Confucius ontmoet Lao Tse

‘Hier leren we hoe je moet sterven en herrijzen. Bent u er klaar voor?’

Ik moet denken aan een leerling van Confucius. Hij vroeg aan Confucius: ‘Ik heb zoveel gehoord over Lao Tse…’
Het waren tijdgenoten. Soms komt het voor, bijna als een kettingreactie… In China had je Confucius, een groot denker maar een materialist, Lao Tse, een grote boeddha, Chuang Tzu, Lieh Tzu. In India had je Gautama Boeddha, Mahavira en zes anderen wiens geschriften zijn verbrand door de Hindoes, wiens standbeelden zijn vernietigd. Alleen hun namen zijn overgebleven in de woorden van Boeddha, of in de woorden van Mahavira. Tegelijkertijd had je in Griekenland Socrates, Heraclitus, Dionysius, Diogenes. Plotseling stond de hele wereld in vuur en vlam door een nieuw inzicht.


Confucius’ leerling vroeg aan hem: ‘U heeft vast wel gehoord over Lao Tse. Hij heeft het over een ruimte binnenin waar alleen vrede is en niets anders, volstrekte stilte en geen verstoring. Wilt u me leren hoe ik daar in kan komen?’
Confucius was erg boos. Hij zei: ‘Hou op met al deze onzin. Leer de moraal, de deugd, vermijd de zonden, gedraag je als een heer. Leer de omgangsvormen van de maatschappij. Wat je innerlijke wereld betreft, wanneer je sterft zul je daar de eeuwigheid voor hebben in het graf. Dan kun je op zoek gaan en mediteren en vinden wat er van binnen is. Maar zit nu mijn tijd niet te verdoen.’
Dat was zijn houding.

Maar geleidelijk aan gingen veel mensen over Lao Tse spreken. Tenslotte raapte Confucius zijn moed bijeen. Hij was erg bang, omdat de verhalen die hij over Lao Tse had gehoord heel vreemd waren: ‘Die man kan alles. Hij rijdt op een buffel, met zijn gezicht naar achteren – een gevaarlijke kerel.’
Maar hoe meer hij hem wilde ontlopen, hoe meer hij geïnteresseerd raakte. Zo werkt de menselijke mind. Wat je wilt ontlopen, zul je steeds weer tegenkomen. Je raakt betoverd. Uiteindelijk besloot hij hem te op te gaan zoeken.

Lao Tse was niet ver weg, net buiten de hoofdstad in de bergen in een grot. Confucius ging erheen. Hij hield zijn discipelen tegen die hem gevolgd waren, buiten de grot, omdat hij bang was: ‘Die man is tot alles in staat. Misschien slaat hij me wel, en ik wil niet dat mijn leerlingen zien wat er met mij gebeurt.’ 
Hij zei: ‘Ik zal het jullie wel vertellen. Laat me eerst die man ontmoeten.’

Lao Tse zat in de diepe grot in het donker, heel stil. Hij vond het helemaal niet erg dat Confucius was gekomen. Hij zei geen hallo tegen hem, hij zei niet: ‘Ga zitten, alstublieft.’ Hij trok er zich niets van aan.
Confucius zei; ‘Dat is vreemd. U zou zich tenminste als een heer kunnen gedragen.’
Lao Tse zei: ‘Ik dacht niet dat u het lef zou hebben om mijn grot binnen te gaan. Hier onderwijzen we geen moraal of hoffelijkheid. Hier leren we hoe te sterven en te herrijzen. Bent u er klaar voor?’
En Lao Tse trok zijn zwaard.
Confucius zei: ‘Vergeef me alstublieft. Ik zal nooit meer in uw grot komen!’ 

Hij zweette terwijl het in de grot erg koel was. Hij kwam naar buiten en zei tegen zijn leerlingen: ‘Die man is gevaarlijk. Hij is een draak. Hij zou me gedood hebben.’
Hij begreep Lao Tse helemaal niet. Hij had het niet over de gewone dood, maar over de dood van het ego. En tenzij het ego sterft, ben je niet je authentieke zelf, ben je niet je oorspronkelijke gezicht. Confucius is het misgelopen.

Osho: One Seed Makes the Whole Earth Green, p.117-118.

Afbeelding: Confucius ontmoet Lao Tse. Rotsschildering uit de Han-dynastie. Wikimedia Commons.

Uit de serie 1001 verhalen, verzameld door Shanti. 

Vorige verhalen

De chassidische mysticus en de paleiswachter

 

Gertrude Stein op haar sterfbed

 

Een glas water, de prijs van een keizerrijk

 

Bindis, bindis, bindis!

 


Nooit geboren, nooit gestorven