Zen: de diamanten bliksemschicht

Na een nacht met zwaar onweer kwam ik eens op het Wekeromse Zand twee mannen tegen die zochten naar een stuk gesmolten zand waar de bliksem soms in het zand insloeg. Zo stel ik me voor dat zen het zand van een slapend bewustzijn in een flits kan veranderen in het diamant van verlichting.   Srajan

Zen: The Diamond Thunderbolt.
Als een van de weinige Zen boeken van Osho heeft Zen: The Diamond Thunderbolt nog geen herdruk beleefd. Dat zal wellicht in de komende jaren gebeuren. Hier wordt dan ook de klassieke cover van het boek getoond, met op de achterzijde een prachtige schildering van de begaafde onvergetelijke schilderes Meera.

In ‘Zen: The Diamond Thunderbolt’ geeft Osho commentaar op onze religieuze en sociale conditionering door middel van de schitterende verhalen uit het klassieke Zen. Zoals de kleurrijke Zen meesters die hij hoog in het vaandel heeft, brengt Osho ons met een schok tot de herkenning van ‘dit moment, hier en nu’. Zen betekent letterlijk meditatie en aan het eind van iedere toespraak leidt Osho ons door een wetenschappelijk ontwikkelde meditatieve techniek. Hierdoor kunnen we de leegte die het hart vormt van elk Zen verhaal, zelf ervaren.

Osho legt uit over de anekdotes in dit boek betreffende de Zen meesters:
‘Deze korte anekdotes behoren tot een wereld die verdwenen is: de wereld van de zoeker, de wereld om zichzelf te kennen, die we al lang geleden kwijtgeraakt zijn. Het is niet meer dezelfde wereld als waar deze anekdotes plaatsvonden. Nu gaat niemand meer als een wolk op pelgrimstocht. Nu is niemand meer in staat om zo licht en vrij te zijn als een wolk. Iedereen is beladen met vooroordelen, allerlei soorten nonsens, niemand lijkt op zijn minst in één ding geïnteresseerd te zijn en – dat is in zichzelf.’

‘De mind van de mens is objectief geworden en deze is een taal vergeten die van subjectiviteit getuigde. Die kijkt naar buiten en heeft diepgaand in de uiterlijke wereld gekeken in de vorm van de verschillende wetenschappen. Hij is helemaal tot in het innerlijkste wezen van het stoffelijke doorgedrongen. Hij heeft de verste ster bereikt, maar hij is iets fundamenteels vergeten: ‘Wie zit er binnenin mij?’ Welnu, al deze kennis van de objectieve wereld is van geen enkele waarde vergeleken bij het hebben van een bescheiden glimp van de innerlijke hemel en de schoonheid ervan – de zonsopgangen en de zonsondergangen ervan, de dagen en de nachten, de luchten en de sterren die zich daar bevinden. Dan lijkt de buitenkant alleen maar een vale reflectie van het innerlijk te zijn en wordt de uiterlijke wereld gewoon een schaduw.’

Boekbespreking van Donna van der Steeg.