De laatsten zullen de eersten zijn

De eerste of de laatste willen zijn: hetzelfde ego, dezelfde competitie, dezelfde strijd, hetzelfde conflict. Jezus zegt: Onthoud, zij die de eersten zijn in deze wereld zullen de laatsten zijn in mijn koninkrijk van God, en zij die de laatsten zijn zullen de eersten zijn. 
Hij heeft je de fundamentele wet gegeven – ‘Aes Dhammo Sanantano’ – hij heeft je de onuitputtelijke, eeuwige wet gegeven: Hou op met proberen de eerste te zijn.
Maar onthoud wel iets wat heel goed mogelijk is, want de mind is zo sluw dat hij elke waarheid kan verdraaien. Je kunt gaan proberen de laatste te zijn, maar dan mis je het hele punt. Dan begint er een andere competitie: dat ik de laatste moet zijn, en als iemand anders zegt ‘ik ben de laatste,’ dan heb je weer die strijd, dan heb je weer dat conflict.

Nadir Shah van Perzië (1732-1747).

Ik heb eens een Soefi-parabel gehoord: Een grote keizer, Nadirshah, was aan het bidden. Het was vroeg in de ochtend, de zon was nog niet op, het was nog donker. Nadirshah zou die dag beginnen aan een nieuwe verovering van een nieuw land. Natuurlijk bad hij tot God voor zijn zegeningen om te zegevieren. 
Hij zei tegen God: ‘Ik ben niemand, ik ben slechts een dienaar – een dienaar van uw dienaren. Zegen mij. Ik ga UW werk doen, dit is UW overwinning. En ik ben niemand, onthoud dat. Ik ben slechts een dienaar van uw dienaren.’

De priester was ook aan zijn zijde, om hem te helpen in het gebed, als een bemiddelaar in functie tussen hem en God. En toen hoorden ze plotseling in de duisternis een andere stem. Een bedelaar uit de stad was ook aan het bidden, en hij zei tegen God: ‘Ik ben ook niemand, een dienaar van uw dienaren.’
De koning zei tegen de priester: ‘Kijk die bedelaar nou eens! Hij is een bedelaar die tegen God zegt dat hij niemand is! Hou op met die onzin! Wie ben jij om te zeggen dat je vóór mij niemand bent? Ik ben niemand, en niemand anders kan dit beweren. En ik ben de dienaar van zijn dienaren – en wie ben jij om te zeggen dat jij de dienaar van de dienaren bent?’

Nou zie je, de competitie is er nog steeds, dezelfde competitie, dezelfde domheid. Er is niets veranderd. Dezelfde berekening: ‘Ik moet de laatste zijn. Niemand anders mag de laatste zijn.’

Osho: The Dhammapada – The Way of the Buddha, Series 8, p.110-111.

Afbeelding: Wikipedia.

Uit de serie 1001 verhalen van Shanti.

Vorige verhalen

Als je gaat douchen, gewoon douchen

 

De kleren van Lelijkheid en Schoonheid

 

Pas op voor experts!

 

Gewoon spelers van een spel