Student, discipel, toegewijde

Osho,
Dit, mijn eerste jaar sannyas, is het begin van leven en elk moment is een nieuwe kans om dieper te duiken in mezelf en in u. U spreekt over drie fasen: de leerling, de discipel en de toegewijde. Als discipel trekt uw licht me dichterbij. Mijn innerlijke vlam brandt. En toch interpreteert en verstoort de mind nog steeds. Een waar weten, als een toegewijde samenvloeien met u, is een verre, onontdekte ster. 
Geliefde Osho, werp alstublieft licht op deze kloof die ik ervaar, dit fenomeen van discipel die transformeert in toegewijde.


De vraag die je hebt gesteld is gebaseerd op een verkeerde veronderstelling. Je hebt aangenomen, zonder de betekenis te begrijpen, dat je een discipel bent. Je bent nog geen discipel, je bent pas een student – want alleen voor de student lijkt de afstand tussen zichzelf en de staat van een toegewijde erg groot. Bijna onoverbrugbaar.
En wat je in je vraag zegt geeft genoeg bewijs dat je in het stadium van de student bent, niet in het stadium van de discipel. Ik zal de vraag lezen en het je duidelijk maken. Het is altijd goed om te weten waar je staat, want dan wordt vooruitgang heel gemakkelijk. Er is geen vooruitgang mogelijk als je jezelf inbeeldt dat je ergens anders bent dan waar je bent.

Dit, mijn eerste jaar sannyas, is het begin van leven, en elk moment is een nieuwe kans om dieper in mezelf en in u te duiken. U spreekt over drie fasen: de leerling, de discipel en de toegewijde. Als discipel trekt uw licht me dichterbij, mijn innerlijke vlam brandt. En toch interpreteert en verstoort de mind nog steeds. Een waar weten, als een toegewijde samenvloeien met u, is een verre, onontdekte ster.

Deze erkenning dat de mind nog steeds interpreteert en verstoort, laat zien dat het discipelschap nog niet heeft plaatsgevonden. Je bent nog steeds in het stadium van de student. Deze drie stadia zijn parallel aan drie centra in je wezen: de student is in het hoofd, de discipel is in het hart en de toegewijde is in het wezen.
De student denkt, interpreteert. De discipel heeft lief en drinkt eenvoudigweg de aanwezigheid van de meester. De toegewijde is in harmonie, zijn hartslag is harmonieus met de hartslag van de meester. Er is geen sprake van interpretatie of verstoring.  Het hart werkt niet via gedachten.  En vanuit het hart is de staat van toegewijde niet heel ver weg, maar heel dichtbij. Als de liefde zich verdiept en vertrouwen wordt, als de harmonie met de meester groeit en een organische eenheid wordt, wordt de toegewijde geboren.

Het zal enorm goed voor je zijn om je er duidelijk van bewust te zijn dat je nog steeds in je hoofd zit. Misschien is je hoofd overtuigd van wat ik zeg, maar zijn er onderliggende twijfels. Om die twijfels te vermijden interpreteert je hoofd op zo’n manier dat het past bij je eigen vooroordelen, je eigen ideologieën.
De student raakt niet afgestemd op de meester. Integendeel, wat de meester ook zegt, de student probeert het zo te draaien dat het in overeenstemming komt met zijn oude mind. Interpretatie en verstoring zijn dus absoluut noodzakelijk, maar ze geven aan dat je niet van je hoofd bent weggegaan. En het is je hoofd dat voortdurend naar een verlangen beweegt, naar een verlangen om een toegewijde te zijn.


Een toegewijde zijn is geen verlangen en het is geen hunkering. De discipel is zo tevreden, zo voldaan, dat de staat van devotie vanzelf ontstaat. Het is geen verlangen, geen hunkering, want elk verlangen en elke hunkering maakt de zaken complex en moeilijk.
De afstand tussen de discipel en de toegewijde is bijna nihil. De discipel is het begin van ontspanning met de meester en de toegewijde is de vervulling van die ontspanning. De discipel is het begin, de toegewijde is het einde.

Wat er ook gebeurt, het is niet verkeerd. Het is goed dat je voelt dat je steeds dieper in jezelf duikt. Maar onthoud dat je nog steeds een student bent en dat je je gedachten kwijt moet raken. Daarvoor zijn er heel veel meditaties. Doe elke meditatie die je aanspreekt, die goed voor je voelt, want ik wil niet dat je jezelf gaat martelen. Denk aan de uitspraak van Chuang Tzu: ‘makkelijk is goed’.
Zoek dus een meditatie die gemakkelijk voor je is, comfortabel, gelukkig, iets wat je zonder enige moeite doet. Het is bijna een ontspanning, een rust. Als de mind ophoudt met zijn waanzin, zijn constante gekwebbel, zijn verdraaiingen van alles, zul je een discipel worden. De brug tussen de student en de discipel is meditatie, en de brug tussen de discipel en de toegewijde is liefde. Het is slechts een kwestie van twee stappen: een stap van meditatie en een stap van liefde. En dan ben je thuisgekomen.

