Een dief die heel mooi fluit speelt!

 Er kwam eens iemand bij Tsjwang Tse die het had over een man in de stad en zei: ‘Hij is een zondaar, een heel slecht mens, een dief.’ En hij veroordeelde hem op allerlei manieren.
Tsjwang Tse hoorde het aan en zei: ‘Maar hij speelt heel mooi fluit.’
Toen kwam er iemand anders, terwijl de eerste daar nog zat, en deze zei: ‘Die man daar in de stad speelt echt heel mooi fluit.’
Tsjwang Tse luisterde en zei: ‘Maar hij is een dief.’

Ze waren daar allebei, dus zeiden ze: ‘Wat bedoelt u?’
Tsjwang Tse zei: ‘Gewoon in balans brengen – wie ben ik om te oordelen? Hij is een dief, hij is een goede fluitist. Voor mij is er geen afwijzen, geen accepteren. Voor mij is er geen keuze. Hij is wat hij ook is. Wie ben ik om te oordelen of om deze uiterste of die uiterste te kiezen? Voor mij is hij niet goed en niet slecht. Hij is zichzelf en dat is zijn zaak. Wie ben ik om er ook maar iets over te zeggen? Ik moest wel iets zeggen gewoon om jullie allebei in balans te brengen.’
 
Het valt niet mee om niet te kiezen, maar probeer het – en met alles…
Als je haat voelt, probeer naar het midden te gaan.
Als je liefde voelt, probeer naar het midden te gaan.
Wat je ook voelt, probeer naar het midden te gaan.
En je zult verbaasd staan te kijken dat er tussen elke twee uitersten een punt is waar ze allebei ophouden te bestaan – waar je geen haat voelt en ook geen liefde. Dat is wat Boeddha upeksha noemt, onverschilligheid.
Onverschilligheid is niet het juiste woord. Upeksha betekent zo’n middelpunt waar je noch dit noch dat bent.
 
Je kunt niet zeggen: ‘Ik heb lief.’ Je kunt niet zeggen: ‘Ik haat.’
Je kunt gewoonweg niets zeggen, je zit precies in het midden.
Je bent niet geïdentificeerd. Er vindt een transcendentie plaats en transcendentie is het tot bloei komen. Dat is de rijpheid die je moet bereiken, dat is het doel…
Je maakt te gemakkelijk keuzes. Je veroordeelt, je waardeert te gemakkelijk. Je accepteert en wijst te gemakkelijk iets af. Je zegt te gemakkelijk: ‘Dit is goed, dat is fout,’ want dit is een gewoonte geworden van miljoenen levens, je hebt altijd keuzes gemaakt. Dit is gewoon een robotachtig verschijnsel.
 
Zonder enig bewustzijn heb je, zodra je iets ziet, al een besluit genomen en het veroordeeld. Daar heb je een bloem. Je kijkt ernaar en zegt: ‘Mooi.’ Of: ‘Niet mooi.’ Onmiddellijk komt er een oordeel -met de waarneming komt het oordeel mee. Zo zul je nooit in het midden kunnen blijven.
 
Osho, Hsin Hsin Ming: The Book of Nothing, Discourses on the faith mind of Sosan, p. 52 – 53.
 
Afbeelding:
http://www.pravsworld.com/wp-content/uploads/2017/02/The-Flute-And-The-Thief.jpg

Uit de serie 1001 verhalen, verzameld door Shanti. 
Eerder verschenen in het Engels in Osho News, www.oshonews.com.   

Vorige verhalen


De kleermaker en de schepping


Kinderen met hun zandkastelen


Niet aan apen denken!


De voorwaarde van de geliefde


De man die het niemand naar de zin kon maken