Lelijkheid gemaskeerd als Schoonheid en Schoonheid in de kleren van Lelijkheid.
Een oude parabel: De wereld werd geschapen en God zond elke dag nieuwe dingen naar de wereld. Op een dag stuurt hij Schoonheid en Lelijkheid naar de wereld. Het is een lange reis van het paradijs naar de aarde. Als ze aankomen is het vroeg in de ochtend, de zon komt net op. Ze landen bij een meer en besluiten allebei een bad te nemen omdat hun hele lichaam, hun kleren, alles onder het stof zit. Zonder de wegen van de wereld te kennen – ze zijn zo nieuw – trekken ze hun kleren uit; helemaal naakt springen ze in het koele water van het meer. De zon komt op, mensen beginnen te komen.
Edvard Munch, Jealousy, Munch Museum.
Lelijkheid haalt een streek uit: als Schoonheid ver weg in het meer gaat zwemmen, komt Lelijkheid aan wal, trekt de kleren van Schoonheid aan en maakt zich uit de voeten. Tegen de tijd dat Schoonheid zich ervan bewust wordt dat er mensen aankomen en dat ze naakt is, kijkt ze om zich heen… haar kleren zijn weg.
Lelijkheid is weg maar zij staat naakt in de zon en de menigte komt dichterbij. Omdat ze geen andere manier ziet, trekt ze de kleren van Lelijkheid aan en gaat ze op zoek naar Lelijkheid zodat ze van kleren kunnen wisselen.
Het verhaal gaat dat ze nog steeds op zoek is… maar Lelijkheid is sluw en blijft ontsnappen. Lelijkheid is nog steeds in de kleren van Schoonheid, gemaskerd als Schoonheid, en Schoonheid loopt rond in de kleren van Lelijkheid.
Het is een geweldig mooie parabel. Jaloezie doet zich voor als liefde, bezitsdrang creëert een masker van liefde… en dan ben je op je gemak. Je houdt niemand anders voor de gek… alleen jezelf…
Het is niet de liefde die jaloers is. Zie, kijk, observeer opnieuw. Wanneer je jaloers bent, is het niet de liefde die jaloers is; liefde heeft nooit iets van jaloezie gekend. Net zoals de zon nooit iets van duisternis heeft gekend, heeft liefde nooit iets van jaloezie gekend.
Het is het ego dat zich gekwetst voelt, het is het ego dat zich competitief voelt, constant in strijd. Het is het ego dat ambitieus is en hoger wil staan dan anderen, die iemand speciaal wil zijn. Het is het ego dat zich jaloers en bezitterig gaat voelen – want het ego kan alleen bestaan met bezit.
Hoe meer je bezit, hoe meer het ego wordt versterkt; zonder bezit kan het ego niet bestaan. Het leunt op bezittingen, het is afhankelijk van bezittingen. Dus als je meer geld hebt, meer macht, meer aanzien, een mooie vrouw, een mooie man, mooie kinderen, dan voelt het ego zich enorm gevoed.
Wanneer bezittingen verdwijnen, wanneer je helemaal niets bezit, zul je het ego vanbinnen niet vinden. Er zal niemand zijn die ‘ik’ kan zeggen.
En als je denkt dat dit je liefde is, dan zal zeker ook je liefde verdwijnen. Jouw liefde is niet werkelijk liefde. Het is jaloezie, bezitterigheid, haat, woede, geweld; het zijn duizend en één dingen – behalve liefde.
Het doet zich voor als liefde. Omdat al deze dingen zo lelijk zijn, kunnen ze niet zonder masker bestaan.
Osho: The Dhammapada, The Way of the Buddha, Vol. 3, p. 82-84.
Afbeelding: Wikimedia Commons
Uit de serie 1001 verhalen van Shanti.
Vorige verhalen
Pas op voor experts!
Gewoon spelers van een spel
Wees een licht voor jezelf

Maar één van de honderd
Een ossenkar die vliegt!