Zen, Krishnamurti en de meester-discipel relatie

Het volgende is een citaat uit een toespraak van Osho,
terug te zien op Osho TV On Demand: I Am That #10.

Zen betekent zeker helemaal geen leer, geen leerstelling. Dat is wat J. Krishnamurti gedurende meer dan vijftig jaar heeft gezegd. Hij noemt nooit de naam Zen, maar dat maakt geen enkel verschil, wat hij zegt is precies, in essentie, hetzelfde.
Maar op een punt is er een groot verschil. Zen zegt dat er geen leer is, waarheid kan niet onderwezen worden. Niemand kan je de waarheid geven; waarheid moet ontdekt worden binnen in je eigen ziel. Het kan niet geleend worden uit de geschriften. Het is zelfs niet mogelijk om het over te brengen, het is niet uit te drukken; vanuit het eigen wezen zelf is het intrinsiek ondefinieerbaar. Waarheid overkomt je in een woordloze stilte, in diepe, intense meditatie. Wanneer er geen gedachte is, geen verlangen, geen ambitie, in die staat van geen mind daalt waarheid in je neer – of het stijgt in je op.

Zover het de dimensie van waarheid betreft zijn beide hetzelfde, want in de wereld van de meest innerlijke subjectiviteit betekenen hoogte en diepte hetzelfde. Het is één dimensie: de verticale dimensie.
Mind beweegt horizontaal, mind-loos bestaat verticaal. Op het moment dat de mind ophoudt te functioneren – dat is waar het in meditatie om gaat: het stoppen van de mind, het totale ophouden van de mind – wordt je bewustzijn verticaal; diepte en hoogte zijn van jou.

Dus of je kunt zeggen dat de waarheid neerdaalt, zoals vele mystici als Patanjali, Badnarayana, Kapil en Kanad hebben gezegd. Het is avataran – komend vanuit de hoogte naar jou. Vandaar dat als een persoon zich realiseert hij een avatara genoemd wordt. Avatara betekent dat waarheid in hem is neergedaald; het woord avatara betekent eenvoudig neerdalend van boven, vanuit het onbekende.
Maar de andere uitdrukking is net zo gegrond. Adinatha, Neminatha, Mahavira, Gautama Boeddha, deze mystici hebben gezegd dat waarheid niet uit het onbekende komt, het ontstaat in de diepste bron van je wezen. Het is niet iets wat neerkomt maar iets wat opstijgt, opwelt.
Beide uitdrukkingen zijn geldig volgens mij, twee manieren om hetzelfde te zeggen: dat de dimensie verticaal is. Of je kunt spreken in termen van hoogte of in termen van diepte. Maar waarheid komt nooit van buiten, dus niemand kan het je leren.

Zover het dit punt betreft is Krishnamurti absoluut Zen. Waarheid kan niet worden onderwezen, kan niet worden overgedragen. Zen meesters – Bodhidharma, Lin Chi, Bokuju, Basho – ze hebben allen één punt benadrukt: Dat Zen een overbrenging is voorbij geschriften, voorbij woorden. Op dit punt is J. Krishnamurti in absolute overeenstemming met Zen. Maar er is één ding meer in Zen wat in J. Krishnamurti wordt gemist, en waardoor hij volslagen heeft gefaald. Hij kon van grote hulp en verheffing voor de mensheid zijn geweest, maar hij heeft volkomen gefaald. Ik ken geen andere naam in de hele geschiedenis van de mensheid die zo volkomen gefaald heeft als J. Krishnamurti. Geen ander verlicht mens
is zo’n mislukking geweest. Het andere ding wat wordt gemist is de oorzaak; het is een beetje delicaat en je moet er heel attent voor zijn.

Zen zegt dat waarheid niet overgebracht kan worden, vandaar dat het slecht kan plaats vinden in een Meester-leerling relatie. Het kan niet geleerd worden dus is er geen kwestie van een relatie tussen een leraar en een leerling – want er is geen onderricht dus is er geen leraar en niets te leren. Maar het is een transmissie. Transmissie betekent van hart tot hart: leren betekent van hoofd naar hoofd.
Wanneer de leerling en de Meester elkaar ontmoeten, in elkaar opgaan en versmelten, is het een liefdes relatie, het is een intense, orgastische ervaring, veel meer intens dan enig andere liefde, want zelfs geliefden blijven hun ego’s houden en moeten wel botsen en in conflict raken. De Meester en de discipel bestaan zonder ego’s. De Meester’s ego is opgelost – daarom is hij een Meester – en de discipel geeft zijn ego aan de Meester.

En onthoudt, door het ego over te geven geeft de discipel niet iets in het bijzonder weg, want het ego is enkel een idee en niets anders. Het heeft geen substantie; het is gemaakt van het zelfde spul als waar dromen van gemaakt zijn. Als je jouw dromen opgeeft, wat geef je dan op?
Als je bij me komt en je zegt, ‘Ik bied U al mijn dromen aan,’ dan bied jij wat aan, maar ik krijg helemaal niets! En je kunt denken dat je grote dromen aanbiedt van gouden paleizen en mooie vrouwen en grote schatten… je biedt grote dromen aan, maar ik krijg helemaal niets.
Als jij je ego aan de Meester biedt dan biedt jij iets zover het jou betreft, want jij denkt dat het erg substantieel is, erg veelbetekenend. Wanneer jij je overgeeft denk je dat je iets groots doet. Wat de Meester betreft lacht hij gewoon om het hele gebeuren, want hij weet wat je ego is – enkel hete lucht! Niet iets om over op te scheppen.

Osho: I Am That #10

Image by kuzy62 from Pixabay