De schoonheid van een zentuin

Het gebeurde eens: een grote keizer was in de leer bij een zenmeester over zen-tuinieren. Drie jaar lang was hij aan het leren en hij maakte een prachtige tuin; hij had duizenden tuinmannen aan het werk. Hij leerde van de meester en paste alles toe wat hij leerde. Na drie jaar kwam de meester – dat was het examen. De keizer huiverde, want in deze drie jaar had hij de man al leren kennen, hij was onverbiddelijk. 
En je kon hem niet om de tuin leiden. Alles was uitgeprobeerd, alles wat hij gezegd had was uitgevoerd, maar toch was de keizer bang – omdat hij het geheim nog niet ontdekt had. Hij was nog steeds rationeel, hij was dingen aan het systematiseren, hoewel hij een zeer asymmetrische tuin had gemaakt – maar in de asymmetrie zelf zat een logica, er ging symmetrie achter schuil.

De meester kwam. Hij keek rond en glimlachte geen seconde. Urenlang liep hij maar rond en rond. Hij bekeek de hele tuin en de keizer liep te zweten, hij had gefaald. De meester had geen woord uitgebracht. En toen zei hij eindelijk: ‘Ik zie geen enkel dood blad in de tuin. Waar zijn alle dode bladeren? Hoe kan zo’n grote tuin zonder dode bladeren zijn?!’
En de keizer zei: ‘Ik heb tegen mijn dienaren gezegd dat ze alle dode bladeren moesten weghalen omdat u eraan kwam.’
Hij zei: ‘Zeg tegen ze dat ze alle dode bladeren terug moeten brengen!’

Ze gingen de tuin uit, ze brachten alle dode bladeren terug, en de meester strooide de dode bladeren in de tuin. En de wind begon met de dode bladeren te spelen en nam ze overal mee naartoe. 
En hij moest lachen en zei: ‘Nu is het goed – nu is het natuurlijk. Maar u hebt gefaald. Over drie jaar kom ik weer.’

Osho: Take it Easy, Talks on Zen Buddhism, Vol. 1 # 4.

Uit de serie 1001 verhalen van Shanti.

Vorige verhalen

Altijd aan het concurreren!

 

De meester in zijn pluizige ondergoed

 

De vis in de gouden kom

 

Boeddha’s grootste geschenk

 

Naar binnen kijken