De oude tuinman en de koning

Waarheid, bewustzijn, gelukzaligheid, ze zijn je geboorterecht: gewoon een beetje geduld.

Er is een soefi verhaal… Een koning stopte zijn paard. Hij passeerde de kwekerij van een arme tuinman. En hij keek naar de arme tuinman – hij was om een speciale reden gestopt. Hij had al zo vaak willen stoppen. 
Vroeger kwam hij altijd langs die mooie plek waar de kwekerij van de arme tuinman was – het was de mooiste weg naar het paleis. Vandaag kon hij zijn nieuwsgierigheid niet bedwingen. Hij was nieuwsgierig omdat de man er zo oud uitzag … hij was zeker al een eeuw voorbij. Misschien was hij wel honderdtwintig of zelfs ouder. 

Hij zag er zo oud uit en toch was hij kleine plantjes aan het verzorgen en de hele dag met die plantjes bezig. En dat waren plantjes van bomen die er minstens honderd jaar over doen om tot volle wasdom te komen. De levensduur ervan is lang – ze leven minstens vierduizend jaar. Na honderd jaar zijn het nog maar kinderen. Ze kunnen rekenen op een levensduur van vierduizend jaar, maar pas na honderd jaar beginnen ze te bloeien – eerder niet. En na duizend jaar beginnen ze vruchten te geven.


Pinus Longaeva, meer dan 4000 jaar oude boom

De koning was verbaasd: deze man leek minstens honderdtwintig jaar oud.
‘Is hij gek soms? Hij kan niet verwachten de bloemen van deze bomen te zien, om nog maar te zwijgen over de vruchten. En hij werkt zo hard op zijn oude dag, de hele dag in de hete zon.’ Het was een woestijngebied.
Hij stopte en kwam dicht bij de oude man staan en zei: ‘Ik kijk elke dag naar u, en ik zie hoe hard u werkt, maar een vraag … elke dag verdring ik die, ik wil me er niet mee bemoeien. Maar u moet het me vergeven – ik wil u één ding vragen: 
‘Denkt u de bloemen van deze planten te kunnen zien?’
De oude man moest lachen. Hij zei: ‘Nee, ik zal de bloemen van deze planten niet kunnen zien. Maar zie je net achter mijn hut die enorme bomen, duizenden jaren oud? Het zijn dezelfde bomen. Ze geven me vruchten, ze geven me bloemen.’
De koning zei: ‘Ik kan ze wel zien, maar ik begrijp het nog steeds niet. Waarom bent u met die bomen bezig?’

De man zei: ‘Als mijn ouders of mijn voorvaderen ook gedacht hadden dat ze de bloemen niet zouden kunnen zien, om over de vruchten maar te zwijgen, dan zouden die bomen er niet geweest zijn. Ik denk niet aan mijzelf. Ik denk aan mijn voorvaderen en aan mijn toekomstige kinderen. Ik ben hun iets verschuldigd.
Als mijn voorvaderen zo geduldig waren dat ze blij konden zijn dat een paar kinderen, die ze nooit zouden kennen, van de vruchten en de bloemen van deze prachtige bomen zouden genieten … Denkt u dat ik een slechter mens ben dan mijn voorvaderen? Kan ik ook niet denken aan iemand, ver weg in de toekomst, die mij dankbaar is?’
De koning schreef in zijn biografie: ‘De oude tuinman heeft mij geschokt met zijn geduld en met zijn oneindige liefde en medeleven en vertrouwen.’

Iemand zal, op een dag, de bloemen zien. 
En wat je innerlijke groei betreft, dat is niet een kwestie van iemand anders die de bloemen ziet. 
Jij zult het zien en kun je niet geduldig zijn – een klein beetje geduld hebben?
Ja, Sat Chit Anand -waarheid, bewustzijn, gelukzaligheid- het is allemaal mogelijk voor jou. In feite zijn ze je geboorterecht. 
Je hoeft ze alleen maar op te eisen … en die eis vergt een beetje geduld.

Osho, Sat Chit Anand, pp. 45 – 46.

Afbeeldingen:
https://s-media-cache-ak0.pinimg.com/564x/0d/ed/78/0ded78c34e5062a3d4823bd89f12220e.jpg
https://commons.wikimedia.org/wiki/Pinus_longaeva#/media/File:Prometheus_Wheeler.jpg

Uit de serie 1001 verhalen, verzameld door Shanti. 
Eerder verschenen in het Engels in Osho News, www.oshonews.com.

Vorige verhalen


Plato komt Diogenes tegen

 


Socrates mag kiezen

 


Ramakrishna en de yogi

 


‘Wat mooi!’

 


De oude Heraclitus