Zorba en Boeddha in conflict?

De vraagsteller zei dat de Boeddha en de Zorba voortdurend met elkaar in conflict zijn in zijn persoonlijkheid. Mijn hele filosofie is om een harmonieuze eenheid te brengen tussen de Zorba en de Boeddha in ieder mens. Maar de vragensteller vraagt alleen vanuit zijn mind. In werkelijkheid, in de feitelijke ervaring, kunnen Zorba en Boeddha nooit met elkaar in conflict zijn. Dit moet onderstreept worden, want in werkelijkheid ligt de Zorba diep in slaap. Hij weet niets over de Boeddha, en je kunt niet vechten met iets waar je niets over weet!


De Zorba vermoedt niet eens dat er meer is in het leven dan eten, drinken en vrolijk zijn. Dat is zijn hele levensfilosofie, er is niets daarbuiten. Hoe kan hij in conflict komen met de Boeddha?  Beiden moeten gelijktijdig aanwezig zijn om in conflict te zijn. Dit is een heel eenvoudige rekensom. Als de Boeddha in jou is ontstaan, als dat ontwaken in jou heeft plaatsgevonden, verdwijnt Zorba. Het is net alsof je sliep en nu wakker bent: als je wakker bent, is er geen slaap meer. Zorba is de naam van je spirituele slaap.
Ze kunnen niet naast elkaar bestaan. Zodra je bewust bent, alert, aandachtig, verdwijnt de duisternis van het onbewuste. Ofwel is Zorba er, en is Boeddha sluimerend. Boeddha is slechts een zaadje voor zover het Zorba betreft. Het is niet-existentieel. Wanneer Boeddha tot bloei is gekomen, verdwijnt Zorba. Net zoals de duisternis verdwijnt wanneer je het licht binnenbrengt. Je kunt licht en duisternis niet samen hebben.

Ik heb altijd van een oud verhaal gehouden. God schiep de wereld en vanaf die dag ging de zon achter de duisternis aan. En de duisternis kon het maar niet begrijpen: ze heeft de zon geen kwaad gedaan; ze heeft zelfs niet eens met de zon gepraat; ze heeft de zon niet eens ontmoet; maar toch blijft de zon haar lastigvallen.
Na miljoenen jaren van lastigvallen, werd ze het eindelijk zat en ging naar God om te zeggen: ‘Het is ondankbaar om te klagen; maar alles heeft zijn grens. Ik word al miljoenen jaren lastiggevallen en ik kan me geen enkele fout van mijn kant bedenken. De Zon blijft me overal vandaan verdrijven! Ik kan zelfs moeilijk uitrusten zonder ongerust te zijn – misschien komt de zon wel op, misschien is de zonsopgang wel dichtbij. Ik heb al miljoenen jaren niet geslapen: de angst liet het niet toe. De Zon is bijna een voortdurende marteling – en zonder enige reden. Ik wil gewoon weten: wat heb ik verkeerd gedaan?!’
God zei: ‘Je had eerder moeten komen. Het was niet nodig geweest om zo lang te wachten. Dit is niet netjes van de kant van de Zon. De Zon moet onmiddellijk geroepen worden.’

De Zon werd geroepen.  Hij vroeg aan de boodschapper: ‘Wat is het probleem? Want ik heb nooit iets verkeerd gedaan. Ik doe gewoon elke dag hetzelfde. Sinds God mij gemaakt heeft, heb ik niets anders gedaan.
Maar de boodschapper zei: ‘God is erg boos. Je hebt een arme vrouw pijn gedaan, lastig gevallen: Duisternis.’
Hij zei: ‘Mijn God, ik heb nog nooit van haar gehoord!  Ik heb haar nooit ontmoet!  Ik ben helemaal niet geïnteresseerd in vrouwen, ik ben een geboren vrijgezel. Ik kom wel, ik wil wel eens zien wie deze vrouw is.’
En toen de Zon naar het Huis van God kwam, verdween de Duisternis.
God zei: ‘Waar is die vrouw gebleven!’  
Zij zochten overal: de Duisternis werd niet gevonden.

