Verveling en rusteloosheid

Verveling en rusteloosheid zijn nauw met elkaar verbonden. Wanneer je verveling voelt, dan voel je rusteloosheid. Rusteloosheid is een bijproduct van verveling. Probeer het mechanisme te begrijpen. Wanneer je je verveelt, wil je weg uit die situatie. Als iemand iets zegt en je begint je te vervelen, dan begin je zenuwachtig te worden. Dit is een subtiele aanwijzing dat je weg wilt van deze plaats, van deze man, van dit onzin-gesprek. Je lichaam begint te bewegen. Natuurlijk, uit beleefdheid onderdruk je het, maar het lichaam is al in beweging — omdat het lichaam authentieker is dan de geest, het lichaam is eerlijker en oprechter dan de mind. De mind probeert beleefd te zijn, te glimlachen. Je zegt: ‘Wat mooi,’ maar van binnen zeg je: ‘Wat verschrikkelijk! Ik heb al zo vaak naar dit verhaal geluisterd en nu vertelt hij het weer!’

Ik heb eens een verhaal gehoord over de vrouw van Albert Einstein, Frau Einstein. Een vriend van Albert Einstein kwam vaak langs en Einstein vertelde dan een paar anekdotes, een paar moppen, en ze lachten. Maar de vriend werd nieuwsgierig: telkens als hij kwam, en als Einstein moppen begon te vertellen…. Einstein was een Jood, en Joden hebben de beste grappen van de wereld. Omdat ze zo lang hebben geleden, hebben ze van grappen geleefd. Hun leven was zo miserabel dat ze zichzelf moesten kietelen. Vandaar dat ze de mooiste grappen hebben. Geen ander land, geen ander ras, kan aan hen tippen. In India hebben we helemaal geen goede grappen omdat het land heel vreedzaam heeft geleefd — geen behoefte om te kietelen. Humor is nodig wanneer men voortdurend in gevaar is; men moet om alles lachen. Elk excuus is goed om te lachen.

….Einstein vertelde een mop, een anekdote, een verhaal en zij lachten allebei. Maar de vriend werd nieuwsgierig, want telkens als Einstein iets begon te vertellen, begon zijn vrouw onmiddellijk te breien of iets anders te doen. Dus vroeg hij: ‘Zo gauw Einstein een mop begint te vertellen, waarom begin je dan te breien? De vrouw zei: ‘Als ik niets doe, wordt het voor mij moeilijk om te verdragen, want ik heb die mop al duizend en één keer gehoord. Jij komt af en toe maar ík ben hier altijd! Altijd als iemand komt vertelt hij dezelfde mop. Als ik niet iets met mijn handen zou doen, zou ik zo zenuwachtig worden dat het bijna onbeleefd zou zijn. Dus moet ik iets doen zodat ik mijn rusteloosheid kan omzetten in werk en ik me achter het werk kan verschuilen.’

Wanneer je je verveelt, zul je je rusteloos voelen. Rusteloosheid is een indicatie van het lichaam; het lichaam zegt: ‘Ga weg van hier. Ga ergens heen, maar wees niet hier.’ Maar de mind blijft glimlachen en de ogen blijven fonkelen, en je blijft maar zeggen dat je luistert en dat je nog nooit zoiets moois hebt gehoord. De mind is beschaafd; het lichaam is nog wild. De mind is menselijk; het lichaam is nog dierlijk. De mind is vals; het lichaam is waar. De mind kent de regels en voorschriften — hoe je je moet gedragen en hoe je je juist moet gedragen — dus zelfs als je een zeurpiet tegenkomt zeg je: ‘Ik ben zo blij, zo blij je te zien!’ En diep van binnen, als dat mocht, zou je die man vermoorden. Hij verleidt je tot moord. Dan word je zenuwachtig, dan voel je rusteloosheid. Als je naar het lichaam luistert en wegloopt, zal de rusteloosheid verdwijnen. Probeer het maar. Als iemand je verveelt, begin je gewoon te springen en rond te rennen. Kijk maar. De rusteloosheid zal verdwijnen omdat rusteloosheid gewoon laat zien dat de energie hier niet wil zijn. De energie is al in beweging; de energie heeft deze plek al verlaten. Nu volg je de energie.

Dus het echte is om verveling te begrijpen, niet rusteloosheid. Verveling is een heel belangrijk fenomeen. Alleen de mens voelt zich verveeld, geen enkel ander dier. Je kunt een buffel zich niet laten vervelen. Onmogelijk. Alleen de mens verveelt zich omdat alleen de mens bewust is. Bewustzijn is de oorzaak. Hoe gevoeliger je bent, hoe alerter je bent, hoe bewuster je bent, hoe meer je je zult vervelen en in meer situaties zul je je vervelen. Een middelmatige mind voelt zich niet zo verveeld. Hij gaat door; hij aanvaardt; wat er ook is, is oké; hij is niet zo alert. Hoe alerter je wordt, hoe frisser, hoe meer je zult voelen dat sommige situaties slechts een herhaling zijn, alsof sommige situaties je alleen maar zwaar vallen, alsof sommige situaties alleen maar muf zijn. Hoe gevoeliger je bent, hoe meer je je zult vervelen.

Verveling is een indicatie van gevoeligheid. Bomen vervelen zich niet, dieren vervelen zich niet, rotsen vervelen zich niet — omdat ze niet gevoelig genoeg zijn. Dit moet een van de basisbegrippen zijn over je verveling — dat je gevoelig bent. Maar Boeddha’s zijn ook niet verveeld. Je kunt een Boeddha niet vervelen. Dieren vervelen zich niet en Boeddha’s vervelen zich niet, dus verveling bestaat als een midden-verschijnsel tussen het dier en de Boeddha. Voor verveling is een beetje meer gevoeligheid nodig dan voor het dier. En als je er bovenuit wilt komen, moet je totaal gevoelig worden. Dan verdwijnt de verveling weer. Maar in het midden is de verveling er. Als je dierlijk wordt, dan verdwijnt de verveling. Dus zul je merken dat mensen die een zeer dierlijk leven leiden zich minder vervelen. Eten, drinken, trouwen – ze zijn niet erg verveeld, maar ze zijn ook niet gevoelig. Ze leven op het minimum. Ze leven slechts met zoveel bewustzijn als nodig is voor een alledaags routine leven. Je zult zien dat intellectuelen, mensen die te veel denken, zich meer vervelen, omdat ze denken. En door hun denken kunnen ze zien dat iets alleen maar herhaling is.

Je leven is herhaling. Elke morgen sta je bijna op dezelfde manier op als je je hele leven al doet. Je neemt je ontbijt bijna op dezelfde manier. Dan ga je naar kantoor — hetzelfde kantoor, dezelfde mensen, hetzelfde werk. Dan kom je thuis — dezelfde vrouw. Als je je verveelt, is dat normaal. Het is erg moeilijk voor je om hier iets nieuws in te zien; alles lijkt oud te zijn, met stof bedekt. Dus, of je leeft als een Boeddha, of je leeft als een buffel, dan zul je je niet vervelen. De keuze is aan jou.

Osho, Ancient Music in the Pines # 4