D.T. SUZUKI, DE MAN DIE ZEN INTRODUCEERDE BIJ DE WESTERSE INTELLIGENTSIA, ZEI: ‘ZEN MOET JE GRIJPEN MET BLOTE HANDEN, ZONDER HANDSCHOENEN AAN.’
WILT U DAAR IETS OVER ZEGGEN?
Zijn uitspraak is rationeel mooi. Zen moet je grijpen met je blote, naakte handen, zonder handschoenen aan. Hij bedoelt daarmee dat je de wereld van Zen moet betreden zonder overtuigingen, zonder zekerheid, zonder veiligheid, zonder handschoenen aan. Je moet Zen binnengaan met blote handen, met naaktheid.
Maar zijn verklaring is nog steeds intellectueel. Hij was geen zenmeester en zelfs geen man van Zen. Als hij een zenmeester was geweest, had hij dit niet kunnen zeggen. Een meester van Zen kan niet zeggen dat Zen gegrepen moet worden. Het gaat er niet om Zen te grijpen. Dit is de oude taal van de mind, van ‘de natuur overwinnen’. Nu wordt het Zen veroveren.
Zen is je realiteit. Wie ga je grijpen? Wie ga je veroveren? Jij BENT Zen.
En wat bedoelt hij met ‘met blote handen’? Handen kunnen daar niet bij, bloot of met handschoenen aan. Handen symboliseren de beweging naar buiten, ze wijzen altijd naar buiten. Al je zintuigen openen zich naar buiten, ze zijn allemaal extravert. Je oren horen het geluid dat van buiten komt, je ogen zien kleuren, licht dat van buiten komt, je hand grijpt — dat is buiten je. Geen van je zintuigen kan de binnenkant bereiken. Voor de binnenkant is er een andere gevoeligheid, het derde oog. Er zijn geen handen.
Precies tussen je twee wenkbrauwen, precies in het midden, is de plaats die naar binnen kan kijken. Wanneer je met gesloten ogen naar binnen probeert te kijken, naar je centrum snelt, raak je voortdurend het derde oog. Omdat het eeuwenlang niet geopend is geweest, is het vergeten hoe het zich moet openen. Vandaar, elke dag mediteren… en op een dag zul je plotseling merken dat het oog geopend is, en het hele pad is schoon en helder. Je hoeft alleen maar naar het centrum te lopen.
Nu zijn er geen handen en is er geen sprake van overwinnen. Het is je natuur. Het idee alleen al dat Zen gegrepen moet worden, schept een dualiteit: jij bent de persoon die Zen gaat grijpen, en Zen is iets anders dan jij. Het schept een dualiteit. Dat geeft me een duidelijk idee of de man gewoon intellectueel is of ervaring heeft. Ik heb mijn duidelijke criteria om te weten of iemand alleen vanuit zijn mind spreekt. Hoe slim D.T. Suzuki ook is, ik zeg je dat hij geen meester is, hij leeft nog steeds in dualiteit.
De mind is duaal, hij verdeelt de dingen altijd in tegenpolen: de overwinnaar en de overwonnene, de waarnemer en de waargenomene, het object en het onderwerp, de dag en de nacht. Het blijft dingen verdelen die niet verdeeld zijn. Noch is de dag van de nacht gescheiden, noch is geboorte van dood gescheiden. Ze zijn één energie. Maar de mind blijft alles verdelen in polariteiten, tegenstellingen. Niets is tegengesteld in het bestaan; elke tegenstelling is slechts schijnbaar. Diep van binnen komen alle tegenstellingen samen.
Dus wanneer iemand zegt ‘pak beet, overwin’, spreekt hij nog steeds in de taal van de mind en is hij nog steeds gewelddadig. Zijn woorden laten het zien.
Zen moet noch het object noch het subject zijn. Het is een transcendente ervaring. Alle soorten dualiteit worden overstegen: de waarnemer en het waargenomene worden één, de kenner en het gekende worden één. Het is dus geen kwestie van veroveren of beetpakken, het is een kwestie van ontspannen in jezelf.
Het is geen gevecht of oorlog, het is puur rusten, diep wegzinken in je rust. En terwijl je dieper en dieper zinkt, merk je dat je smelt. Zodra je tot eenheid met het bestaan komt, ben je aangekomen bij je natuur. Het kan alleen mogelijk zijn door ontspanning, door rust.
Suzuki’s uitspraak is rationeel, maar niet existentieel, en Zen is de enige existentiële benadering in de hele wereld.