Het land der blinden

‘Nu is het zonsopgang’ en ‘nu staat de hele hemel vol sterren’ –
het is allemaal onzin voor ogen die geen enkele ster kunnen zien.

In Zuid-Amerika, in het begin van de 20e eeuw, werd een kleine stam ontdekt die diep in het oerwoud leefde – het waren maar driehonderd mensen, maar allemaal blind. Ze hadden geen idee dat ze blind waren omdat ze nog nooit iemand met ogen hadden gezien. En van zien was geen sprake omdat ze geen ogen hadden.
Een wetenschappelijk onderzoeker hoorde over deze stam, dus ging hij oerwoud bos in, leefde met de stam mee om hen te begrijpen, beledigde hen niet door te zeggen dat ze blind waren, deed alsof hij ook net zoals zij was. Hij ontdekte dat een bepaalde vlieg de reden was waarom ze allemaal blind waren. Als een kind nog geen zes maanden oud was en door die vlieg gestoken werd, werd het blind.
Er waren dus kinderen die ogen hadden, maar de vlieg was een veel voorkomende vlieg, overal in elk huis, dus geen enkel kind kon eraan ontkomen. En niemand kon zich het verleden herinneren voorbij het vierde jaar of hoogstens het derde jaar; niemand kon zich herinneren wat er gebeurde toen ze zes maanden oud waren.


Dus de hele stam leefde en ze leefden perfect. Ze slaagden erin om iets te verbouwen, ze slaagden erin om hout mee te nemen voor de winter. Ze slaagden erin om water uit de put te halen. Ze raakten aangepast aan het leven van blinde mensen. En omdat de hele gemeenschap blind was, kon alleen deze jonge onderzoeker de vlieg vinden. Als die vlieg je na zes maanden beet, werd je niet blind, dus een kind hoefde maar zes maanden beschermd te worden. Maar er was geen sprake van bescherming in de stam; ze hadden geen idee wat er gebeurde. Een kind van zes maanden kon niet zeggen: ‘Bescherm me tegen de vlieg.’

Hij bleef daar zo lang dat hij verliefd werd op een vrouw. Hij wilde met haar trouwen, maar langzamerhand begon de stam achterdocht te krijgen tegen de man. Hoewel ze blind waren, begonnen ze te ontdekken dat deze man op een andere manier liep, op een andere manier praatte, dingen wist die zij niet wisten. 
Hij zei: ‘Nu is het zonsopgang.’ Hij zei ‘nu staat de hele hemel vol met sterren’, terwijl die blinde ogen geen enkele ster konden zien.
Geleidelijk aan kwamen ze erachter dat deze man een andere manier had dan zij. Ze zetten hem onder druk door te zeggen: ‘Je moet eerlijk tegen ons zijn. Wat is het verschil tussen ons en jou?  Want wij zien geen zonsopgang, wij zien geen zonsondergang en jij hebt het over bloemen en kleuren en jij hebt het over sterren. Waar zijn dat voor dingen? Er moet een verschil zijn tussen ons en jou.’

Hij moest wel eerlijk zijn tegen die arme blinde mensen. Hij zei: ‘Ik heb ogen en jullie hebben geen ogen. Hoewel jullie met ogen geboren worden, vernietigt een veel voorkomende vlieg hier de ogen voordat een kind de grens van zes maanden gepasseerd is. Ik kan veel hulp bieden. Ik kan medische hulp brengen om deze vliegen te doden en misschien ook een manier om jullie te genezen, zodat jullie kunnen zien.’
Maar dat weigerden ze. Ze zeiden: ‘We zijn heel gelukkig zoals we zijn, we willen geen gedoe. En wat jullie trouwen betreft – het is op voorwaarde dat we jouw ogen moeten vernietigen, anders kunnen we iemand met ogen niet geloven… Je kunt ons kwaad doen en daar zullen wij absoluut kwetsbaar voor zijn.’
Dus gaven ze hem de tijd: ‘Je mag er twaalf uur over nadenken. Als je met die vrouw wilt trouwen, zullen we je ogen vernietigen. We zullen ze wel vinden. En als je je ogen wilt houden, dan kun je niet bij ons wonen en kun je niet met die vrouw trouwen.’

Die nacht moest hij steeds maar denken: ‘Wat moet ik nou doen? Deze idioten willen niet geholpen worden. Ze zijn volmaakt gelukkig in hun blindheid.’
Je snapt wel dat er problemen komen als driehonderd blinde mensen ineens ogen krijgen. Je ziet je vrouw en je zegt: ‘Mijn God! Deze buffel is mijn vrouw?’
En je ziet je eigen gezicht in de spiegel en je kunt niet geloven dat jij dat bent, want je hebt je eigen gezicht nog nooit gezien. Alles raakt verstoord.
De onderzoeker vluchtte ‘s nachts weg en liet het hele idee om hen te helpen varen, het idee om met de vrouw te trouwen. Hij had het idee opgevat om te trouwen en dan de vrouw naar de beschaafde wereld mee te nemen waar ze behandeld kon worden. En als hij erin was geslaagd om haar te behandelen, dan kon hij een medisch team meenemen om al die driehonderd mensen te behandelen.

Elke boeddha zit met dezelfde situatie. Hij brengt een nieuw licht, een nieuw leven, een nieuw oog. Maar jullie gaan zulke mensen stenigen. 
De enige misdaad van Socrates was dat hij mensen wilde leren hoe ze de waarheid moesten vinden. 
De enige misdaad van al-Hillaj Mansoor was dat hij uitsprak: ‘Ana’l haq! Ik ben zelf God.’
Maar die uitspraak was geen onderdeel van een egotrip, want hij zei: ‘Jij bent ook God, alleen weet je dat niet. Ik weet het wel.’
Een man van de waarheid is gedoemd om veroordeeld te worden, omdat ons hele leven geleefd wordt op vertroostingen, die leugens zijn. We zitten allemaal onder de opium die religies ons hebben toegediend. Zodra iemand uit deze staat van slaperigheid komt, zal de hele menigte zich tegen hem keren, omdat hij zich zo totaal anders zal gedragen als de massa. De massa kan niemand tolereren die zich anders gedraagt. 

De reden ervoor is een grote angst dat hij misschien gelijk heeft. En hij lijkt gelijk te hebben: zijn schoonheid is veranderd, zijn genade is veranderd, zijn woorden hebben een autoriteit die ze nooit eerder hadden. Zijn stiltes zijn diep. Hij is omgeven door een aura van een nieuwe energie.
Dat maakt mensen erg bang, bang dat ‘deze man misschien wel gelijk heeft. Dan hebben we ons hele leven gemist. Deze man moet op de een of andere manier vernietigd worden.’ 
Socrates en Anagoras werden niet voor niets vergiftigd en al-Hillaj Mansoor werd gekruisigd. Sarmad en Jezus… en er zijn honderden anderen die gestenigd zijn of levend verbrand, terwijl hun enige misdaad was dat ze de waarheid hadden bereikt.

Osho, Rinzai, Master of the Irrational, p. 41-44.

Image by blackend464 from Pixabay. 

Uit de serie 1001 verhalen, verzameld door Shanti. 

Vorige verhalen


Puzzel of mysterie

 


Neem een kopje thee

 


Een blad dat valt

 


Laat vallen!

 


Confucius ontmoet Lao Tse