Het grote wonder van Zen is de transformatie van het alledaagse in het heilige. En dat is bijzonder omdat deze manier van leven nooit eerder is benaderd, deze manier van leven nooit eerder is gerespecteerd. Zen gaat verder dan Boeddha en Lao Tzu. Het is een hoogtepunt, een transcendentie, zowel van het Indiase genie als van het Chinese genie. Het Indiase genie bereikte zijn hoogste piek in Gautama de Boeddha en het Chinese genie bereikte zijn hoogste piek in Lao Tzu.
En de ontmoeting…de essentie van de leer van Boeddha en de essentie van de leer van Lao Tzu versmolten zo diep in één stroom dat er nu geen scheiding meer mogelijk is. Zelfs een onderscheid maken tussen wat bij Boeddha hoort en wat bij Lao Tzu hoort is onmogelijk, de samensmelting is zo totaal. Het is niet alleen een synthese, het is een integratie. Uit deze ontmoeting is Zen geboren. Zen is noch boeddhistisch noch taoïstisch en toch beide.
Zen ‘Zenboeddhisme’ noemen is niet juist, want het is veel meer. Boeddha is niet zo aards als Zen is. Lao Tzu is heel aards, maar Zen is niet alleen aards: zijn visie verandert de aarde in de hemel. Lao Tzu is aards, Boeddha is onaards, Zen is beide — en door beide te zijn is het een buitengewone fenomeen geworden.
De toekomst van de mensheid zal steeds dichter bij de benadering van Zen komen, want de ontmoeting tussen Oost en West is alleen mogelijk door zoiets als Zen, dat aards en toch onaards is. Het Westen is zeer aards, het Oosten is zeer onaards. Wie wordt de brug? Boeddha kan de brug niet zijn; hij is zo wezenlijk Oosters, de smaak van het Oosten, de geur van het Oosten, compromisloos. Lao Tzu kan de brug niet zijn; hij is te aards. China is altijd erg aards geweest. China maakt meer deel uit van de westerse psyche dan van de oosterse.
Het is geen toeval dat China het eerste land in het Oosten is dat communistisch werd, dat materialistisch wordt, dat gelooft in een goddeloze filosofie, dat gelooft dat de mens alleen materie is en niets anders. Dit is geen toeval. China is al bijna vijfduizend jaar aards; het is zeer westers. Vandaar dat Lao Tzu niet de brug kan worden; hij lijkt meer op Zorba de Griek. Boeddha is zo onaards dat je hem niet eens kunt vastpakken — hoe kan hij de brug worden?
Als ik om me heen kijk, lijkt Zen de enige mogelijkheid, want in Zen zijn Boeddha en Lao Tzu één geworden. De ontmoeting heeft al plaatsgevonden. Het zaad is er, het zaad van die grote brug die Oost en West één kan maken. Zen wordt het ontmoetingspunt. Het heeft een grote toekomst — een groot verleden en een grote toekomst. En het wonder is dat Zen noch in het verleden, noch in de toekomst geïnteresseerd is. Zijn totale interesse gaat uit naar het heden. Misschien is daarom het wonder mogelijk, want het verleden en de toekomst worden overbrugd door het heden.
Het heden maakt geen deel uit van de tijd. Heb je er ooit over nagedacht? Hoe lang is het heden? Het verleden heeft een duur, de toekomst heeft een duur. Wat is de duur van het heden? Hoe lang duurt het? Kun je tussen het verleden en de toekomst het heden meten? Het is onmeetbaar. Het is bijna niet. Het is helemaal geen tijd: het is het binnendringen van de eeuwigheid in de tijd.
Zen leeft in het heden. De hele leer is: hoe in het heden te zijn, hoe uit het verleden te stappen dat niet meer is en hoe niet betrokken te raken bij de toekomst die nog niet is, en gewoon geworteld te zijn, gecentreerd, in dat wat is. De hele benadering van Zen is onmiddellijk, maar daardoor kan het verleden en toekomst overbruggen. Zen kan veel dingen overbruggen: verleden en toekomst, oost en west, lichaam en ziel. Het kan de onoverbrugbare werelden overbruggen: deze wereld en die, het alledaagse en het heilige.
Osho: Ah, This! # 1