Creativiteit

De eerste vraag:
Geliefde meester, wat is creativiteit?

Deva Mohan, actie is geen creativiteit, passiviteit is ook geen creativiteit. Creativiteit is een zeer paradoxale staat van bewustzijn en zijn: het is actie door inactiviteit, het is wat Lao Tzu wei-wu-wei noemt. Het is iets door je heen laten gebeuren. Het is geen doen, het is een toelaten. Het is een doorgang worden zodat het geheel door je heen kan stromen. Het is een holle bamboe worden, gewoon een holle bamboe.
En dan begint er onmiddellijk iets te gebeuren, want verborgen achter de mens is God. Geef Hem gewoon een beetje ruimte, een kleine doorgang, om door jou heen te komen. Dat is creativiteit: God laten gebeuren is creativiteit.


Creativiteit is een religieuze staat. Daarom zeg ik dat een dichter veel dichter bij God staat dan een theoloog, een danser nog dichter. De filosoof staat het verste weg, want hoe meer je denkt, hoe groter de muur die je tussen jou en het geheel maakt. Hoe meer je denkt, hoe meer je bent. Het ego is niets anders dan alle gedachten die zich in het verleden hebben opgehoopt.
Wanneer jij er niet bent, is God er. Dat is creativiteit. Creativiteit betekent gewoon dat je in totale ontspanning bent. Het betekent niet inactiviteit, het betekent ontspanning, want uit ontspanning zal er veel actie geboren worden. Maar dat doe je niet zelf, je bent slechts een voertuig. Een lied zal door je heen beginnen te komen – jij bent er niet de schepper van, het komt van gene zijde. Het komt altijd van gene zijde. Wanneer je het creëert, is het gewoon, alledaags. Wanneer het door jou heen komt heeft het een sublieme schoonheid, het brengt iets van het onbekende met zich mee.

Toen de grote dichter Coleridge stierf liet hij duizenden gedichten onaf na. Vele malen werd hem tijdens zijn leven gevraagd, ‘waarom maak je deze gedichten niet af,’ omdat er in een paar gedichten maar één regel of twee regels ontbraken. Waarom maak je die niet af?
En dan zei hij: ‘Dat kan ik niet. Ik heb het geprobeerd, maar als ik ze afmaak gaat er iets fout, gaat er iets mis. Mijn regel valt nooit samen met dat wat door mij heen is gekomen. Het blijft een struikelblok, het wordt een rots, het belemmert de stroom. Dus moet ik wachten. Wie er ook door mij heen heeft gestroomd, het zal voltooid zijn wanneer hij weer begint te stromen en het gedicht afmaakt, niet eerder.’
Hij voltooide slechts een paar gedichten. Maar die zijn van een sublieme schoonheid, van een grote mystieke pracht. Dat is altijd zo geweest: de dichter verdwijnt, dan is er creativiteit. Dan is hij bezeten. Ja, dat is het woord, hij is bezeten. Bezeten zijn door God is creativiteit.

Simone de Beauvoir heeft gezegd: ‘Het leven is zowel bezig zichzelf in stand te houden als zichzelf te overtreffen; als het alleen maar zichzelf in stand houdt, is leven alleen maar niet sterven.’
En de man die niet creatief is, is alleen maar bezig niet te sterven, meer niet. Zijn leven heeft geen diepte. Zijn leven is nog geen leven maar alleen maar een voorwoord; het boek van het leven is nog niet begonnen. Hij is geboren, dat is waar, maar hij leeft niet.

Wanneer je creatief wordt, wanneer je creativiteit door je heen laat gebeuren, wanneer je een lied begint te zingen dat niet van jezelf is -dat je niet kunt ondertekenen en waarop je niet kunt zeggen ‘het is van mij’, waarop je niet je handtekening kunt zetten- dan krijgt het leven vleugels, dan stijgt het op.

Meer: Osho, Unio Mystica Vol.1 #6 deel 1

Image by Peggy und Marco Lachmann-Anke from Pixabay