Man, wat is het heet in Mumbai in mei. Hoe graag ik ook dicht bij Osho wilde blijven in zijn fysieke lichaam, ik wilde weg uit India.
In 1973, kort nadat ik Osho voor het eerst had ontmoet in zijn Woodlands appartement in Mumbai, had ik een ontmoeting met hem voordat ik vertrok naar de koele VS. Ik werd naar zijn kamer begeleid door zijn secretaresse, Laxmi, maar toen ik eenmaal door de deur was, werd ik alleen gelaten met hem en zijn verzorger Vivek. Zo knap als Vivek ook was, ik had alleen maar oog voor Osho omdat dit de eerste keer was dat ik hem privé zag sinds ik drie maanden eerder sannyas had genomen. Hij wist dat ik afscheid kwam nemen, maar toen hij me vroeg of ik iets te zeggen had, stond ik sprakeloos. Ik was overweldigd door mijn liefde voor hem en door zijn intelligentie en had het gevoel dat ik er dom uit zou zien als ik iets zou zeggen… ja ik had onthouden wat ik had willen zeggen… dat ik een satori had gehad toen ik de dynamische meditatie deed… dat het verleden gewoon een herinnering was, de toekomst niet bestaat en zijn cadeau aan mij is dat ik nu alleen in het heden leef, maar het is moeilijk om te liegen als je voor de waarheid zit.
…..
Omdat ik natuurlijk mijn luie zelf ben, kwam ik te laat (voor de lezing in het park) en ik schat dat er 2000 Indiase vrienden vóór mij op waren komen dagen die ook dichtbij wilden zitten – iets wat ik nog nooit eerder had gezien. In ’73 waren er slechts een handjevol westerlingen rondom Osho en ik had er tot dan toe geen idee van dat miljoenen traditionele Indiërs door hem verstoord waren en dat hij tegelijkertijd honderdduizend nieuwe Indiase vrienden tot zijn kamp had aangetrokken. Dus, helaas, ik ging achterin het publiek zitten en Osho ging anderhalf uur lang in het Hindi spreken, wat ik niet sprak en niet begreep en niet leuk vond om te horen. Bovendien zat ik op de grond onder een muggenhemel… en zoals elke grote man van stilte weet, zijn muggen de vijand van meditatie. Ik daag je nu meteen uit om in India zonder Indiase muggenspray te gaan zitten en de Zen koan ‘ik ben niet het lichaam’ te kraken!!!
Tegen het einde van de lezing, zodra ik op het punt stond uit mijn vel te springen van de beten en de verveling, zei Osho één regel in het Engels. En deze regel veranderde mijn leven. Hij zei: ‘Bouw je huis niet op de brug.’
Het was als een Zen koan voor mij, waar ik jaren op heb gemediteerd tot ik de betekenis van die ene zin had doorleefd. Op dat moment wist ik niet wat hij bedoelde met deze uitspraak, maar ik voelde duidelijk dat het een boodschap rechtstreeks voor mij was. Soms, als Osho jaren later in darshan tegen me sprak, wist ik vaak dat hij eigenlijk tegen iemand anders sprak die ook aanwezig was. En omgekeerd, als het rechtstreeks bij me binnenkwam terwijl hij tegen iemand anders sprak, wist ik dat hij tegen mij sprak – het was dan iets dat op dat moment relevant voor me was en het had altijd een speciaal soort klank.