‘Mag ik erbij komen zitten?’

Niets pretenderen, kinderlijk, geen moeite doen om je achter een façade te verstoppen, geen moeite doen om je als meer dan levensgroot te tonen.

Hakuju, een groot zen meester, diende als vooraanstaand lector aan het Tendai Sekte College. Toen hij op een warme zomermiddag met zijn gebruikelijke ijver een lezing gaf over de Chinese Klassieken, merkte hij dat een paar studenten aan het indommelen waren.

Hij hield midden in een zin op met zijn lezing en zei: ‘Het is een warme namiddag, toch? Ik kan het jullie niet kwalijk nemen dat jullie gaan liggen dutten. Vinden jullie het erg als ik erbij kom?’
Hakuju sloeg zijn boek dicht en viel, achterover geleund in zijn stoel, in slaap. De klas was stomverbaasd en degenen die hadden liggen dommelen werden wakker van zijn gesnurk. Ze gingen allemaal rechtop zitten wachten tot de meester wakker zou worden.

Dit vind je alleen in de zen literatuur, deze mogelijkheid om zo menselijk te zijn, om zo onvolmaakt te zijn en je er toch niet druk om te maken. Een enorme acceptatie van alles wat is, van slaap, van snurken.

Osho, The First Principle – Talks on Zen, p. 142 en 175.

Uit de serie 1001 verhalen, verzameld door Shanti. 
Eerder verschenen in het Engels in Osho News, www.oshonews.com.

Vorige verhalen


De koning en de zenmeester

 

Een echt schilderij

 


Over water lopen

 


Zen horen, Zen lezen

 


Meditatie is stilte