Miljoenen jaren gingen weer voorbij en op een dag verscheen de vrouw en ze zei: ‘U hebt niets gedaan. Het gaat nog steeds door. Dezelfde marteling!’
God zei: ‘Je bent een rare; toen de Zon hier was, waar was jij dan?!’
Ze zei: ‘U gedraagt zich als een onnozelaar. Als de Zon hier is, kan ik hier niet zijn; als ik hier ben, kan de Zon hier niet zijn. We kunnen elkaar niet uitstaan. U zult ons verhaal apart moeten aanhoren en dan beslissen.’
God zei: ‘Zo doe ik dat niet. Jullie moeten hier allebei aanwezig zijn; dan weet ik zeker dat niemand liegt.’
De vrouw zei: ‘Dan is het beter dat ik mijn klacht intrek.’
Sindsdien is die vrouw niet meer op komen dagen. 

Af en toe komt de Zon informeren: ‘Wat is er met die vrouw gebeurd – want ik wil het ophelderen, het is een zorg aan mijn kop geworden dat iemand door mij gekwetst wordt, misschien wel onbewust.’
God zei: ‘Je hoeft je geen zorgen te maken. Het probleem is van dien aard dat het niet kan worden opgelost. Ik kan geen beslissing nemen tenzij jullie allebei samen in mijn hof aanwezig zijn en ik naar beide partijen geluisterd heb in elkaars aanwezigheid. Maar uit de aard der zaak kunnen jullie niet allebei aanwezig zijn: die vrouw is jouw afwezigheid. Dus kun je natuurlijk niet tegelijkertijd aanwezig en afwezig zijn. Laat je zorgen varen. Je doet het prima en die vrouw zal niet opnieuw aangifte tegen je doen. Het dossier in jullie zaak is gesloten.

Precies hetzelfde is het geval met Zorba en Boeddha. Op het moment dat Boeddha arriveert, met al zijn licht en schoonheid, met al zijn bewustzijn, met al zijn vreugde, verdwijnt Zorba. Lost op. Conflict is onmogelijk. Conflict is alleen mogelijk in je mind.
Je hebt naar me geluisterd, dus heb je een concept van Zorba en een concept van Boeddha gemaakt. Je hebt noch Zorba geleefd, noch heb je Boeddha geleefd!  Dit zijn slechts woorden in je mind: dan is een conflict heel gemakkelijk. Dan kun je blijven redetwisten in je mind: ‘hoe kunnen Zorba en Boeddha één worden: ze zijn antagonistisch; ze zijn vijanden; harmonie is niet mogelijk’.  
Ja, in de mind is het niet mogelijk.

In het begin verbaasden wetenschappers zich erover hoe bomen van honderdvijftig meter hoog erin slaagden hun bladeren groen te houden, weelderig groen, op honderdvijftig meter hoogte. Water gaat tegen de zwaartekracht in: zonder aanwijsbaar mechanisme! 
Wonderen zijn overal. Je hoeft alleen maar een gevoelig hart en opmerkzame ogen te hebben om materie en geest samen te zien dansen – overal.
Zorba en Boeddha zijn nooit gescheiden. Er is slechts één mogelijkheid: Boeddha kan liggen slapen, dan moet Zorba wel een werelds leven leiden. 

Of je kunt onder de stupide invloed van het verleden je lichaam verstoten, destructief worden en proberen het onmogelijke te bereiken: leven als een Boeddha zonder iets met Zorba te maken te hebben. Duizenden ‘heiligen’ hebben dat gedaan, maar je zult in hun leven geen bloeiende rozen vinden. Je zult in hun leven niet het weelderige groen van het bestaan vinden. Je zult in hun leven geen zang en dans vinden. Het zijn bijna levende doden. Ik voer strijd tegen dat hele verleden. 
Ik wil dat je een Zorba en een Boeddha bent – samen! Dan zal alles wat lelijk is in Zorba vanzelf verdwijnen. Je hoeft er geen afstand van te doen. En wat mooi is zal worden opgenomen in het nieuwe bewustzijn, in het nieuwe ontwaken. Maar maak er geen probleem van in je hoofd.

Osho: Beyond Enlightenment #20.

Images by Setthayos Sansuwansri and DanaTentis from Pixabay.