De mens is een machine

Waarom zeggen de soefi’s dat de mens een machine is?

De mens is een machine, daarom. De mens zoals hij is, is volkomen onbewust. Hij is niets anders dan zijn gewoontes, de som van zijn gewoontes. De mens is een robot. De mens is nog geen mens: als er geen bewustzijn in je wezen komt, blijf je een machine.
Daarom zeggen de soefi’s dat de mens een machine is. Het is van de soefi’s dat Gurdjieff het idee in het Westen introduceerde dat de mens een machine is. Het komt zelden voor dat je bewust bent. Als je in je hele leven van zeventig jaar het gewone zogenaamde leven leidt – gezond en heel van binnen en buiten, zonder pijn van groei, zonder pijn in jezelf van een groeiende parel van buitengewone schoonheid – dan zul je in je hele leven nog geen zeven momenten van bewustzijn kennen.

En zelfs als je die zeven momenten of minder kent, zullen ze slechts toevallig zijn. Je kunt bijvoorbeeld een moment van bewustzijn kennen als iemand plotseling een revolver op je hart komt zetten.
Op dat moment stopt je denken, je gewoonte-denken. Voor een ogenblik word je je bewust, omdat het zo gevaarlijk is, dat je niet gewoon kunt blijven slapen. In een gevaarlijke situatie word je je bewust. Anders blijf je diep slapen. Je bent perfect in staat om wat je doet mechanisch te doen.
Ga gewoon eens langs de kant van de weg staan kijken naar de mensen, en je zult kunnen zien dat ze allemaal in hun slaap wandelen. Het zijn allemaal slaapwandelaars, somnambulisten. En jij ook.

Twee zwervers werden gearresteerd en beschuldigd van een moord die in de buurt was gepleegd. De jury achtte hen schuldig en de rechter veroordeelde hen tot ophanging ‘aan hun nek tot de dood erop volgde’ en ‘God hebbe medelijden met hun zielen.’
De twee hielden zich goed totdat de ochtend van de dag van de executie aanbrak. Toen ze klaargemaakt werden voor de galg, wendde de een zich tot de ander en zei: ‘Verdomd als ik niet goed bij mijn hoofd ben. Ik krijg mijn gedachten niet op een rijtje. Ik weet niet eens wat voor dag van de week het is.’
‘Het is een maandag,’ zei de andere zwerver.
‘Maandag? Mijn god! Wat een rot manier om de week te beginnen!’

Let maar eens op. Zelfs tot op het randje van de dood gaan mensen maar door met het herhalen van oude gewoontepatronen.
Nu komt er geen week; de ochtend is aangebroken waarop ze worden opgehangen. Maar gewoon de oude gewoonte – iemand zegt dat het maandag is en jij zegt: ‘Maandag? Mijn God! Wat een rotmanier om de week te beginnen!’

De mens reageert. Daarom zeggen de soefi’s dat de mens een machine is. Tenzij je respons begint te geven, tenzij je verantwoordelijk wordt… Reactie komt uit het verleden, respons komt uit het huidige moment. Respons is spontaan, reactie is gewoon een oude gewoonte.
Let maar eens op jezelf. Je vrouw zegt iets tegen je: wat je dan ook zegt, kijk ernaar, denk erover na. Is het gewoon een reactie? En je zult verrast zijn: negenennegentig procent van je handelingen zijn geen handelingen, omdat het geen respons is, ze zijn gewoon mechanisch. Gewoon mechanisch.
Het gebeurt steeds opnieuw: jij zegt hetzelfde en je vrouw reageert op dezelfde manier, en dan reageer jij, en het eindigt steeds weer in hetzelfde. Jij weet het, zij weet het, alles is voorspelbaar.

Ik heb eens gehoord…
‘Pap,’ zei een jongen van tien, ‘hoe ontstaan oorlogen?’
‘Nou, zoon,’ begon Pap, ‘stel je voor,  Amerika heeft ruzie met Engeland…’
‘Amerika heeft geen ruzie met Engeland,’ onderbrak zijn moeder.
‘Wie zegt van wel?’ zei Pap, zichtbaar geïrriteerd. ‘Ik gaf de jongen alleen maar een hypothetisch voorbeeld.’
‘Belachelijk!’ snoof moeder. ‘Je brengt hem op allemaal verkeerde ideeën.’
‘Helemaal niet belachelijk!’ counterde Pap. ‘Als hij naar jou luistert, zal hij helemaal geen ideeën in zijn hoofd hebben.’
Toen het stadium van het borden gooien begon te naderden, nam de zoon weer het woord. ‘Bedankt Mam, bedankt Pap. Ik hoef nooit meer te vragen hoe oorlogen beginnen.’

Let gewoon op jezelf. De dingen die je doet, heb je al zo vaak gedaan. De manier waarop je reageert, heb je altijd al gedaan. In dezelfde situatie doe je altijd hetzelfde. Je voelt je nerveus, je pakt je sigaret en je begint te roken. Het is een reactie; telkens als je je nerveus voelde, heb je het gedaan.
Je bent een machine. Het is nu gewoon een ingebouwd programma in je: je voelt je nerveus, je hand gaat in je zak, het pakje komt eruit. Het is bijna als een machine die dingen doet. Je haalt de sigaret eruit, je stopt de sigaret in je mond, je steekt de sigaret aan, en dit gaat allemaal mechanisch.

Dit heb je al miljoenen keren gedaan en je doet het weer. En elke keer dat je dit doet wordt het versterkt; de machine wordt mechanischer, de machine wordt vaardiger. Hoe vaker je het doet, hoe minder bewustzijn er voor nodig is om het te doen.

Meer: Osho, Unio Mystica Vol. 1 #4 deel 3

Image by aytuguluturk from Pixabay.