Het ‘nemen’ van sannyas bestond, maar er ‘afstand van doen’ ontbrak. Men kon toetreden, maar men kon er niet uitstappen. Maar zelfs een hemel zonder uitgang wordt een hel- dat wordt slavernij, een gevangeniscel. Misschien zul je zeggen: ‘Helemaal niet, als bepaalde sannyasins echt weg wilden, wat kan zo iemand dan anders doen? Hij kon gewoon gaan.’
Maar jullie zouden hem veroordelen en vernederen – overal zou verachting uit spreken. Daarom hebben we er een trucje op bedacht, dat als er iemand sannyas neemt, we daar een heleboel publiciteit, pracht en praal en show omheen maken, als iemand sannyas neemt spelen we een hele hoop plechtstatige muziek en we versieren hem met bloemenkransen en slingers, we loven en prijzen hem en we betonen hem heel veel respect. We gaan ons in alle opzichten aan zo’n overvloedig uiterlijk vertoon te buiten alsof er een grootse gebeurtenis plaats vindt.
Maar er zit ook een andere kant aan deze show. Deze sannyasin weet niet dat als hij morgen sannyas zou droppen, dat er dan net zoals hij vandaag onder bloemenslingers wordt bedolven, stenen naar hem gegooid zullen worden. En dit zal door precies dezelfde mensen gebeuren. Het is in feite zo, dat deze mensen hem door hem te omkransen waarschuwen om sannyas nooit te droppen. Anders zullen net zoals je geëerd wordt beledigingen je deel worden. Dit is een heel gevaarlijke situatie.