Richting en bestemming

In de Koran heeft Mohammed het over het paradijs, maar hij maakt het zo voorspelbaar, zozeer als een bestemming, dat het al zonder waarde lijkt. Het woord ‘paradijs’, of het islamitische equivalent ervan, firdaus — zij komen beide van één wortel die een ommuurde tuin betekent — en in die ommuurde tuin van God ligt alles vast, bijna elk detail. Niets wordt aan de verbeelding overgelaten. Stromen zijn er, stromen van wijn; en mensen zitten in de schaduw. Natuurlijk, Mohammed moet te veel geleden hebben van de hitte en de woestijn. De mensen zitten in de schaduw, genieten van hun vrouwen — niet echtgenote, maar echtgenotes — want Mohammed had negen echtgenotes. Wat doen zij anders? Er is niets anders te doen dan wijn drinken uit de bronnen, op banken zitten in de schaduw van grote bomen, genieten van hun vrouwen.


Het paradijs als ‘All-inclusive Resort’

Maar toen werd hij verontrust, want als je sterft zal je vrouw oud zijn. Dus wat te doen? — Ook daarvoor maakte hij een regeling: dat voor goede mensen, zij die volgens de godsdienst hadden geleefd, God hun vrouwen weer jong zou maken. Dus onthoud, als je niet goed bent, zul je bij je oude vrouw moeten blijven. Dan zit je voor eeuwig en altijd met haar opgescheept. Wees goed! Alles…en bedienden zijn er om elke wens te vervullen. Denk er eens over na!

Maar het is zo kant-en-klaar, gefabriceerd, voorspelbaar: het verliest alle betekenis. Hindoes, Jainas, Boeddhisten, zijn subtieler. Boeddhisten zijn het meest subtiel. Zij spreken niet over nirvana. Zij zeggen: men moet het kennen om het te kennen; men moet erin zijn om het te kennen — er is geen andere manier. Ze beschrijven het niet. Zij geven geen beschrijving omdat alle beschrijvingen gevaarlijk zullen zijn. Alle woorden worden definitief en het mysterie gaat verloren.

Toekomst zou een richting moeten zijn, niet een bestemming. Het zou meer als nirvana moeten zijn. Het woord dat Boeddha gebruikt betekent: alles wat je kent zal er niet zijn. Dat is zijn definitie van nirvana: alles wat je weet zal er niet zijn, alles wat je hebt ervaren zal er niet zijn, alles wat je bent zal er niet zijn — iets totaal nieuws, iets dat je niet kunt begrijpen omdat je niet de taal hebt om het te begrijpen, je niet de ervaring hebt om het te begrijpen. Iets absoluut nieuws; er kan niet over gesproken worden. Nirvana is een richting. Paradijs, firdaus, christelijk en Mohammedaans, zijn bestemmingen, zeer duidelijk.

De middelmatige geest eist vastomlijnde doelen omdat hij zo onzeker is — hij kan zijn eigen bewustzijn niet vertrouwen, en hij kan het leven niet vertrouwen. De middelmatige geest is erg bang voor ontdekking, en ontdekking is het grootste geheim in het leven. Bereid zijn om verrast te worden, altijd bereid zijn om verrast te worden, betekent dat men onschuldig is en probeert te ontdekken. En het leven is van dien aard dat je kunt blijven ontdekken. Hoe meer je ontdekt, hoe meer je te weten komt dat er nog veel meer overblijft. Het is een proces zonder einde. Richting is een niet-eindigend proces. Onthoud, het is een proces, beweging; bestemming is een dood ding.

Bestemming hoort bij het ego; richting hoort bij het leven, bij het zijn. Om je te bewegen in de wereld van richting heb je een enorm vertrouwen nodig, want je beweegt je in onzekerheid, je beweegt je in de duisternis. Maar de duisternis heeft iets opwindends: zonder kaart, zonder gids begeef je je in het onbekende. Elke stap is een ontdekking, en het is niet alleen een ontdekking van de buitenwereld. Tegelijkertijd wordt er ook iets in jezelf ontdekt. Een ontdekker ontdekt niet alleen dingen. Naarmate hij meer en meer onbekende werelden ontdekt, ontdekt hij tegelijkertijd ook zichzelf. Elke ontdekking is ook een innerlijke ontdekking. Hoe meer je weet, hoe meer je weet over de kenner. Hoe meer je liefhebt, hoe meer je weet over de minnaar.

Ik ga je geen bestemming geven. Ik kan je alleen een richting geven — wakker, kloppend van leven; en onbekend, altijd verrassend, onvoorspelbaar. Ik ga je geen kaart geven. Ik kan je alleen een grote passie geven om te ontdekken. Ja, een kaart is niet nodig; grote passie, groot verlangen om te ontdekken is nodig. Dan laat ik je alleen. Dan ga je op je eigen. Begeef je in het onmetelijke, in het oneindige, en langzamerhand, leer je het te vertrouwen. Laat jezelf in de handen van het leven, want het leven is God. Als Jezus zegt: ‘Uw Koninkrijk kome, Uw wil geschiede’, zegt hij dit… een groot vertrouwen. Zelfs als God de dood brengt, is er niets om bang voor te zijn. Hij is het die de dood brengt, dus er moet een reden in zitten, er moet een verborgen geheim in zitten, er moet een lering in zitten. Hij opent een deur.

De man die vertrouwt, de man die religieus is, is zelfs opgewonden aan de poort van de dood — hij kan een leeuwenbrul geven. Zelfs stervend — omdat hij weet dat niets sterft — kan hij op het moment van sterven zeggen: ‘Dit is het!’ Omdat elk moment, dit is het. Het kan leven zijn, het kan dood zijn; het kan succes zijn, het kan mislukking zijn; het kan geluk zijn, het kan ongeluk zijn. Elk moment… … dit is het. Dit is wat ik het echte gebed noem. En dan zul je richting hebben. Je hoeft je er geen zorgen over te maken, je hoeft het niet vast te leggen; je kunt bewegen in vertrouwen.

Osho: The Beloved, Vol 1, # 6, vraag 1