Van de conceptie tot het einde…
is de mens een zoektocht naar de waarheid.
Socrates was stervende. Zijn leerlingen begonnen te huilen en te wenen; dat was normaal, maar hij zei tegen hen: ‘Hou op! Stoor me niet – laat me onderzoek doen naar de dood. Leid me niet af! Jullie kunnen later huilen, straks als ik weg ben. Laat me nu onderzoeken wat de dood is. Ik heb mijn hele leven gewacht op dit moment om de realiteit van de dood binnen te gaan.’
Jacques-Louis David, De dood van Socrates, detail.
Hij was vergiftigd. Hij lag op zijn bed te kijken wat de dood was, te onderzoeken wat de dood was. En toen zei hij tegen zijn leerlingen: ‘Mijn voeten worden gevoelloos, maar ik ben nog net zo als vroeger. Niets is mij ontnomen. Mijn gevoel van mijn wezen is even totaal als voorheen. Mijn voeten zijn weg.’
Toen zei hij: ‘Mijn benen zijn weg, maar ik ben nog steeds dezelfde. Ik zie mezelf niet gereduceerd tot iets minder. Ik blijf het geheel.’
Toen zei hij: ‘Mijn maag is gevoelloos, mijn handen zijn gevoelloos.’
Maar hij was erg opgewonden, extatisch.
Hij zei: ‘Maar ik zeg jullie nog steeds: Ik ben dezelfde, er is niets van me afgenomen.’
En toen begon hij te glimlachen en zei: ‘Dit laat zien dat de dood vroeg of laat ook mijn hart zal nemen – maar het kan mij niet nemen.’
Toen zei hij: ‘Mijn handen zijn weg, nu zakt zelfs mijn hart, en dit zullen mijn laatste woorden zijn, want mijn tong wordt gevoelloos. Maar ik zeg jullie, onthoudt, dit zijn mijn laatste woorden: Ik ben nog steeds dezelfde, totaal.’
Dit is het onderzoek naar de dood. Vanaf de conceptie tot het einde is de mens een zoektocht naar de waarheid…
Dat is het verschil tussen andere dieren en de mens. Zij leven, zij onderzoeken niet. Ze leven gewoon, ze doen geen onderzoek. Geen enkel dier heeft ooit gevraagd: Wat is de waarheid? Wat is het leven? Wat is de zin van het leven? Waarom zijn we hier? Waar komen we vandaan? Voor welk doel zijn we bestemd?
Geen boom, geen vogel, geen dier – deze grote aarde heeft dit nog nooit gevraagd. Deze enorme hemel heeft hier nooit naar gevraagd.
Daar is de glorie van de mens. Hij is heel klein, maar groter dan de hemel, omdat iets in hem uniek is – de zoektocht.
Zelfs de enorme hemel is niet zo groot als de mens, omdat er misschien een einde komt aan de hemel, maar er komt geen einde aan de zoektocht van de mens.
Het is een eeuwige pelgrimstocht, zonder begin, zonder einde.
Osho: The Search -Talks on the Ten Bulls of Zen, p. 9 – 10.
Afbeelding:
https://s-media-cache-ak0.pinimg.com/736x/d4/dc/4d/d4dc4d176dd4d43044c6b996cd6c4f82.jpg
Uit de serie 1001 verhalen, verzameld door Shanti.
Vorige verhalen

Zenmeester Eisai en de arme samoerai

De nieuwe scooter

Iedereen is een boeddha

Amrapali verleidt de monnik

Zusia en de gekooide vogels