Een man met individualiteit kent geen angst.
Toen Socrates vergiftigd werd, zei de opperrechter tegen hem: ‘Het spijt me dat ik het met de meerderheid eens moest zijn. Ze wilden u allemaal doden. En u bent zo’n vreemde kerel … Ik heb u drie alternatieven gegeven, maar u hebt ze niet aanvaard.’
De opperrechter had enorm veel respect, maar wat te doen? De meerderheid riep: ‘Hij moet gedood worden, want hij corrumpeert onze jeugd. Hij geeft hen ideeën die tegen onze traditie, tegen onze godsdienst ingaan. Hij maakt hen sceptisch tegenover het oude en het eeuwenoude. Hij laat hen de werkelijkheid zelf onderzoeken, en niet alleen geloven in kennis en oude geschriften. Hij vernietigt onze traditie. Wij willen deze man niet; deze man moet vernietigd worden.’
Maar de opperrechter begreep de hele situatie. In die tijd in Griekenland waren er stadstaten. Athene was een stadstaat en de Atheense wet was buiten Athene niet van toepassing. Dus hij zei tegen Socrates: ‘De eerste simpele keuze is, dat u zich gewoon buiten Athene begeeft, net buiten de grenslijn, dan kunt u daar uw school maken, uw academie. Zij die willen leren zullen daarheen komen.’
Socrates zei: ‘Dat zal laten zien dat ik bang ben voor de dood… en op een dag ga ik toch dood, ik ben oud genoeg. Deze mensen zijn te ongeduldig; ik ga toch vanzelf wel dood. Dus om maar voor een paar jaar uit Athene te ontsnappen… mijn wezen staat niet achter zo’n idee. Ik kan niet handelen uit angst. Ik zou liever de dood aanvaarden, want je kunt alleen mijn lichaam doden, maar niet mijn geest. En het lichaam kan toch elk moment sterven!’
De opperrechter zei: ‘Het tweede alternatief is, als u belooft om niet meer over de waarheid te spreken, niet meer te onderwijzen, dan kunt u in Athene blijven wonen.’
Hij zei: ‘Wat heeft het dan voor zin om te leven? Voor mij staat de waarheid boven het leven. Het leven komt en gaat, de waarheid blijft. Nee, dat kan ik niet accepteren.’
De opperrechter zei: ‘Dan is het laatste wat u kunt zeggen: “Het spijt me dat ik de gevoelens van mensen heb gekwetst.”
Gewoon door zo’n eenvoudige verontschuldiging kan ik achter u gaan staan, en kunt u gered worden van deze lelijke dood door vergiftiging.’
Socrates zei: ‘Dat is niet mogelijk, want ik heb niets verkeerds gedaan. Ik kan niet zeggen dat ik spijt heb. Ik kan alleen maar zeggen dat ik immens gelukkig ben, en de kwestie van een verontschuldiging is niet aan de orde. Eeuwenlang zullen jullie allemaal veroordeeld worden omdat jullie mij vergiftigd hebben. En ik wil dat jullie weten dat jullie naam alleen herinnerd zal worden omdat jullie mijn dood hebben veroorzaakt, anders zal niemand zich jullie herinneren.’
Dit is de man van individualiteit, die niet geeft om zijn leven, om zijn lichaam, die geen angst kent. Hij aanvaardde de dood vol vreugde.
Osho, The Great Pilgrimage – From Here to Here, p 8.
Afbeeldingen:
http://www.andreascenter.org/images/Seated%20Socrates.jpg
https://www.counter-currents.com/wp-content/uploads/2013/04/DavidDeathOfSocrates1785Met4BB-Web.jpg
Uit de serie 1001 verhalen, verzameld door Shanti.
Eerder verschenen in het Engels in Osho News, www.oshonews.com.
Vorige verhalen

Ramakrishna en de yogi

‘Wat mooi!’

De oude Heraclitus

Lao Tzu moet schrijven van de keizer