Een vis in het water

Zoals vissen geboren worden in water, 
zo wordt de mens geboren in Tao.

Ze zeggen dat een jonge vis eens heel ongerust werd, omdat ze zoveel over de oceaan had gehoord, dus wilde ze weten wat de oceaan was. Ze ging van de ene wijze vis naar de andere wijze vis. Ze zocht naar een meester, een goeroe. Er waren er veel – vissen hebben hun eigen meesters en goeroes. Ze vertelden van alles, want als je naar een goeroe gaat, zelfs als hij het niet weet, moet hij wel iets zeggen om zijn goeroe image op te houden. Ze vertelden van alles over de oceaan, maar dat bevredigde de vis niet omdat ze ervan wilde proeven.

De ene goeroe zei: ‘Het is erg ver weg en het is moeilijk te bereiken. Het is maar zelden dat iemand de oceaan bereikt. Doe niet zo dwaas. Je moet je er miljoenen levens op voorbereiden. Het is geen gewone zaak, het is een grote taak. Zuiver jezelf eerst en doe deze asana’s – een deel van het achtvoudige pad van Patanjali.’
Een ander was een boeddhist, hij zei: ‘Hier schiet je niet mee op. Volg het pad van Boeddha, de acht disciplines van Boeddha zullen wel helpen – word eerst absoluut gezuiverd, zodat er geen onzuiverheid meer overblijft, en dan pas zal het je worden toegestaan om de oceaan te zien.’
Weer iemand anders zei: ‘In de Kaliyuga, dit huidige tijdperk, zal alleen het chanten van de naam van Ram helpen. Chant Ram, Ram, Ram – je komt er alleen door zijn genade.’

En de al die tijd was de vis in de oceaan. Ze zocht en ze zocht, raadpleegde vele geschriften, raadpleegde vele doctrines, geleerden, doktoren, bezocht vele ashrams, maar ze raakte steeds meer gefrustreerd omdat het nergens toe leidde. Waar was de oceaan? Het werd een obsessie. 
Op een dag kwam ze een vis tegen, een heel gewone vis – hij moet iemand als Chuang Tzu zijn geweest, heel gewoon. Niemand had ooit gedacht dat deze vis een goeroe zou kunnen zijn, omdat hij een heel gewoon vissenleven leidde.
Deze vis zei: ‘Laat je niet gek maken, wees geen dwaas. Je bent al in de oceaan. Alles wat je om je heen ziet is de oceaan. Het is niet ver weg, het is dichtbij, daarom kun je het niet zien. Er is afstand nodig om iets te zien; er is is ruimte nodig om een perspectief te hebben. Het is zo dichtbij dat je het niet kunt zien. Het is buiten je, het is in je, je bent niets anders dan een golf in de oceaan – een deel ervan, een concentratie van zijn energie.’

Maar de zoeker geloofde het niet. De zoeker zei: ‘Het lijkt wel of jij het kwijtraakt. Ik ben bij veel meesters geweest en die zeggen allemaal dat het heel ver weg is. Eerst moet je je zuiveren, yoga asana’s doen, discipline, karakter, moraliteit cultiveren, religieus zijn, door vele rituelen heen gaan – en dan, miljoenen levens later, gebeurt het. En als iemand de oceaan bereikt, dan is dat ook nog door de genade van God.”

Toch heeft Chuang Tzu gelijk. De oceaan is overal om je heen. Je bent erin, je kunt niet anders… Chuang Tzu zegt dat zoals vissen in water geboren worden, zo wordt de mens in Tao geboren. Het water zorgt voor de vissen, de Tao zorgt voor jou. 
Jullie zijn vissen in Tao, de natuur – je kunt het God noemen. Chuang Tzu gebruikt dat woord nooit opzettelijk, bewust, omdat het beladen is met zoveel onzin. Hij gebruikt gewoon Tao – een neutraler woord. De Veda’s gebruiken het woord ‘Rit’. ‘Rit’ betekent Tao, natuur. 

De mens wordt geboren in Tao, daarom kunnen we het niet voelen. Vissen kunnen geen water voelen, ze kennen het maar al te goed omdat ze erin geboren zijn. Ze hebben er zoveel mee geleefd dat er nooit een scheiding is geweest. De vissen komen nooit te weten wat water is. Ze bewegen erin, ze leven erin, ze sterven erin, ze komen erin en verdwijnen erin, maar ze weten niet wat water is.

Osho: When the Shoe Fits – Talks on the Stories of Chuang Tzu, p. 356-358.

Afbeelding: https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Swirling_fish_schools.jpg

Uit de serie 1001 verhalen, verzameld door Shanti. 

Vorige verhalen

De tuin van Epicurus

 

Je hoort wat je wilt horen

 

Een diepe denker

 

Mulla Nasruddin voor de rechter