De relativeer-truc van de filosofie

DE WERKELIJKHEID DER DINGEN ONTKENNEN
 IS HUN WERKELIJKHEID MISSEN;
DE LEEGTE DER DINGEN BEWEREN
IS HUN WERKELIJKHEID MISSEN.

DE WERKELIJKHEID DER DINGEN ONTKENNEN… 

Er zijn filosofen geweest die de werkelijkheid van de dingen hebben ontkend.
Kijk, we kunnen datzelfde op twee manieren doen.

Birbal en Akbar

Er is een mooi verhaal. Ooit gebeurde het: Akbar, de grote Moghul keizer, trok een lijn op de muur, en hij zei tegen zijn wijze mannen dat ze er niet aan mochten komen en hem toch kleiner moesten maken. Ze waren verbaasd en dachten: “Dat is onmogelijk!”
Toen trok een van zijn wijze mannen, Birbal, er nog een lijn bij, een grotere, zonder de eerste lijn te raken. Toen de grotere lijn werd getrokken, werd de eerste lijn kleiner. 

Als je een kleine lijn tekent, wordt de eerste lijn groter. Er zijn dus twee manieren. Of je maakt je wezen groter – dan wordt de wereld kleiner, kleiner, kleiner… er komt een moment dat je wezen het totaal wordt, de BRAHMA, de wereld verdwijnt. dan is er geen wereld meer.
Dan is er een andere manier, en de andere is alleen maar een truc. Je blijft zeggen dat de wereld illusoir is, MAYA, het is er niet. Je blijft de werkelijkheid van de wereld ontkennen en blijft jezelf ervan overtuigen dat het niet is, het is niet echt, het is iets van een droom. Dus overtuig je jezelf ervan dat de wereld een droom is – je voelt dat jij nu echt bent, maar dat gevoel is niet waar. Het is een misleiding. 

Filosofie is een truc om relatief te voelen. En we worden er allemaal slachtoffer van, want we zijn allemaal experts in deze truc. Daarom geloof je het meteen, als iemand zegt dat je buurman een slecht mens is, immoreel – want als hij slecht en immoreel is word jij ineens moreel en goed. Als iemand zegt dat je buurman een hele morele, heilige, wijze man is, kun je dat niet geloven. Dan zeg je: “Kom dan met bewijzen! Wat heb je voor bewijzen? Waar baseer je dat op? Ik ken hem heel goed, hij is mijn buurman. Zo is hij helemaal niet.” Waarom?
Altijd als iemand iets tegen een ander zegt geloof je dat onmiddellijk, trek je dat nooit in twijfel. Daarom gaat er zoveel roddel rond. Maar altijd als iemand iets positiefs zegt over iemand, ben je meteen op je hoede. Waarom? Want als hij zo goed is, word jij opeens slecht. Als er een wijze is, wie ben jij dan? Jij bent een dwaas. En als er een heilige is ben jij een zondaar. Je bent je misschien niet bewust van die truc, maar zo gaat het spelletje door.
Er zijn twee wegen: of je wordt een heilige of je bewijst dat iedereen een zondaar is. Filosofie blijft die truc maar uithalen. Wat je ook wilt zijn, ontzeg je aan de wereld. Maar dat zal niet gaan helpen. Je houdt niemand voor de gek, alleen jezelf.

Osho: Hsin Hsin Ming – The Book of Nothing #3.

Meer: De relativeer-truc van de filosofie