of ‘Goedemorgen’, maar ‘Laat me je oorspronkelijke gezicht zien, het gezicht dat je had voordat je vader en moeder werden geboren…’
Dit is een koan. En de gastheer vraagt de gast een teken te geven dat hij een koan kan oplossen, anders is hij het niet waard om in het klooster te verblijven, dan moet hij weggaan.

De monnik, die een kamer voor de nacht wilde, glimlachte, trok een sandaal van zijn voet en sloeg zijn vraagsteller daarmee in het gezicht. De andere monnik stapte achteruit, boog eerbiedig en heette de bezoeker welkom.

Na het diner knoopten gastheer en gast een gesprek aan, en de gastheer complimenteerde zijn gast met zijn voortreffelijke antwoord.
‘Weet u zelf het antwoord op de koan die u me gaf?’ vroeg de gast.
‘Nee,’ antwoordde de gastheer, ‘maar ik wist dat uw antwoord juist was. U aarzelde geen moment. Het kwam er heel spontaan uit. Het kwam precies overeen met alles wat ik over Zen heb gehoord of gelezen.’


De gast zei niets en nipte van zijn thee. 
Plotseling werd de gastheer achterdochtig. Er was iets in het gezicht van zijn gast dat hem niet beviel.
‘U weet het antwoord toch wel, nietwaar?’ vroeg hij.
De gast begon te lachen en rolde tenslotte over de mat van vrolijkheid.
‘Nee, eerwaarde broeder,” zei hij, ‘maar ook ik heb veel gelezen en veel gehoord over Zen.’

Osho, The First Principle – Talks on Zen, pp. 108 – 109

Afbeelding:
http://www.indochinatravelpackages.com/wp-content/uploads/2015/12/Truc-Lam-Tay-Thien-2.jpg

Uit de serie 1001 verhalen, verzameld door Shanti. 
Eerder verschenen in het Engels in Osho News, www.oshonews.com.

Vorige verhalen


Meditatie is stilte

 


Verdwaald in de jungle

 

Op zoek naar God

 


Ze weten het wel!

 


De wens-vervullende boom