Van ongelukkig naar gelukkig

Laten we eerst proberen te begrijpen wat ongelukkig zijn is. Ongelukkig zijn is het onvermogen om het leven te begrijpen, het onvermogen om zichzelf te begrijpen, het onvermogen om een harmonie tot stand te brengen tussen jou en het bestaan. Ongelukkig zijn is een disharmonie tussen jou en de werkelijkheid; er is iets in conflict tussen jou en het bestaan. Geluk is wanneer niets in conflict is — wanneer je samen bent, en je bent ook samen met het bestaan. Wanneer er harmonie is, wanneer alles stroomt zonder enig conflict, soepel, ontspannen, dan ben je gelukkig. 

Iedereen kan elk moment ongelukkig zijn, zo ongelukkig is de hele wereld. Om gelukkig te zijn zul je een groot begrip moeten creëren over jezelf en over het bestaan waarin je bestaat, dat alles in lijn valt, in diepe overeenstemming, in ritme. En tussen jouw energie en de energie die je omringt ontstaat een dans en begin je mee te bewegen met het leven.

Geluk is wanneer je verdwijnt. Ongeluk is wanneer je te veel bent. Soms heb je glimpen van geluk — wanneer je er toevallig niet bent. Kijken naar de natuur, of naar de sterren, of de hand van je geliefde vasthouden, of de liefde bedrijven… op sommige momenten ben je er niet. Voor geluk heb je een enorme intelligentie nodig. En ik zeg bewust INTELLIGENTIE, niet intellect. Intellect kun je krijgen van de markt, intellect kun je krijgen van de boeken, intellect kun je krijgen van de universiteit. Intellect is overdraagbaar, intellect is mechanisch, intellect is van de bio-computer die jullie de mind noemen. Intelligentie is niet van de mind, intelligentie is van de no-mind — wat Zen-mensen no-mind noemen. Intelligentie heeft niets te maken met informatie, kennis; het heeft slechts één element, en dat element is bewustzijn.

Als je intelligent bent, zal je leven van geluk zijn. Waarom is intelligentie nodig? Omdat het leven op zich zinloos is. Betekenis is niet iets dat daar zit en dat je alleen maar hoeft te bereiken en te bezitten. Betekenis moet gecreëerd worden. Mensen komen naar me toe en vragen: ‘Wat is de zin van het leven?’ Alsof het leven betekenis heeft. Het leven heeft geen betekenis — dat is de schoonheid van het leven. Daarom is er vrijheid. Jij bent vrij om je eigen betekenis te creëren en ik ben vrij om mijn betekenis te creëren. Als het leven een betekenis heeft, zijn we allemaal slaven en is die betekenis niets waard. Het leven is vrijheid. Het legt je geen betekenis op; het geeft je alleen de gelegenheid je eigen betekenis te creëren. Het leven heeft geen betekenis op zich, je moet er betekenis in brengen. Het leven is gewoon ruw materiaal, je moet je betekenis eruit scheppen. Je moet je God scheppen. God wacht niet op je. Je moet het in je hart scheppen, in je diepste kern van je wezen. Alleen dan zul je gelukkig zijn.

Om betekenis te creëren moet je een schepper zijn. Schilders schilderen, creëren schilderijen; dichters schrijven, creëren gedichten; dansers creëren dans… maar dit zijn allemaal slechts fragmenten. Een religieus persoon creëert zichzelf; de religieuze persoon is de grootste kunstenaar die er is. Alle andere kunstenaars vinden slechts vervangers en op een dag raken ze gefrustreerd.
Je hebt veel gedichten geschreven, en op een dag besef je: ‘Wat heeft het voor zin? Waarom doorgaan met schrijven?’
Je hebt geschilderd, en op een dag besef je plotseling: ‘Wat is het nut? Voor wie? Voor wat?’
Op een dag zul je sterven en alles zal overblijven en verdwijnen. Dus wat heeft het voor zin? Tenzij je een punt van onsterfelijkheid voelt in wat je ook doet, kun je niet gelukkig zijn, en dat punt van onsterfelijkheid voel je alleen als je onsterfelijkheid in jezelf creëert.

Osho: Dang Dang Doko Dang # 4