Het geheimzinnige geschrift van de meester

Alle filosofieën, alles wat gezegd kan worden, zijn net als het voorportaal van een paleis. Ze leiden je naar de innerlijke tempel. Maar als je je eraan vastklampt, blijf je in het voorportaal en het voorportaal is niet het paleis.

Het gebeurde eens met een Zenmeester die stervende was. 
Hij riep zijn meest geliefde leerling en zei: ‘Nu is het moment gekomen dat ik je het geschrift moet geven dat ik al lang bij me draag; het werd mij gegeven door mijn meester toen hij stervende was; nu ben ik stervende.’
Hij haalde een boek tevoorschijn, een boek dat hij onder zijn kussen had verstopt. Iedereen wist ervan, maar niemand mocht er ooit naar kijken. Hij deed er heel geheimzinnig over. Als hij naar het toilet ging had hij het boek bij zich, niemand mocht ooit zien wat erin stond; en iedereen was natuurlijk nieuwsgierig, enorm nieuwsgierig. 

Nu had hij deze leerling geroepen en gezegd: ‘Mijn laatste uur is geslagen en ik moet je het geschrift geven dat mij door mijn meester is gegeven. Bewaar het! Bewaar het zo zorgvuldig mogelijk – bescherm het zodat het niet vernietigd wordt. Het is een waardevolle schat. Eenmaal verloren – voor eeuwen verloren.’
De leerling lachte en zei: ‘Maar wat er ook moet worden bereikt, heb ik bereikt zonder dit geschrift, dus wat is de noodzaak? U kunt het meenemen.’ 
De meester stond erop. 
De leerling zei: ‘Goed, als u erop staat, dan is het goed.’ 


Hij kreeg het boek – het was een winteravond, erg koud, en het haardvuur brandde in de kamer – de leerling nam het boek en, zonder er zelfs maar in te kijken, gooide hij het in het vuur.
De meester sprong op en zei: ‘Wat doe je nou!’
En de leerling schreeuwde nog harder: ‘Wat zegt u! Om een geschrift te bewaren?’
De meester begon te lachen, hij zei: ‘Je bent geslaagd voor het examen. Had je het bewaard, dan was je gezakt! Want er stond niets in; om je de waarheid te vertellen, het is helemaal leeg. Het was alleen maar om te zien of het je gelukt is om de stilte te begrijpen, of dat je je nog steeds, diep van binnen, vastklampt aan woorden, concepten, theorieën, filosofieën.’

Alle filosofieën, alles wat gezegd kan worden, zijn net als het voorportaal van een paleis… Alle woorden kunnen hooguit portieken worden; ze leiden je naar de innerlijke tempel. Maar als je je eraan vastklampt, dan blijf je in het voorportaal – het voorportaal is niet het paleis. 
Lao Tzu zegt iets dat net als een portiek is, een deur. Als je het begrijpt zul je alle woorden, taal – in feite de hele mind – laten vallen. Waar je je schoenen achterlaat in het portaal, moet je ook je mind achterlaten. Dan pas betreed je het binnenste heiligdom van het zijn.

Uit de serie 1001 verhalen, verzameld door Shanti. 

Vorige verhalen


Shit! Alweer pindakaas!

 


Nooit geboren, nooit gestorven

 


Door mij komt de zon op!

 


Een levende meester

 


Vermijd hebzucht!