Jezus zei:
‘Wijdt van de morgen tot de avond
en van de avond tot de morgen
geen enkele gedachte
aan wat je aan zult trekken.’
Zijn discipelen zeiden:
‘Wanneer zult u aan ons geopenbaard worden
en wanneer zullen wij u zien?’
Jezus zei:
‘Als je je kleren uittrekt zonder schaamte,
als je je kleren neemt en ze onder je voeten legt,
zoals kleine kinderen doen en erop trapt –
dan zul je de zoon van de levende God aanschouwen,
en je zult niet vrezen.’
De mensen leven niet zoals ze zijn, maar zoals ze graag zouden willen zijn: niet met hun oorspronkelijke gezicht, maar met een geschilderd, vals gezicht. Dat is het hele probleem. Als je geboren wordt, heb je een eigen gezicht – niemand heeft het vernietigd, niemand heeft het veranderd, maar vroeg of laat begint de maatschappij aan je gezicht te werken. Die begint het oorspronkelijke gezicht, het natuurlijke, het gezicht waarmee je geboren bent, te verbergen, en dan worden je vele gezichten gegeven voor verschillende gelegenheden omdat één gezicht niet genoeg is.
Van ’s morgens tot ’s avonds, van ’s avonds tot ’s morgens gebruiken we duizenden gezichten. Als er een machtig man naar je toekomt, verander je het masker; als er een bedelaar naar je toekomt, gedraag je je anders. Voortdurend, van moment tot moment, verandert je gezicht.
Schenk aandacht aan je gezicht, de veranderingen hebben aanhoudend plaats. Kijk in de spiegel en denk aan de vele gezichten die je kunt trekken. Kijk in de spiegel en trek het gezicht, waarmee je je vrouw nadert; kijk naar het gezicht dat je trekt als je begerig bent, als je boos bent; trek het gezicht dat je hebt als je seksuele verlangens zijn opgewekt; trek het gezicht dat je hebt als je ontevreden, gefrustreerd bent – je zult tot de ontdekking komen dat je een menigte bent. En geen van al die gezichten ben jij.
In Zen was het één van de diepstgaande meditaties: het vinden van je oorspronkelijke gezicht, dat wat je had voor je naar deze wereld kwam – en dat wat je weer zult hebben als je deze wereld verlaat; want je kunt al die gezichten niet meenemen. Je moet die gezichten laten vallen; alleen dan kun je Jezus zien, omdat je Jezus hebt gezien als jij je oorspronkelijke gezicht ziet.

Rembrandt schilderde deze jonge Joodse man uit zijn buurt:
zo zou het hoofd van Christus eruit gezien kunnen hebben. Rembrandthuis.
Jezus is niets anders dan je oorspronkelijke gezicht, Boeddha is niets anders dan je oorspronkelijke gezicht. Als je alle valsheid achter laat en naakt bent – alleen je oorspronkelijke zelf, zonder enige verandering, wijziging – dan ben je Jezus, dan wordt Jezus geopenbaard in al zijn absolute glorie. En alleen gelijken kunnen elkaar kennen – je kunt Jezus alleen herkennen als je Jezus gelijk bent. Het licht kan het licht herkennen, het licht herkent het duister niet. En hoe zou het duister het licht kunnen herkennen?
Een van de oudste joodse uitspraken luidt, dat je God pas gaat zoeken als je hem gevonden hebt. Dat klinkt paradoxaal maar het is absoluut waar, want hoe zou je hem kunnen zoeken als je hem niet gevonden hebt, gevonden in je zelf, als je hem niet in jezelf hebt gerealiseerd?
Waarom hebben we verschillende gezichten? Waarom is het nodig en waarom zijn we bang om ze af te leggen?
Allereerst zou ik willen zeggen, dat je jezelf nooit werkelijk hebt liefgehad – anders zou het niet nodig zijn. Je haat jezelf, en als je jezelf haat, verberg je je gezicht. Hoe kun je je gezicht aan anderen onthullen als je jezelf haat? Je haat het zelf, je wilt het zelf niet zien, hoe zou je het dan aan anderen kunnen onthullen? Hoe komt het dat je jezelf haat? De hele conditionering van de maatschappij heeft die zelfhaat in je geschapen, een zelf-veroordeling, een schuld.
Meer: Osho: Het mosterdzaad #4
Bron: Osho Dancing Buddhas.