In de massa heerst er een tendens om anderen te volgen. Iemand steekt zijn hand op, de anderen doen het ook. De massa is net een stelletje schapen.
De leraar vroeg eens aan een jongetje, omdat de jongen de zoon van een herder was: ‘Je hebt tien schapen. Vijf springen er over het hek, hoeveel houd je er dan over?’
De jongen zei: ‘Geen een.’
De leraar zei: ‘Wat? Kan je daar niet eens op komen? Vijf zijn eruit gesprongen en eerst waren er tien, hoeveel zijn er dan over?’
De jongen zei weer: ‘Geen een.’
De leraar was ten einde raad. Hij zei: ‘Je kunt er dus niet op komen?’
Het kind zei: ‘U weet misschien wel wat van cijfers, maar ik weet wat van schapen. Er is er geen een over. Ook al springt eentje eruit, dat is al genoeg. De andere negen zullen wel volgen.’
Osho, Just Like That, Talks on Sufi stories, pp. 190 – 191.
Afbeeldingen:
http://mylongwalk.com/Webdocs%20S%20Jogle/Photographs/DS46%20Five%20sheep.jpg
Uit de serie 1001 verhalen, verzameld door Shanti.
Eerder verschenen in het Engels in Osho News, www.oshonews.com.
Vorige verhalen
De warme toetssteen
Is uw theorie wel krankzinnig genoeg?
Rinzai bij de slager
God verschijnt aan Majnun
Sint Franciscus gaat zingend dood