Ga centimeter voor centimeter naar voren, langzaamaan, maar ga naar voren en word een ingewijde in dit geweldig mooie bestaan!
Laat me je een verhaal vertellen, een prachtig verhaal: mediteer er eens op…
Er was eens een groot koning die aan zijn magiër vroeg om een dappere man voor hem te vinden om op een gevaarlijke missie te gaan. Na een lange zoektocht bracht de magiër vier mannen voor zijn meester mee. De koning wilde de dapperste van de vier uitkiezen en vroeg aan de magiër om ze op de proef te stellen.
De koning, de magiër en de vier mannen gingen naar de rand van een groot veld waar aan de overkant een grote schuur stond. De magiër gaf instructies: ‘Jullie krijgen allemaal een beurt. Je loopt naar de schuur en neemt mee wat daarbinnen is.’
De eerste man liep over het veld. Plotseling stak er een storm op: de bliksem flitste, de donder rolde, de grond schudde. De man aarzelde. Hij werd bang. Toen de storm in hevigheid toenam, viel hij angstig neer.
De tweede man liep over het veld. Het begon erger te stormen, het werd echt een zware storm. De tweede man kwam verder dan de eerste maar viel tenslotte ook op de grond.
De derde man begon heel snel en passeerde de eerste twee. Maar de hemel brak open, de grond spleet open en de schuur zelf zwaaide en kraakte. De derde man viel neer.
De vierde begon langzaam. Hij voelde zijn voeten op de grond. Zijn gezicht zag wit van angst. Maar hij was bovenal banger om bang gevonden te worden. Langzaam kwam hij voorbij de eerste man en hij zei tegen zichzelf: ‘Het gaat goed, tot zover.’
Voetje voor voetje ging hij verder totdat hij de tweede man voorbij was en weer zei hij tegen zichzelf: ‘Tot zover gaat het goed.’
Beetje bij beetje overbrugde hij de afstand tussen zichzelf en de derde man terwijl de storm in hevigheid toenam. Toen hij de derde man voorbij was zei hij tegen zichzelf: ‘Tot zover gaat het goed. Er is me nog niets overkomen. Ik kan nog een beetje verder.’
Zo ging hij, beetje bij beetje, centimeter voor centimeter nu, in de richting van de schuur. Eindelijk kwam hij daar aan en net voordat hij zijn hand op de klink legde zei hij: ‘Tot zover gaat het goed. Ik kan een klein beetje verdergaan.’ Toen legde hij zijn hand op de klink.
Onmiddellijk hield het op met stormen, de grond was stabiel en de zon begon te schijnen. De man stond helemaal verbaasd. Van binnenin de schuur kwam er een geluid van kauwen. Heel even dacht hij dat het misschien een truc was. Toen bedacht hij: ‘Het gaat nog steeds goed.’ En hij deed de deur open.
Binnenin vond hij een wit paard dat haver stond te kauwen.
Vlak daarnaast lag een witte wapenrusting. De man trok deze aan, zadelde het paard, reed naar de koning en de magiër toe en zei: ‘Ik ben er klaar voor, Sire.’
‘Hoe voel je je?’ vroeg de koning.
‘Tot zover gaat het goed,’ zei de man.
Ga centimeter voor centimeter naar voren, maar ga naar voren. En je zult merken dat naarmate je vordert: ‘Tot zover gaat het goed.’ Je zult erachter blijven komen -tot het einde toe, beetje bij beetje- je zult erachter komen dat je een ingewijde wordt in dit geweldig mooie bestaan.
Osho, The Divine Melody – Discourses on Songs of Kabir, p.100-101.
Uit de serie 1001 verhalen, verzameld door Shanti.
Eerder verschenen in het Engels in Osho News, www.oshonews.com.
Afbeeldingen:
http://cdn.c.photoshelter.com/img-get2/I0000SzNI8SZhfcI/fit=1000×750/Grand-Barn.jpg
http://cdn.thehorse.com/images/cms/2014/11/horse-eating-oats.jpg?preset=medium