Er zijn drie stadia van verlichting. De eerste is wanneer de eerste glimp gebeurt. Ik noem het mini-satori. Wanneer, voor de eerste keer, voor een enkel moment de geest niet functioneert, is er een kloof – geen gedachte tussen jou en het bestaan. Jij en het bestaan, jij en het bestaan… voor een ogenblik… en de ontmoeting, en de samensmelting, en de communie, en het orgasme… maar voor een ogenblik. En vanaf dat moment zal het zaad in je hart zijn en groeien.
Het tweede noem ik satori: dat is wanneer je in staat bent geworden om deze kloof zo lang vast te houden als je wilt. Urenlang, dagenlang kun je in deze pauze blijven, in deze volstrekte eenzaamheid, in God, met God, als God. Maar een kleine inspanning is nog steeds nodig van uw kant. Als je de inspanning laat vallen verdwijnt de satori. De eerste satori, de mini-satori, gebeurde bijna als een ongeluk – je verwachtte het niet eens. Hoe kun je het verwachten? Je had het niet eerder gekend, je had het nooit geproefd. Hoe kun je het verwachten? Het kwam zomaar uit de lucht vallen. Ja, je deed veel dingen – bidden, mediteren, dansen, zingen – maar het was allemaal als tasten in het duister. Je tastte in het rond.
Het zal niet gebeuren als je helemaal niet tast. Het gebeurt alleen met ‘tasters’, echte tasters – zij gaan maar door met tasten, zij voelen zich nooit moe en uitgeput, en zij voelen zich nooit hopeloos. Miljoenen keren mislukken hun pogingen, en gebeurt er niets, maar ze blijven maar doorgaan. Hun passie voor God is zo enorm. Zij kunnen allerlei nederlagen en frustraties aanvaarden, maar hun zoektocht gaat door. Onwankelbaar gaan ze door met tasten. De duisternis is groot, het lijkt bijna eindeloos, maar hun hoop is groter dan de duisternis. Dat is de betekenis van geloof; zij tasten door geloof. Geloof betekent hopen op dat wat bijna onmogelijk lijkt. Geloof betekent hopen tegen alle hoop in. Geloof betekent proberen te zien wat je nog niet hebt gezien, en je weet niet eens zeker of het bestaat of niet. Er is een grote passie nodig om zoveel geloof te hebben.
Dus voor een zoeker die in geloof leeft en doorgaat, houdt niets hem ooit tegen. Geen mislukking nestelt zich ooit in hem; zijn reis gaat verder. Hij is de pelgrim. Dan komt het op een dag zomaar uit de lucht vallen. Je had het niet verwacht. Onbewust komt het dicht bij je en omringt je. Even kun je het niet geloven… Hoe kun je het geloven? – miljoenen levens lang heeft een mens getast, en het is niet gebeurd. De eerste keer lijkt het bijna verbeelding, een droom. Maar het is er, en het is zo echt dat alles wat je eerder als echt hebt gekend, ervoor verbleekt, heel vaag wordt. Het is zo echt dat het zijn zekerheid in zich draagt. Het is vanzelfsprekend. Je kunt het niet vermoeden. Dat is het criterium of de mini-satori al dan niet gebeurd is: je kunt er niet aan twijfelen. Je kunt het proberen, maar je kunt er niet aan twijfelen. Het is zo zeker dat er op dat moment geen twijfel ontstaat. Het is er gewoon. Het is alsof de zon is opgekomen… hoe kun je twijfelen?
Dan wordt het tweede een bewuster tasten. Nu weet je dat het zo is, nu weet je dat het gebeurd is. Nu weet je dat het zelfs jou is overkomen! Nu is er een grote zekerheid. Nu is geloof niet meer nodig, nu is ervaring genoeg. Nu is geloof niet nodig. Nu doordringt de zekerheid ervan je hele wezen, je bent er vol van. Nu tast je bewuster, je spant je in de goede richting. Nu weet je hoe het gebeurde, wanneer het gebeurde, in welke ruimte het mogelijk werd. Was je aan het dansen? Wat gebeurde er toen het gebeurde? Op welke manier werd het contact mogelijk? Gaandeweg gebeurt het steeds weer, en kun je nagaan, uitdokteren, uitrekenen hoe het gebeurt, in welke stemming. In welke stemming raak je ermee in harmonie en gebeurt het? Nu worden de dingen duidelijker, nu is het niet alleen maar wachten in de duisternis. Je kunt in beweging komen, je kunt een richting hebben.
Nog wankel je, nog val je soms, nog verdwijnt het soms voor maanden. Maar nooit meer kan er twijfel in je opkomen. De twijfel is gedood door de eerste satori. Dan, meer en meer, zal het komen. En vroeg of laat zul je in staat zijn om het op orde te brengen. Wanneer je maar wilt, kun je dat milieu in je scheppen dat het brengt. Je kunt je ontspannen, als het in ontspanning komt; je kunt dansen, als het in dans komt. Je kunt onder de hemel staan, als het daar komt. Je kunt naar een roos kijken, als het daar gebeurt. Je kunt gaan drijven in een rivier als het daar gebeurt. Dat is hoe alle methoden zijn ontdekt. Ze zijn ontdekt door mensen toen ze ontdekten dat het in een bepaalde situatie – als je bepaalde regelingen treft – gebeurt. Dat werden methoden. Langzamerhand word je er heel erg zeker van dat als je het verlangt, je elk moment in staat zult zijn, omdat je je focus er naartoe kunt verplaatsen. Je kunt je hele bewustzijn verplaatsen, je kunt je wezen sturen.
Nu word je in staat om te zien dat het er altijd is; alleen je contact is nodig. Het is bijna als je radio of als je TV: het is er altijd, geluiden komen altijd voorbij; je hoeft alleen maar de radio af te stemmen op een bepaalde zender – en het liedje, het nieuws. Dit is het tweede stadium. Maar nog steeds is er inspanning nodig om af te stemmen. Je bent niet voortdurend uit jezelf afgestemd, je moet het uitwerken. Sommige dagen is het gemakkelijk, sommige dagen is het moeilijk. Als je in een negatieve stemming bent, is het moeilijk, als je boos bent, is het moeilijk. Als je liefdevol bent is het makkelijker. In de vroege ochtend is het makkelijker, in de avond is het moeilijker. Alleen op een berg is het makkelijker, op de markt is het moeilijker. Je komt dus steeds dichterbij, maar het kost nog steeds moeite.
En dan gebeurt het derde: wanneer je zo goed in staat bent om het te vinden dat je het op elk moment, wanneer je maar wilt – er gaat geen moment verloren – onmiddellijk kunt vinden, dan gebeurt het derde. Het wordt een natuurlijke eigenschap. Dat noem ik samadhi.
Osho, I Say Unto You Vol 1 # 4