‘Als de mensen aan de ene kant geld blijven verzamelen, wie maakt dan de dieven?’ vraagt Lao Tse.
Op een goede dag, vijfentwintig eeuwen geleden, benoemde de keizer van China Lao Tse tot zijn opperrechter. Lao Tse probeerde hem op andere gedachten te brengen, maar tevergeefs: ‘U zult er nog spijt van krijgen als u mij tot opperrechter benoemt, want mijn manier van zien en begrijpen is totaal anders dan die van u.’ Maar de keizer stond erop, want hij had al zoveel gehoord over de wijsheid van deze man. Hij zei: ‘Mijn besluit staat vast. En dat kunt u niet weigeren.’
De eerste dag dat Lao Tse op de zetel van opperrechter zat ging de eerste zaak over een man die op heterdaad was getrapt bij een inbraak in het huis van de rijkste man van de hoofdstad. Eigenlijk was er geen zaak – hij was op heterdaad betrapt. Er waren getuigen en hij had zelf bekend dat ‘alles wat ze zeggen is waar.’
Lao Tse deed zijn beroemde uitspraak, zo uniek en zo vol begrip, zoals nog nooit door iemand daarvoor of daarna is gedaan. De uitspraak hield in dat de dief voor zes maanden de gevangenis in moest – en met hem moest de rijke man ook voor zes maanden de gevangenis in! Het hele hof, de hele rechtbank kon maar niet geloven wat hij zei. Ze dachten dat zijn oordeel wel zou laten zien hoe wijs hij was, maar dit liet zien dat hij gek was! Wat heeft die rijke nou verkeerd gedaan?
De rijke man zei: ‘Ik kan mijn oren niet geloven. Mijn geld wordt gestolen en ik word daarvoor gestraft? Dezelfde straf als u die dief geeft?’
Lao Tse zei: ‘U bent de eerste crimineel, de dief komt op de tweede plaats. Gewoon vanuit mijn goede hart geef ik u maar zes maanden, u zou eigenlijk langer de gevangenis in moeten dan de dief. U hebt al het geld van de hoofdstad vergaard, u hebt duizenden mensen de honger ingedreven, ze hebben gebrek aan voedsel, ze gaan dood. En zij zijn degenen die produceren. U bent de grootste uitbuiter. Het geld behoort hen toe. Hij was niet aan het stelen, hij bracht het geld gewoon daar waar het thuishoort. U bent de dief geweest, de grootste dief in de hoofdstad. Wees dus maar dankbaar dat ik u niet tot zes jaar heb veroordeeld.’
Zijn manier van redeneren was zo volkomen terecht: als mensen aan de ene kant maar geld blijven verzamelen, wie maakt dan de dieven? En als iemand vanwege de honger, het voedselgebrek, de ziekte, de ouderdom, geen andere uitweg ziet om te overleven, en als hij dan een dief wordt, wie is daar dan verantwoordelijk voor? Het hele hof stond met stomheid geslagen.
De rijke man zei: ‘Misschien heeft u wel gelijk, maar voordat u mij naar de gevangenis stuurt wil ik de keizer spreken.’ En tegen de keizer zei hij: ‘U hebt een krankzinnige benoemd tot opperrechter van uw hooggerechtshof. En bedenk wel: als ik een dief ben, bent u een nog grotere dief, En als ik vandaag de gevangenis in moet, wacht dan gewoon af tot u aan de beurt bent. Dan zien we elkaar in de gevangenis. U hebt het hele land uitgebuit en als u het vege lijf wilt redden zou ik onmiddellijk deze man weghalen en zijn uitspraak terugdraaien.’
De keizer zei: ‘Het is mijn schuld. Die man deed zijn best om mij over te halen. Hij zei tegen me: “Zet me niet op de zetel van opperrechter, want mijn manier van zien en begrijpen is totaal verschillend van de manier waarop u ziet en begrijpt. U leeft in volslagen duisternis en blindheid, U ziet de simpele feiten niet, dat de dief niet de crimineel is, maar een slachtoffer. Hij verdient alle mogelijke sympathie, maar krijgt daarentegen straf. En de rijke heeft van niemand sympathie nodig, maar niemand komt ooit op het idee dat hij straf verdient. Die hele bende van u maakt alle wetten, die gunstig zijn voor jullie en ongunstig voor de armen, waar jullie allemaal het bloed van hebben gezogen.”’
Lao Tse werd van zijn taken ontheven en de keizer zei: ‘U had gelijk. Vergeef mij alstublieft. Onze manier van denken is totaal anders.’ Lao Tse zei: ‘Hebt u er ooit bij stilgestaan? U zegt dat onze manier van denken totaal anders is… als u er ooit bij stil had gestaan zouden ze niet anders geweest zijn. Ze zijn anders omdat ik de grondoorzaak probeer te zien, waarom er zoveel onrecht is, waarom er zoveel kwaad is. En u bent alleen maar geïnteresseerd in steeds meer macht verzamelen, steeds meer rijkdom. Hebzucht denkt niet na, ambitie is blind. En het is goed dat u de eerste dag iets begrepen heeft, want in mijn ogen bent u een crimineel en vroeg of laat zou ik u op laten sluiten. Het is maar beter zo dat u me heeft ontheven van de moeite om u op te laten sluiten. Maar onthoud wel dat u de oorzaak bent van alle misdaad en dat u daar nooit voor gestraft wordt, maar dat de arme slachtoffers er straf voor krijgen.’
Osho, The Messiah, Commentaries on Kahlil Gibran’s “The Prophet”, Vol. I, pp. 412-413.
Osho, Socrates poisoned again after 25 centuries – Talks in Crete, Greece, pp. 176-177.
Osho, Christianity and Zen, pp. 258-260.
Uit de serie 1001 verhalen, verzameld door Shanti. Eerder verschenen in het Engels in Osho News, www.oshonews.com.
Afbeeldingen:
http://i1.wp.com/www.thebookoflife.org/wp-content/uploads/2014/11/LaoTzu-Taoist-562×10241.jpg
https://s-media-cache-ak0.pinimg.com/564x/ef/e7/9a/efe79a8d761933a0dc39ccf13ef70a95.jpg
http://www.qcc.cuny.edu/SocialSciences/ppecorino/INTRO_TEXT/Chapter%2010%20Political%20Philosophy/images/FT_WEF-inequality-1.jpg
https://endlesslightandlove.files.wordpress.com/2014/10/lao-tzu-quote-600.jpg