Op bezoek bij Bankei

Het enige wonder is om gewoon te zijn.

Dit verhaal is prachtig, een van de mooiste Zen anekdotes. Het gebeurde eens dat Bankei in zijn tuin aan het werk was. Iemand, een zoeker, een man op zoek naar een meester, kwam langs en vroeg aan Bankei: ‘Tuinman, waar is de meester?’
Bankei lachte en zei: ‘Wacht. Ga die deur maar door, binnen zult u de meester vinden.’
Dus ging de man erheen en naar binnen. Hij zag Bankei op een troon zitten, dezelfde man die buiten de tuinman was.

  
盤珪永琢 Bankei Yōtaku (1622-1693) 

De zoeker zei: ‘Bent u gek geworden? Kom van die troon af. Dit is heiligschennis. U toont geen respect aan de meester.’
Bankei stapte af, ging op de grond zitten en zei: ‘Nou, dan wordt het moeilijk. Dan zult u de meester hier niet vinden, want ik ben de meester.’
Het was moeilijk voor die man om te begrijpen dat een groot meester in de tuin kon werken, gewoon kon zijn. Hij ging weg. Hij kon niet geloven dat deze man de meester was. Hij liep hem mis…

Bankei hield op een dag rustig een toespraak voor zijn volgelingen toen zijn verhaal werd onderbroken door een priester van een andere sekte. Deze sekte geloofde in de kracht van wonderen en was van mening dat verlossing kwam door heilige woorden te herhalen. Bankei hield op met praten en vroeg de priester wat hij wilde zeggen. 
De priester pochte dat de stichter van zijn godsdienst op de ene oever van de rivier kon staan met een penseel in zijn hand en een heilige naam kon schrijven op een stuk papier, vastgehouden door een assistent op de overkant van de rivier.
De priester vroeg: ‘Wat voor wonderen kunt u verrichten?’ 
Bankei antwoordde: ‘Slechts één. Als ik honger heb eet ik en als ik dorst heb drink ik.’

Osho, Roots and Wings – Talks on Zen, pp. 212 – 214

Afbeelding:
https://en.wikipedia.org/wiki/Bankei_Yōtaku#/media/File:BankeiYotaku.jpg

Uit de serie 1001 verhalen, verzameld door Shanti. 
Eerder verschenen in het Engels in Osho News, www.oshonews.com.

Vorige verhalen


Kalu’s driehonderd goden

 


Niet het juiste gebed

 


Hoeveel levens nog?

 


Milarepa’s vertrouwen

 


Alexander de Grote bij het vijvertje met nectar