Stern verslaggever Jörg Andrees Elten reisde halverwege de jaren zeventig naar Bhagwan in Poona, India – een ontmoeting die niet alleen tot een sensationeel rapport leidde, maar zijn leven compleet zou veranderen. Precies dertig jaar na de publicatie van zijn legendarische boek (Totaal ontspannen in het hier en nu) over zijn tijd in de ashram, kijkt hij terug.
Een hippie had de naam in mijn hoofd gestopt: Bhagwan Shree Rajneesh. Dit is een Indiase wijze die een ashram heeft in Poona, vlakbij Bombay. ‘Een goede insidertip!’ zei de hippie. En Bhagwan betekent ‘iemand die zijn goddelijkheid heeft gerealiseerd’.
Ik wist dat ik de Indiase wijze moest ontmoeten. Waarom? Geen idee!
Een paar maanden later was het zover. Ik was op reis met de fotograaf Jay Ullal. Tussenstop in Bombay. Omweg naar Poona (nu Pune genoemd). Het pad naar het huis van Bhagwan leidt door een jungle-achtige tuin. De geur van vreemde tropische planten was bedwelmend. Exotische vogels ritselden in het kleurrijke struikgewas en begroetten mij met schelle liederen. Trotse pauwen spreidden hun veren en maakten hun radslagen. In een kleine vijver rekten twee zwanen hun nek uit en keken me nieuwsgierig aan.
Plotseling stond de meester voor mij. Hij zat op het overdekte terras van zijn huis – een geheel in het wit geklede figuur. Ik stopte verrast. Mijn eerste indruk: kracht en gevoeligheid. Fijne handen, een hoog kaal voorhoofd, een baard die over zijn sterke borst viel, zwarte ogen onder lange wimpers. Hij leunde naar voren in zijn stoel, spreidde zijn armen, doorboorde me met een vriendelijke radarblik en zei: ‘Daar ben je eindelijk! Ik heb op je gewacht en gewacht…’