Van oudsher verwijst spiritualiteit naar een religieus proces van hervorming dat erop gericht is de oorspronkelijke gestalte van de mens terug te vinden, gericht op “het beeld van God” zoals dat wordt belichaamd door de stichters en de heilige teksten van de godsdiensten van de wereld.
In de moderne tijd ligt de nadruk op de subjectieve ervaring van een sacrale dimensie en de diepste waarden en betekenissen op grond waarvan mensen leven, vaak in een context die losstaat van georganiseerde religieuze instellingen. Moderne systemen van spiritualiteit kunnen een geloof in een bovennatuurlijk (buiten het bekende en waarneembare) rijk, persoonlijke groei, een zoektocht naar een ultieme of heilige betekenis, religieuze ervaring, of een ontmoeting met iemands eigen “innerlijke dimensie” omvatten.
Niet alle moderne opvattingen van spiritualiteit omhelzen transcendentale ideeën. Seculiere spiritualiteit legt de nadruk op humanistische ideeën over morele inborst (kwaliteiten als liefde, mededogen, geduld, verdraagzaamheid, vergevingsgezindheid, tevredenheid, verantwoordelijkheid, harmonie, en zorg voor anderen). Dit zijn aspecten van het leven en de menselijke ervaring die verder gaan dan een zuiver materialistische kijk op de wereld, zonder noodzakelijkerwijs het geloof in een bovennatuurlijke werkelijkheid of goddelijk wezen te aanvaarden.
De betekenis van spiritualiteit heeft zich in de loop van de tijd ontwikkeld en uitgebreid, en er zijn verschillende connotaties naast elkaar te vinden. De term “spiritualiteit” ontwikkelde zich oorspronkelijk binnen het vroege Christendom, verwijzend naar een leven gericht op de Heilige Geest, terwijl in de moderne tijd de term zich zowel verspreidde naar andere religieuze tradities als verbreedde om te verwijzen naar een breder scala van ervaringen, waaronder een scala van esoterische tradities.
Meer: Spiritualiteit
Een bijdrage van Antar Marc.