De kleren van de dichter

Niemand herkent zielen, alleen kleren worden herkend.

Ghalib was een groot Urdu dichter. Bahadur Shah nodigde hem uit aan zijn hof; het was de verjaardag van Bahadur Shah’s troonopvolging.
Ghalib’s vrienden zeiden: ‘Ga niet zo, in die kleren. Wie zal je herkennen voor wat je bent? Wie heeft de ogen om je poëzie te herkennen? Wie heeft de schaal om je hart te meten? Wie zal er in je binnenste kijken – wie heeft er tijd voor? Ga netjes gekleed, want ze zullen het niet waarderen dat je als een bedelaar gekleed gaat en mogelijk word je nog bij de deur teruggestuurd.’

   Kleding  van Ghalib 

Een arme dichter, hij had alleen oude en haveloze kleren, versleten schoenen, een oude muts. Maar Ghalib zei: ‘Ik heb geen andere kleren.’
Zijn vrienden zeiden: ‘We zullen wat kleren voor je lenen.’
Ghalib zei: ‘Dat zou niet juist zijn. Ik heb niet de minste belangstelling om iets te lenen. Wat niet van mij is, is niet van mij, wat van mij is, is van mij. Nee, ik zou me erg ongemakkelijk en oncomfortabel voelen. Ik zou me beperkt voelen in die kleren, ik zou me niet vrij kunnen voelen. 
Waarom zou ik de kleren van iemand anders gaan dragen? Ik ga er in mijn kleren heen en wat er ook gebeurt, gebeurt.’

Ghalib ging op weg en toen hij bij de deur aankwam boog de portier om iedereen welkom te heten, maar hij duwde Ghalib opzij en zei tegen hem: ‘Wacht!’
Toen alle anderen weg waren, dook de portier onmiddellijk op Ghalib en zei: ‘Men moet zich bewust zijn van zijn status. Dit is een paleis. Waarom probeert u hier binnen te dringen?’
Ghalib zei: ‘Ik probeer niet binnen te dringen, ik heb een uitnodiging ontvangen.’
Hij liet de uitnodigingskaart zien die hij in zijn zak had.
De portier keek naar de uitnodigingskaart en zei: ‘Die heb je vast van iemand gestolen. Ga weg, verdwijn hier. Ben je gek geworden? Bedelaars die doen alsof ze koningen zijn!’

Ghalib keerde zeer bedroefd naar huis terug. Zijn vrienden zeiden: ‘We hebben het je gezegd! We wisten wel dat dit zou gebeuren, daarom hebben we deze kleren meegenomen.’
Deze keer weigerde Ghalib het niet: hij trok de geleende schoenen aan, een geleende muts, een geleend gewaad, alles geleend. Toen hij bij de deur aankwam, boog de portier voor hem. Niemand herkent zielen, alleen kleren worden herkend. 
Ghalib was zeer verbaasd. Dezelfde portier die zojuist tegen hem had geschreeuwd en hem had gevraagd om weg te gaan, die eerder klaar had gestaan om hem in elkaar te slaan, vroeg nu niet eens om een uitnodigingskaart. Maar Ghalib was al een beetje bang. De eerste ervaring was pijnlijk geweest, dus haalde hij opnieuw zijn uitnodigingskaart tevoorschijn en liet die aan de portier zien. De portier keek er aandachtig naar en zei: ‘Nu is het in orde. Eerder was er een bedelaar gekomen met dezelfde uitnodigingskaart met dezelfde naam erop. Het heeft me veel moeite gekost om van hem af te komen.’

Ghalib ging naar binnen en Bahadur Shah liet hem naast zich zitten. Bahadur Shah was ook een dichter; hij had een voorliefde voor poëzie.

 Bahadur Shah II, ca. 1850.

Maar hij stond een beetje verbaasd toen de maaltijd begon: Ghalib zat naast hem en hij deed rare dingen. Ghalib nam wat snoepjes, raakte er zijn hoed mee aan en zei: ‘Neem ze, o hoed, eet!’ 
Hij nam wat snoepjes, raakte er zijn jas mee aan en zei: ‘Neem ze, o jas, eet!’
‘Dichters zijn een beetje gek,’ dacht Bahadur Shah, ‘het is vreemd, maar ik moet er maar geen aandacht aan schenken.’
Volgens de manieren van een welopgevoed mens moet je zulke gekken negeren, het zou iemands wonden kunnen raken.
Bahadur Shah begon overal heen te kijken, behalve naar Ghalib.

   Mirza Ghalib, 1797-1869.

Dit ging zo een tijdje door; Ghalib at helemaal niet – hij gaf al zijn kleren en zelfs zijn schoenen te eten.
Uiteindelijk kon Bahadur Shah het niet laten … er zit een grens aan etiquette.
Hij zei: ‘Vergeef me. Het is niet juist dat ik mij ermee bemoei, het is niet juist dat ik mij bemoei met uw persoonlijke gewoonten. Misschien is er een gewoonte, een ritueel waar ik niets van weet, misschien is het een religieuze praktijk van u. Maar uit nieuwsgierigheid wil ik u vragen wat u aan het doen bent? Die kleren die u draagt, uw gewaad, jas, schoenen en hoed, waarom geeft u ze te eten?’
Ghalib zei: ‘Ghalib is hier al eens eerder geweest, maar hij werd weggestuurd; hij is niet meer teruggekomen. Nu zijn de jas en de kleren gekomen – die zijn allemaal geleend. Alleen deze kleren zijn binnengelaten, dus geef ik ze te eten. Ik mocht niet naar binnen, dus het zou niet juist zijn als ik hier kwam eten.’
Toen vertelde Ghalib het hele verhaal aan Bahadur Shah.

Jullie beoordelen mensen op hun rijkdom, omdat er geen liefde in jullie is. Dus als er een rijk iemand komt, dan sta je op uit respect, als er een arm iemand komt dan ga je verder met het lezen van je krant alsof er niemand is gekomen, of alsof er een hond of een kat voorbij komt – alsof hij niet eens een mens is.

Osho, Showering Without Clouds – Reflections on the poetry of an enlightened woman, Sahajo, pp. 110 – 113.

Afbeeldingen:
http://i0.wp.com/rediscoveryourdreams.files.wordpress.com/2014/02/dsc_0005.jpg
https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/2/24/Bahadur_Shah_II_of_India.jpg
http://www.indiasamvad.co.in/admin/storyimage/Mirza_GhalibMirzaGhalib.JPG

Uit de serie 1001 verhalen, verzameld door Shanti. 
Eerder verschenen in het Engels in Osho News, www.oshonews.com.

Vorige verhalen


De fakir en de geleerde

 


Het portret van Picasso

 


Gargi wint het debat

 


De tien geboden

 


Nanak ligt met zijn voeten naar de Kaaba!

 


De onvoltooide gedichten