Maar laat het idee dat je al een discipel bent volledig varen, want dat zal een enorme belemmering worden. Zonder dat meditatie tot vervulling komt, kan liefde niet ontstaan. Daarom lijkt een toegewijde een verre ster te zijn. Het is niet alleen ver weg, het is onmogelijk. Je zou erg feitelijk en erg wetenschappelijk moeten zijn in het beoordelen van jezelf, waar je bent.
Voel je niet gekwetst, want zelfs student zijn is zeldzaam. Met miljoenen mensen over de hele wereld is het een zeldzame, zeer unieke kans om student te zijn in een mysterie-school.  En je zult wel een discipel worden, maar hou je focus op het weggaan van het hoofd naar het hart. Nu moet van de toegewijde nog geen doel gemaakt worden. Zodra je mind weg is en je hart zingt en danst van vreugde en liefde, zul je zien dat de toegewijde nog maar één stap verwijderd is. De liefde moet zich uitkristalliseren tot vertrouwen en het harmonieuze moet nog dichterbij komen en een eenheid worden.

De meester en de toegewijde zijn één. De meester en de discipel staan een beetje uit elkaar. De meester en de student staan echt ver van elkaar, maar iedereen moet als student beginnen. Dat is het juiste begin. Begin niet aan jezelf te denken als een discipel. Begin bij het juiste begin: als student. Het is jouw doel om een discipel te worden.
Als je eenmaal het punt van discipelschap bereikt hebt, kan je zo’n vraag niet meer stellen door te zeggen dat de staat van toegewijde een verre ster lijkt. Het is gewoon binnen handbereik. Een beetje meer moed, een beetje meer liefde, een beetje meer risico, een bereidheid om op te lossen in de meester, die niet is.   
Opgaan in de meester is maar een hulpmiddel. Zodra je oplost in de meester, zul je verrast zijn dat je bent opgelost in het bestaan zelf. De meester was alleen maar een venster. Via de meester kun je de open hemel betreden. Dan zijn alle sterren van jou en is het hele bestaan van jou. Je maakt er deel van uit.
Maar wees intelligent om te beseffen waar je staat. Alleen de onintelligente kan niet groeien. Intelligente mensen hebben geen moeite om te groeien. En iedereen heeft de intelligentie, maar gebruikt die niet.

Een kauwgom kauwende Amerikaan en een Fransman zitten samen in een restaurant. De Amerikaan is er erg trots op Amerikaan te zijn, dus gaat hij een gesprek aan. Hij vraagt aan de Fransman: ‘Als je brood eet, eet je dan alles op?’
‘Natuurlijk,’ zegt de Fransman.
‘Nou,’ zegt de Amerikaan, ‘wij eten alleen het zachte gedeelte. De rest verzamelen we in containers, brengen het naar een fabriek en halen het door een machine. Wat eruit komt zijn broodjes, die we in Frankrijk verkopen.’
‘En hoe zit het met biefstuk?” vervolgt hij. ‘Eten jullie alles daarvan?’
‘Ja, dat doen we wel,’ antwoordt de Fransman.
‘Oh, wij doen dat niet,’ zegt de Amerikaan, ‘we eten alleen het vlezige deel van de biefstuk. Het vettige gedeelte verzamelen we in containers, brengen het naar een fabriek, halen het door een machine en wat eruit komt zijn kleine biefstukjes die we in Frankrijk verkopen.’

Nu wordt de Fransman echt boos. Hij vraagt: ‘Wat doen Amerikanen met hun gebruikte condooms?
‘Die gooien we weg natuurlijk,’ zegt de Amerikaan.
De Fransman antwoordt: ‘Ha!  Wij verzamelen ze allemaal in containers, brengen ze naar een fabriek en halen ze door een machine. Wat eruit komt is kauwgom, die we in Amerika verkopen.’

Voel je dus niet slecht omdat je student bent. Geniet ervan, maar kauw geen Amerikaanse kauwgom. Dat is de meest idiote wat je in de hele wereld kunt doen. Dan zul je al snel groeien. Vermijd gewoon de kauwgom. Die kauwgom gaat in het hoofd zitten en maakt allerlei ideeën, interpretaties, verstoringen, ideologieën. Vermijd dat gewoon en glijd terug naar het hart. Het hoofd is goed voor wetenschap, maar niet voor religie. Het hart is niet goed voor wetenschap, maar het is een absolute must voor religie. Want het is het hart dat uiteindelijk groeit in toewijding, in versmelting, in liefde, in vertrouwen, in zelfrealisatie, in de ervaring van het goddelijke.

Osho: The Razor’s Edge #30

Images by Gerd Altmann and Ritesh Tamrakar from Pixabay.