Olifanten die op olifanten staan,
helemaal tot op de bodem.
Er was een leraar in Boeddha’s tijd in India; zijn naam was Prakuddha Katyayana. Hij was een zeldzame leraar. Hij sprak zijn leerlingen altijd aan met ‘de ouden’. Zelfs als een kind bij Prakuddha Katyayana kwam, zei hij altijd: ‘Hoe gaat het, oude…?’
Je bent hier al sinds het bestaan er is, anders is het niet mogelijk – je kunt niet plotseling opborrelen. Hoe kun je zo plotseling ontstaan? Je bent hier al die tijd geweest.
Een van de belangrijkste Amerikaanse psychologen, William James, was een boek aan het schrijven dat een zeer belangrijke mijlpaal zou worden in de geschiedenis van psychologie en religie. De naam van het boek was ‘Varieties of Religious Experience’. Hij reisde de hele wereld af om materiaal voor het boek te verzamelen. Sindsdien zijn er veel boeken over religie geschreven, maar nog geen enkel boek heeft die hoogte bereikt. William James heeft er hard aan gewerkt. Hij kwam ook naar India, hij moest wel – als je een boek over religie schrijft, dan is India een must.
Hij kwam naar India en ging naar een wijze in de Himalaya. Hij geeft de naam niet; in feite hebben wijsgeren geen naam, dus dat is niet nodig. Hij ging naar de wijze en stelde hem een vraag. Hij had een Indiaas geschrift gelezen waarin staat dat de wereld op acht witte olifanten steunt. Het verbaasde hem – hij was een logicus – dus vroeg hij aan de wijze: ‘Dit ziet er absurd uit. Waar staan die acht olifanten op? Hoe worden die ondersteund?
De wijze zei: ‘Op nog eens acht witte en grotere olifanten.’
William James zei: ‘Maar dat lost het probleem niet op. Waar staan die grotere witte olifanten op?’
De wijze moest lachen zei: ‘Olifanten op olifanten, olifanten op olifanten, helemaal naar beneden. Je kunt blijven vragen,’ zei de wijze, ‘en ik zal hetzelfde blijven antwoorden – tot op de bodem.’
Dus dacht William James dat ook deze vraag opnieuw gesteld kon worden: ‘En waarop steunt die bodem?’
De wijsgeer zei: ‘Natuurlijk, op acht grotere olifanten.’
Het gaat maar door – natuurlijk moet het zo zijn. Als je terug uit gaat, zul je jezelf steeds opnieuw tegenkomen. Hoe zou je anders hier kunnen zijn? Je wordt gesteund door je vorige leven, daarom ben je hier. En je vorige leven wordt ondersteund door een ander vorig leven – daarom was je in je vorige leven. En dit gaat maar door en je kunt niet vragen: ‘Hoe ben ik voor het eerst gekomen?’
Je bent nooit voor de eerste keer gekomen, want zelfs daarvoor was je er al. Zelfs voor de eerste keer werd je ondersteund door een vorig leven – olifanten op olifanten, olifanten op olifanten.
Hindoes zijn echt mooi. Ze creëren absurde verhalen, maar die verhalen hebben diepe betekenissen en strekkingen.
Je bent hier alleen omdat het hele verleden – niet jouw verleden, het hele verleden van het bestaan – jou ondersteunt.
Osho: Tao, The Three Treasures, Talks on Fragments from Lao Tzu’s Tao Te Ching, Vol.1 # 6.
Afbeelding: Wikimedia Commons, View of the White Elephant from the Front Hall.
Uit de serie 1001 verhalen van Shanti.
Vorige verhalen
Socrates en de angst voor de dood
De zoektocht van Milarepa
De kunstenaar en de Dood
De vicieuze cirkel van negenennegentig
De mooie en de lelijke vrouw